een kampnummer (meestal op de arm getatoeëerd).21 De persoonlijke beschrijvin gen van deze procedure benadrukken de ontreddering, de vernedering, de doods angst, de onzekerheid over het lot van gezin, familie en vrienden. De beschrijvingen geven de indruk dat iedereen door elkaar loopt en er geen orde wordt aangebracht: tenslotte zijn de Joden voor de SS'ers geen individuen meer, maar slechts Untermenschen. Des te verwonderlijk is de tijdens deze procedure aangelegde admi nistratie: de kampnummers zijn in een ordentelijke manier alfabetisch aan de mensen toegekend. Zelfs in Birkenau, het doodskamp waar selectie voor arbeid in de ogen van de Duitsers slechts een uitgesteld doodsvonnis is, worden de geselecteerden op alfabet in de kampadministratie ingeschreven en wordt van elke gevangene een Fragebogen met persoonlijke gegevens ingevuld.22 Dit streven naar een op het eerste oog onzinnige perfectie is niet meteen aan de orde. Laten we met de ogen van Raul Hilberg naar de opnamelijsten van gevangenen in Auschwitz kijken. Voordat op 15 juli 1942 vanuit Nederland de eerste deportatietrein van Westerbork naar Auschwitz vertrekt, zijner al duizenden andere Europese Joden in het kamp aangekomen en vermoord. Een vrij willekeurig voorbeeld is een trans portvan drie maanden eerder: op 17 april worden 973 Slowaaksejodenin het kamp opgenomen.23 Het document van de inschrijvingen vermeldt naast een lopend nummer de achternaam, voornaam, geboortedatum en -plaats, het beroep, de aard van de gevangenschap (alle Joden hebben Schutzhaft) en het kampnummer. De lijst is niet alfabetisch opgemaakt.24 Ruim zeven weken later, op 7 juni, komt in Auschwitz het tweede transport uit Frankrijk aan. Duizend joden uit verschillende niet-Franse landen worden in het kamp opgenomen.25 Het document van deze opname kent eenzelfde indeling als dat van 17 april en is ook volgens kampnummer opgemaakt; met één groot verschil: het kampnummer is in alfabetische volgorde toegekend. Niet foutloos, zo hoort Bezaquin alfabetisch-lexografisch niet tussen Berber en Ben-Daoun, en de laatste tien nummers en namen behoren toe aan mensen die blijkbaar in de eerdere alfabetische opstelling vergeten zijn.26 Maar deze poging tot perfectie is nog geen regel. Zo worden de 404 mannelijke Slowaakse Joden van het transport van bijna twee weken later, 20 juni 1942, niet op alfabetische volgorde van hun kampnummer voorzien, maar op een willekeurig lijkende manier.27 Worden de transporten uit Frankrijk voorzien van alfabetisch opgestelde transportlijsten en worden de namen van de ongelukkigen omgeroepen voor de inschrijving en nummering? Zijn de transporten uit Slowakije lukraak samenge- steld, niet voorzien van een transportlijst en worden die willekeurig in een rij gezet om als kamp gevangene opgenomen te worden? Het egodocument Is dit een mens? van Primo Levi is een beschrijving van zijn verblijf in Auschwitz.28 Over het krij gen van de tatoeage met het kampnummer schrijft hij "De operatie is nauwelijks pijnlijk geweest en heeft zich met een ongelooflijke snel heid voltrokken: ze hebben ons allemaal in de rij gezet en een voor een, op de alfa betische volgorde van onze namen, hebben we ons gepresenteerd 29 Het is niet duidelijk of de namen worden opgelezen, maar het lijkt niet logisch. Van Levi's trans port, dat uit 6 50 mannen, vrouwen en kinderen bestaat, worden slechts 9 5 mannen en 2 9 vrouwen voor arbeid geselecteerd; de rest wordt vrijwel direct na aankomst vergast. Het voorlezen zou te lang duren, omdat er vaak gewacht zou moeten worden of een persoon wel aanwezig is. Een citaat uit een uitgave van het herdenkings museum van Auschwitz: "One of the first acts required of new arrivals was that they line up in alphabetical order according to their surnames. Then a prisoner from the registration detail (Aufnahmekommando) drew up a handwritten list with consecutive camp serial numbers written next to the names. Each prisoner then receives a small card bearing the serial number he or she had been assigned."30 Het is niet eenduidig of deze beschrijving ook voor de joodse gevangenen geldt en uit het citaat is ook niet onomstotelijk