Een overzicht van de literatuur over het Belgische en Nederlandse
archiefwezen tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog
De publicaties van het Belgische Rijksarchief aan het begin van de twintigste eeuw
vertellen een interessant verhaal. In 1914 gaf algemeen rijksarchivaris Joseph
Cuvelier voor de eerste maal een jaarboek uit over de instelling die hij leidde, in
navolging van de Nederlandse Verslagen omtrent 's rijks oude archieven.6 Het
omvangrijke boek moest de basis leggen voor een nieuwe reeks. Cuvelier stond met
zijn project niet alleen. Het Belgische archiefwezen blaakte van zelfvertrouwen. Een
van de grootste verwezenlij kingen was de organisatie van het eerste internationale
congres van archivarissen en bibliothecarissen, dat in 1910 in Brussel samenkwam.
Een tweede congres had in 1915 moeten verzamelen in Milaan, maar het uitbreken
van de oorlog verhinderde dit.7 Ook Cuveliers jaarboeken vielen in het water. Pas in
1919 verscheen als tweede deel Les Archives de l'Etat en Belgique pendant la guerre
1914-1918)Van het vooroorlogse optimisme was toen geen sprake meer. "En par-
courant ce livre, le lecteur aura de la peine a réprimer un sentiment de tristesse,"
luidde de openingszin.8 Vervolgens duurde het tot 1931 alvorens Les Archives de
l'Etat en Belgique de 1919 d 1930 verscheen.9 Cuvelier had naar eigen zeggen gewacht
met een nieuw jaarboek tot hij kon verkondigen dat de Rijksarchieven hun vooroor
logse peil weer hadden bereikt.10 Met de buitenlandse samenwerking was het zelfs
nog erger gesteld. Pas in 1950 organiseerde de Internationale Archiefraad een nieuw
internationaal congres, in Parijs.
Les Archives de l'Etat en Belgique pendant la guerre maakte de schade bekend die de
Rijksarchieven hadden opgelopen. In de Annates de la Sociétéd'Emulation gebeurde
hetzelfde voor archieven uit Noord-Frankrijk en West-Vlaanderen.11 Na de Tweede
Wereldoorlog was dezelfde reflex merkbaar. In België verzorgde algemeen rijksarchi
varis Camille Tihon een overzicht van de toestand van zijn instelling en van enkele
archieven in Wallonië.12 In het Nederlands Archievenblad verscheen een uitgebreide
balans van de voorbije oorlog in Nederland.13 De lotgevallen van afzonderlijke
instellingen werden toen ook opgetekend.14 Voor een bibliografie over de
Nederlandse en Belgische archieven tijdens de Wereldoorlogen ontbreekt hier
echter de plaats.
Na deze initiële publicaties, waarin vooral de verliezen werden opgemeten, duurde
het tot de jaren 1990 alvorens in Nederland en België de invloed van de Wereld-
oorlogen op het archiefwezen nader werd bestudeerd.15 Naar aanleiding van de
vijftigste verjaardag van de bevrijding van Nederland verschenen in het Nederlands
Archievenblad artikelen over de Rijksarchieven en het Koninklijk Huisarchief tijdens
de oorlog, met oog voor de materiële bedreiging en de politieke invloeden die uit
geoefend werden op die archieven.16 De Belgische situatie komt aan bod in De Duitse
Archivschutz in België tijdens de Tweede Wereldoorlog.17 In 2002 verscheen een
themanummer van Archief- en Bibliotheekwezen in België over de vernietiging van
archief. Hierin werd onder meer de geschiedenis van het stadsarchief van leper en
van de tijdens de Tweede Wereldoorlog vernielde archieven van Oostende en
Doornik behandeld.18 Vooral de Tweede Wereldoorlog lijkt dus de aandacht te
krijgen, waarbij het bijzondere en excessieve van die periode wordt benadrukt. Dit
lijkt een hedendaagse variant op de oude voorstellingen van de Duitse soldaat als
kunstdief of vandaal, een beeld dat sterk leefde in België tijdens het Interbellum.19
De geschiedenis van het eigenlijke archiefwezen blijft hierdoor wel onderbelicht.
Binnen de geschiedschrijving over de Tweede Wereldoorlog biedt het onderzoek van
Marnix Beyen een opmerkelijke aanpak. Beyen onderzoekt hoe de Nederlandse en
Belgische overheden omgingen met het verleden tussen 1938 en 1947. Hij had
bewust ook oog voor de periode vóór en na de oorlog, onder meer daar hij vaststelde
dat, wat de archiefwereld betrof, fundamentele vragen met betrekking tot selectie en
ontsluiting ook tijdens de oorlog van belang bleven. De antwoorden op die vragen
ondervonden daarentegen wel invloed van de bezettingsomstandigheden.20 Het
metier van de archivaris - i.e. rijksarchivarissen - komt in het werk van Beyen dus
aan bod. Op een gelijkaardige manier wil deze bijdrage tonen hoe Victor Vander
Haeghen en Victor Fris in het Gentse stadsarchief de Eerste Wereldoorlog meemaak
ten. In de literatuur over de geschiedenis van het archief valt daar nauwelijks iets
over te lezen.21 Het stadsarchief toonde wel belangstelling voor de bronnen die het
over de twee wereldoorlogen bewaart, maar nauwelijks voor haar eigen belevenissen
in die periode.22 Nochtans vormt de Eerste Wereldoorlog een kantelmoment voor
het Gentse stadsarchief.
