vermoorden. Volgens cijfers van de Verenigde Naties kwamen er in drie maanden tijd meer dan 800.000 Rwandezen om, hoofdzakelijk Tutsi's, maar ook enkele poli tiek gematigde Hutu's.58 In het overwegend agrarische Rwanda kwamen de daders en slachtoffers veelal uit dezelfde dorpen en hadden hun families soms decennia lang met elkaar samengeleefd. De Hutu-moordeskaders trokken in het ritme van de seizoensarbeid erop uit om handmatig en systematisch - vaak met machetes (kapmessen die worden gebruikt bij het oogsten) - Tutsi's om het leven te brengen.59 De eruptie van gewelddadigheden in 1994 kent een lange voorgeschiedenis. Nog voordat Rwanda aan het einde van de negentiende eeuw door de Duitsers als kolonie werd ingelijfd, bestond er al een tweedeling tussen de Tutsi's, oorspronkelijk een veehoedersvolk, en de Hutu's, van origine landbouwers die herendiensten uitvoer den en in die hoedanigheid ondergeschikt waren aan de Tutsi-elite. De Westerse kolonisatoren bouwden hun bestuursapparaat rondom de bestaande sociaalecono- mische machtsstructuren, wat de Tutsi's tot handlangers van de koloniale bezetters maakten. In de decennia die aan de genocide voorafgingen, kwam het al regelmatig tot bloedige confrontaties tussen de Tutsi's en Hutu's, niet alleen in Rwanda maar ook onder meer in de buurlanden Burundi en de Democratische Republiek Congo. Na de genocide, die tot juli 1994 voortduurde, keerden grote aantallen vluchtelingen terug vanuit de buurlanden, in het bijzonder Oeganda en de Democratische Republiek Congo. Later, in 1996, viel het Rwandese leger Congo binnen om te vechten tegen de voormalige génocidaires die zich in de vluchtelingenkampen ophiel den. Tegelijkertijd predikte het nieuwe Tutsi-regime van de Republiek van Rwanda - vanaf 2000 onder leiding van president Paul Kagame - een politiek van verzoening, eenheid, stabiliteit en veiligheid.60 Deze politieke spagaat bezorgde Kagame lof- temeer omdat Rwanda economisch al spoedig het tij mee had - maar ook ferme kritiek van onder meer de VN op de steun aan de Tutsi-rebellentroepen en de aanwezigheid van het Rwandese leger in Oost-Congo. De postgenocidale berechting van génocidaires vond aanvankelijk plaats buiten Rwanda. Na een besluit tot oprichting van de VN-Veiligheidsraad op 8 november 1994 werd het jaar daarop in Arusha (Tanzania) het UN International Criminal Tribunal for Rwanda (UNICTR) inwerking gesteld.61 Vanaf 1996 werden - met hulp van de VN, enkele buitenlandse regeringen en NGO's - nationale rechtbanken in Rwanda ingesteld, die zich bezighielden met de berechting van vermeende daders.62 Uit onvrede met de trage afhandeling door deze nationale rechtbanken en het UNICTR - in totaal zouden er door het UNICTR slechts 83 vermeende daders worden berecht - en ook vanwege de groeiende probleem van de overvolle gevange nissen, nam de regering van Kagame rond de eeuwwisseling nadrukkelijk het heft in eigen handen. In 2001 werden in het hele land zogenaamde Gacaca-rechtbanken opgericht. Gacaca betekent letterlijk 'kort of zacht gras', refererend aan de openbare gemeenschapsgronden in dorpen en steden, die al in pre-koloniale tijden fungeerden als verzamelplek voor openbare bijeenkomsten. De lokale, openbare zittingen, waar daders publiekelijk verantwoording afleggen voor hun acties binnen de eigen gemeenschap, maakten het niet alleen mogelijk om binnen korte tijd veel zaken af te handelen, maar speelden ook een belangrijke rol bij de verwerking van de gebeurte nissen binnen de verschillende lokale gemeenschappen.63 Er bestonden uiteindelijk ongeveer 12.000 Gacaca-rechtbanken, die gezamenlijk volgens de gegevens van de Rwandese regering circa twee miljoen zaken afhandelden.64 Op 18 juni 2012 werden de Gacaca-rechtbanken officieel gesloten. Uiteindelijk leidde dit volgens officiële cijfers in 1.681.648 zaken tot