op te maken hoe de gevangenen zich alfabetisch aan dienen. Het lijkt aannemelijk dat de nieuw aangekomenen zich in een onderling bepaalde, alfabetische volgorde opstellen. Dan zijn ook de alfabetische fouten te verklaren: de rijen en dus de lijsten zijn fonetisch opgesteld. Het transport van Levi arriveert in februari 1944, bijna twee jaar na de eerste aan komsten. In die eerste maanden van 1942 zoekt de SS nog naar een goed systeem. En dat systeem perfectioneert zich in die eerste maanden snel: worden de Slowaakse Joden van het transport van 20 juni 1942 nog lukraak ingeschreven, die van het transport van 4 juli 1942 worden alfabetisch genummerd.31 Ook deze lijst is alfabe tisch niet perfect, hetgeen er voor pleit dat de Joden min of meer onderling de volgor de bepalen. De registratie van de eerste tientallen transporten is een voorbeeld hoe de Duitse vernietigingsmachine niet meteen feilloos werkt; er worden procedures ter plaatste bedacht, getest en aangepast. Dat is het initiatief dat Himmler van zijn mensen verlangt.32 HOOFDSTUK 8 21 Tatoeëren wordt bij het begin van de lente van 1942 in Auschwitz voor de Joodse gevangenen geïntroduceerd vanwege het hoge sterftecijfer, dat per dag vaak in de honderden loopt. Zo'n groot aantal gevangenen identi ficeren is moeilijk; zonder de kleding waarop het kampnummer staat, is het voor de SS vrijwel onmogelijk om de identiteit van de dode te bepalen. De getatoeëerde armen maken snelle herkenning mogelijk; in Birkenau worden de gestorven gevangenen zo voor hun barak gelegd, dat de nummers op de armen gemakkelijk te lezen zijn. In: T. Iwaszko, H. Kubica, F. Piper, I. Strzelecka, A. Strzelecki, Auschwitz 1940-1945. Central issues in the history of the camp. Vol. II: The prisoners - their life and work (Oswiecim 2000), 22-23. Volgens Thomas Grotum wordt de tatoeage pas in het voorjaar van 1943 algemeen ingevoerd. T. Grotum, Das digitale Archiv. Aufbau und Auswertung einer Datenbank zur Geschichte des Konzentrationslagers Auschwitz (Frankfurt am Main 2004), 230. 22 Een voorbeeld is het document, dat te zien is in de tentoonstelling in de Nederlandse barak in Auschwitz I (Stammlager): alle geselecteerde mannelijke Nederlandse Joden van een transport worden, op een enkele fout na, alfabetisch ingeschreven en krijgen zo hun opeenvolgende kampnummer. 23 D. Czech, Kalendarium der Ereignisse im Konzentrationslager Auschwitz-Birkenau 1939-1945 (Reinbek 1989), 199. 112 DAAN HERTOGS DODELIJKE INFORMATIESYSTEMEN 24 Zugange am 17. April 1942: eingeliefert aus der Schlowakei, 20 april 1942; Archief Nederlandse Rode Kruis- Kampen, Collectie Kampen en gevangenissen, Auschwitz, (voortaan geciteerd als NL-NRK Auschwitz), inv. nr 100. 25 D. Czech, Kalendarium der Ereignisse im Konzentrationslager Auschwitz-Birkenau 1939-1945, 223. 26 Eerste pagina met de titel van het document ontbreekt, NL-NRK Auschwitz, inv. nr. 100. 27 Zugange am 20. Juni 1942: eingeliefert aus der Schlowakei, 21 Juni 1942; av. 28 Levi's kampnummer 174517 dateert zijn aankomst op 26 februari 1944, D. Czech, Kalendarium der Ereignisse im Konzentrationslager Auschwitz-Birkenau 1939-1945, 730. 29 P. Levi, Is dit een mens (Amsterdam 1987), 29. Met dank aan Marieke Bos voor de verwijzing. 30 T. Iwaszko, Auschwitz 1940-1945, 19-20. 31 Zugange am 4. Juli 1942: eingeliefert vom RSHA, z.d., NL-NRK Auschwitz, inv. nr 100. 32 Een ander, gruwelijker voorbeeld is het vergassen van de slachtoffers: ook dat is een aanpassing van een in eerste instantie, vanuit het perspectief van de SS'ers, slecht bedachte procedure. De eerste vergassingen vinden plaats in Auschwitz I (Stammlager)De slachtoffers worden volledig gekleed en met hun koffers en rugzakken in de gaskamer geleid. Een Joods commando moet na de vergassing de gedode mensen ontkleden. Dat kost veel tijd, en de kleren, vooral nylons, blijven vaak niet ongeschonden. In: F. Müller, Eyewitness Auschwitz, 12. Op basis van de deze ervaringen bedenken de SS'ers het concept van de gaskamers als douche ruimte, waarbij de mensen zich in een voorruimte eerst dienen te ontkleden. 113

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2014 | | pagina 58