75
HOOFDSTUK 5
6 Joseph Cuvelier (red.), Les Archives de l'Etat en Belgique (Ronse 1914), vi-vii.
7 Jan van den Broek, 'From Brussels to Beijing', in: P.J. Horsman, F.C.J. Ketelaar en T.H.P.M. Thomassen (red.),
Naar een nieuw paradigma in de archivistiek (Den Haag 1999), 151-183, aldaar 153-155.
8 "Het zal de lezer zwaar vallen een gevoel van droefheid te bedwingen bij het doorlopen van dit boek."
(Cuvelier (red.), Les Archives de l'Etat en Belgique pendant la guerre (1914-1918) (Ronse [1919]), iii.).
9 Jozef Cuvelier (red.), Het Belgische Staatsarchief van 1919 tot 1930 (Gent [1931]), ix.
10 Joseph Cuvelier, 'Les archives en Belgique pendant la guerre'in: Revue Beige de Philologie et d'Histoire 7
(1928), 1013-1026, aldaar 1013.
11 'Les archives et la guerre', in: Annales de la Sociétéd'Emulation de Bruges 65 (1915-1922), 170-179.
12 Camille Tihon, 'Les archives de l'Etat en Belgique pendant la guerre', in: Archives, Bibliothèques etMusées de
Belgique 17 (1940-1946), 3-13; Camille Tihon, 'Les archives de la Wallonië et la guerre', in: La Vie Wallonne
21 (1947), 35-43.
13 W.S. Unger, 'De Nederlandse archieven en de oorlog', in: Nederlands Archievenblad 53 (1948-1949), 101-134.
14 A.P. van Schilfgaarde, 'Archiefzorgen in een doode stad', in: Nederlandsch Archievenblad 50 (1945-1946),
78-88; E.J. Werkman, 'Een archief in de frontlijn', in: Nederlandsch Archievenblad 50 (1945-1946), 124-135.
15 Hierop zijn wel uitzonderingen, zoals L.J. Ruys, 'Het "Sonderkommando van Künsberg" en de lotgevallen van
het archief van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Nederland van 1940-1945', in: Nederlands
Archievenblad 65 (1961), 135-153.
74
TIMO VAN HAVERE "jE SUIS SOUVENT TOUT SEUL AUX ARCHIVES"
16 T. Nierop, 'De Rijksarchieven in de Tweede Wereldoorlog: twee soorten bedreiging', in: Nederlands
Archievenblad 99 (1995), 59-78 en Roger-Alexander Lamberigts, 'Het "Deutsches Archivamt in den
Niederlanden" en het Koninklijk Huisarchief', in: Nederlands Archievenblad 99 (1995), 79-89. Zie ook:
René Pottkamp, 'Ruil en roof. Duitse claims op Nederlandse archieven tijdens de Tweede Wereldoorlog', in:
Archievenblad 111 (2007), 24-25.
17 Els Herrebout, De Duitse Archivschutz in België tijdens de Tweede Wereldoorlog. Miscellanea archivistica.
Studia 67 (Brussel 1997).
18 Thierry Delplancq (red.), Destruction des archives. Archief- en Bibliotheekwezen in België 73 (2002).
19 De Duitsers zagen daarentegen hun militairen net als beschermers van kunst (Christina Kott, Préserver l'art
de l'ennemi? Le patrimoine artistique en Belgique et en France occupées, 1914-1918. Collection Comparatisme et
Société n° 4 (Brussel 2006), 19-28.) Ook in de archiefwereld leefden deze twee beelden, zoals blijkt uit de
polemiek die Cuvelier en de Duitse archivaris Pius Dirr in 1928 voerden. (Cuvelier, 'Les archives en Belgique
pendant la guerre', 1013-1026).
20 Marnix Beyen, Oorlog en verleden. Nationale geschiedenis in België en Nederland, 1938-1947 (Amsterdam
2002), 295.
21 Johan Decavele en Johan Vannieuwenhuyse, Archiefgids. Deel I. Oud archief (Gent 1983), 22; René De Herdt
en Johan Vannieuwenhuyse, Historie op perkament. Op zoek naar het verleden in het Gentse Stadsarchief
(Gent 1988), 11 en 34.
22 Leen Charles, 'Overheidsbronnen voor de studie van de twee wereldoorlogen', in: Leen Charles (red.),
Buskruit en Sauerkraut. Oorlogsbronnen in De Zwarte Doos (20ste eeuw) (Gent 2007), 167-193, aldaar 180.