een veroordeling.65 Naast belangstelling en een zeker ontzag voor deze unieke vorm van Transitional Justice was er vanuit de internationale gemeenschap ook kritiek. Volgens verschil lende mensenrechtenorganisaties waaronder Human Rights Watch voldeden de Gacaca-rechtbanken niet aan normen voor een onafhankelijke rechtspleging.66 Zo zou het de circa 160.000 rechters, gekozen uit de gemeenschappen, hebben ontbro ken aan de benodigde juridische kennis en kunde. Verdachten die voor de Gacaca- rechtbanken verschenen, konden niet beschikken over eigen advocaten. Ook was er kritiek op het gegeven dat enkele leden van de regerende RPF (Rwandese Patriottische Front) nooit voor de Gacaca-rechtbanken zijn gedaagd.67 Onderzoeker Phil Clark nuanceert de kritiek op de Gacaca-rechtspleging en is gematigd positief in zijn eindoordeel: 'Gacaca's success in facilitating pragmatic and profound outcomes in many communities must be lauded, but we must also recognise its major limita tions and the problems it has produced.'68 De wijze waarop het huidige Tutsi-regime van Kagame omgaat met de herinnering van de genocide is van verschillende zijde bekritiseerd. Er is commentaar op de wijze waarop het bloedbad dat de Tutsi's aanrichtten onder de Hutu-bevolking in Burundi (1972) door de autoriteiten niet wordt erkend als genocidaal.69 De Franse politico loog René Lemarchand wijst op de systematische moordpartijen van het RPF en spreekt van een 'state-sponsored effort to legitimize a Manichean view of history', waarbij deTutsi's het goede vertegenwoordigen en de Hutu's het kwade.70 Onderzoeker Olivier Nyirubugara spreekt - in navolging van psycholoog Ernest Schachtel - van 'imposed amnesia'Een deel van de Rwandese bevolking wordt volgens hem door de politieke autoriteiten gedwongen om te vergeten of gebeurtenis sen anders te herinneren dan datze daadwerkelijk plaatsvonden.71 Anno 2014 telt Rwanda ongeveer 11 miljoen inwoners, waarvan 84% behoort tot de Hutu- gemeenschap, een potentiële tijdbom onder het huidige verzoeningsproces.72 Welke implicaties heeft de turbulente recente geschiedenis van Rwanda gehad voor de archiefsector in het land? Groot verschil met de westerse cultuur is dat Rwanda een rijke orale herinneringstraditie kent. Geschiedenis en cultuur zijn - inclusief HOOFDSTUK 2 58 http://www.un.org/Docs/journal/asp/ws.asp?m=S/1999/1257. 59 Hatzfeld, A time for Machetes. The Rwandan genocide: the killers speak (Londen 2008). 60 Hatzfeld, Machetes, 297. 61 http://www.unictr.org/tabid/101/default.aspx. 62 Phil Clark, The Gacaca courts, post-genocide justice and reconciliation in Rwanda. Justice without lawyers (New York 2010), 21. 63 http://niodbibliotheek.blogspot.nl/2012/07/op-bezoek-in-rwanda-7.html. 64 Summary of the report presented at the closing of Gacaca Courts Activities (Kigali, juni 2012), 33, 34. 65 Ibidem. 40 EDWIN KLIJN ARCHIEVEN EN DE 'HISTORISCHE' WAARHEID 66 Justice compromised. The Legacy of Rwanda's Community-Based Gacaca Courts (New York 2011), http://www.hrw.org/reports/2011/05/31/justice-compromised-0. 67 BBC News, (18 juni 2012), http://www.bbc.co.uk/news/world-africa-18490348. 68 Clark, Gacaca courts, 347-352. 69 BBC News, (13 augustus 2012), http://www.bbc.co.uk/news/world-africa-19182107 en R. Lemarchand, The politics of memory in the Great Lakes Region. NIOD Jaarlezing 2013 (Amsterdam 2013), 3. 70 R. Lemarchand, The politics of memory, 5. 71 O. Nyirubugara, Complexities and dangers of remembering and forgetting in Rwanda (Leiden 2013), 48-49. 72 CIA Work Factbook, Rwanda, https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/geos/rw.html. Dit is een schatting, omdat er door de autoriteiten geen officiële cijfers worden verstrekt over de etnische samenstelling van de bevolking. 41

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2014 | | pagina 22