en 1.811.111.3 (wegenis onderhoudswerken). Het archief over de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog zit in dezelfde archiefdozen en onder dezelfde codes als die voor de Eerste Wereldoorlog, in het beste geval in aparte mappen. Een gedetailleerde archivalische studie van het wederopbouwarchief van de vier gemeenten leidde tot een selectie van 154 types archiefstukken die representatief zijn voor de wederopbouw in de Westhoek. Vervolgens werd aan de hand van de archief stukken uitvier pilotgemeenten een archief schema opgemaakt. Dit voorlopige schema werd getoetst aan de reeds bestaande selectielijst voor gemeentearchieven. Deze lij st gaat uit van de taken die een gemeente uitoefent en de documenten die ze in functie daarvan opmaakt en ontvangt. In overleg met de Werkgroep Lokaal Overheidsarchief van de Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek Archief Documentatie - die zich bezighoudt met het opstellen en bijwerken van deze selectie lijsten-werden de archiefstukken die specifiek zijn voor de wederopbouwperiode in dit functionele classificatieschema voor gemeentearchieven gepast.7 Waar nodig werden nieuwe reeksen ingevoegd in de hiërarchische structuur. Op die manier kan de (her) ordening van archiefstukken over de wederopbouw worden ingebed in de ordening van alle stukken van het gemeentearchief.8 Het schema is ook een hulp bij het identificeren van de stukken en kan als basis dienen voor het opmaken van een correcte beschrijving. Omdat het niet duidelijk is welke archiefstukken in feite scha- duwarchief zijn van wat op nationaal niveau wordt bewaard, wordt er aanbevolen alle stukken uit de wederopbouw te bewaren. Daarnaast kan ervoor de gemeenten uiteraard ook waardevolle informatie gevon den worden in de beter geordende en ontsloten reeksen, zoals de gemeenteraadsver slagen, de verslagen van het schepencollege en de registers van de briefwisseling. Wat de financiële kant van de zaak betreft - belangrijk gezien het aspect van de uitbeta ling van schadevergoedingen en toelagen - zijn de reeksen voor de begroting, de dienstjaarrekeningen met bijhorende bewijsstukken en de grootboeken belangrijk bronnenmateriaal. De snelle wederopbouw vroeg om deskundigheid van ingenieurs, stedenbouwkun digen en architecten. Heel wat architecten van over het hele land zagen hun kans om in een moeilijke periode (grote) opdrachten in de wacht te slepen en trokken naar de Westhoek. Ruim 300 architecten waren in die periode aan de slag in de Westhoek. De meeste opdrachten werden uitgevoerd door een beperkte groep van een tiental architecten. Vaak werden grotere gehelen aan eenzelfde architect toevertrouwd zodat een coherent en homogeen beeld ontstond. Andere architecten hebben geen of weinig bouwwerken op hun naam staan, maar bekleedden sleutelposities binnen de nationale instanties die de wederopbouw coördineerden en er toezicht op hielden. Op die manier konden ze hun stempel drukken op de tot stand gekomen ontwerpen en de uitvoering ervan en bepaalden ze mee het beeld van het wederopgebouwde patrimonium. De activiteiten van zowel de zelfstandige architecten als de architecten in dienstver band vonden onder meer hun weerslag in de private archieven van deze architecten. Het opsporen van de archieven van deze generatie architecten is minder evident. Hun archieven raakten vaak verspreid onder de erfgenamen of werden deels of geheel vernietigd. De architecten schatten vaak hun ontwerpen in het kader van de wederopbouw minder hoog in en vernietigden zelf reeds deze dossiers uit hun archief. Belangrijke uitzonderingen zijn de archieven van architecten Jozef Viérin en Antoine Dugardyn. Beide architecten hebben zonen en kleinzonen die de architec tenpraktijk ononderbroken hebben voortgezet en zijn blijven zorgdragen voor het familiearchief. De huidige generatie maakt zelf regelmatig gebruik van het archief omdat zij geraadpleegd worden om restauraties of verbouwingen uit te voeren aan het patrimonium dat door hun voorouders werd gebouwd. Het gaat dus om bijzon der waardevolle en dynamische archieven van verschillende generaties. Niet alleen architecten waren nauw betrokken bij de wederopbouw. Ook duizenden arbeiders en ondernemers uit het bouwbedrijf zochten extra opdrachten in de Westhoek. Meer nog dan de architecten, bleef het bouwbedrijf tot nog toe groten deels buiten de radar van onderzoekers. Het opsporen van de bedrijfsarchieven van deze vaak reeds ter ziele gegane bedrijven is niet evident. Terwijl de archieven van architecten vaak nog (deels) bewaard bleven omdat ze visueel aantrekkelijke stukken bevatten zoals bouwtekeningen, werden de waarde van briefwisseling en facturen van bouwbedrijven veelal laag ingeschat door erfgenamen en bijgevolg ook vernie tigd. Het opsporen van private archieven van architecten en bouwbedrijven is een perma nente opdracht van het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven. De resultaten van het onderzoek worden gepubliceerd in de databank Odis.9 Het gevoerde bronnenonderzoek naar de wederopbouwarchieven voor de Westhoek werd reeds gevaloriseerd. Het project Het Gekwetste Gewest kaderde immers in een veel ruimere context waarbij ook het architecturale wederopbouwerfgoed geherwaar deerd werd. Labo S, van de Universiteit Gent, voerde drie gevallenstudies uit voor het omgaan met de wederopbouwarchitectuur in de frontstreek '14-' 18.10 Labo S voerde daarbij niet alleen een onderzoek op basis van de huidige gebouwde context, maar deed ook een beroep op wederopbouwarchieven. Ook voor de publicatie Bouwen aan wederop bouw 1914/2050. Architectuur in de Westhoek werd geput uit heel wat wederop bouwarchieven. Ten slotte werd er via ontwerpateliers getracht om architecten, architectuurhistorici en bewoners bewust te maken van de waarde van het wederop- bouwpatrimonium en via ontwerpoefeningen en best practices werden de mogelijk heden voor toekomstig gebruik onderzocht. Het raadplegen van archieven was daarbij onontbeerlijk. Er ligt echter nog een schat aan informatie verborgen in de wederopbouwarchieven. De wederopbouwdossiers bevatten onder meer interessante informatie voor familiegeschiedenissen. Particulieren konden immers subsidies en leningen krijgen voor het heropbouwen van hun verwoeste patrimonium. Hierbij moesten op de HOOFDSTUK 6 7 De Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief Documentatie (WBAD) is de beroepsvereniging in Vlaanderen van bibliothecarissen, archivarissen en documentalisten sinds 1921. Het doel en de werking van de WBAD is vergelijkbaar met die van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland (KVAN). 8 Het archiefschema en heel wat nuttige contextinformatie die kan helpen bij het identificeren van de archief stukken werd ter beschikking gesteld van eenieder voor wie deze informatie nuttig kan zijn op de website www.wederopbouw.be. De continuïteit van deze website wordt gegarandeerd door het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven. 90 ANNELIES NEVEJANS HET GEKWETSTE GEWEST 9 Odis is een databank over intermediaire structuren in Europa in de negentiende en twintigste eeuw. De databank kan geraadpleegd worden op www.odis.be. 10 Labo S staat voor Laboratorium Stedenbouw en is de stedenbouwkundige onderzoekscel aan de Vakgroep Architectuur en Stedenbouw van de Universiteit Gent. 91

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2014 | | pagina 47