nts strijd om de geschiedenis De Grote Oorlog in België: vernietiging van archieven en strijd om de geschiedenis jcsc^ic^cnis -fl* |,C ^^eschicdênis Toen de Duitse troepen in de vroege ochtend van 4 augustus 1914 de Belgische grens overstaken nabij Luik was er geen ontkomen meer aan: België werd betrokken in een conflict dat zou uitmonden in een totale oorlog, een tot dan toe onbekend feno meen. Deze bijdrage zal focussen op de lotgevallen van archieven en documentair materiaal tijdens, maar vooral na de oorlog. Uiteraard verdwijnen alle bezorgdheden over archieven en andere documenten in het niets bij het menselijk leed dat het conflict teweegbracht. Niettemin biedt de Eerste Wereldoorlog - en dan vooral de nasleep ervan - een goed inzicht in hoe (contemporaine) archieven op dat ogenblik bekeken werden. Tegen de Duitse opmars bleek maar weinig kruid gewassen te zijn en het Belgische leger bevond zich in de eerste maanden van de oorlog dan ook in een continue terugtrekkingsbeweging. Eerst werd heil gezocht in het nationale toevluchtsoord Antwerpen, dat met zijn fortengordel zodanig gebouwd was dat het een snelle opmars zou kunnen breken. Dit bleek vrij snel een fata morgana te zijn. De Duitse opmars en verhalen over wreedheden die onderweg door Duitse troepen werden begaan zetten vele duizenden burgers ertoe aan om op de vlucht te slaan voor het aanstormende oorlogsgeweld.1 Ook de regering-de Broqueville zag nog weinig heil in een verlengd verblijf in België en nam het zekere voor het onzekere door zich in het Franse Sainte-Adresse nabij Le Elavre te vestigen. De loopgravenoorlog waarmee de Eerste Wereldoorlog steevast wordt geassocieerd krij gt in wezen slechts vorm na de Duitse nederlaag bij de Slag om de Marne in september 1914. De onderwaterzetting van de IJzervlakte eind oktober 1914 luidde ook voor het resterende stukje onbezet België het begin in van een slopende stellingenoorlog die de streek van de Westhoek vier j aar zou teisteren. Archieven en documentatie tijdens de oorlogsjaren Jozef Gesquière was bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog pastoor in de West-Vlaamse gemeente Veurne. Hij was een bevoorrecht getuige van de vluchtelin genstromen die zich een weg baanden doorheen België op weg naar het noorden van Frankrijk en Groot-Brittannië. Op 10 oktober 1914 noteerde Gesquière een eerder ongewone observatie in zijn dagboek: "60 wagens geladen met archief en depot en begeleid door 250 gendarmen trekken door de stad op weg naar Frankrijk."2 mie •njrlflc ÖbtÖlt CHRISTOPHE MARTENS 1 Michael Amara, 'L'exode de 14. La fuite des populations civiles face au tourbillon de l'invasion', in: Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis 15 (2005), 48. 2 Jozef Gesquiere, Veurne tijdens de Wereldoorlog 1914-1918: dagboek (Brugge 1979), 10 oktober 1914. 61

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2014 | | pagina 32