Normen, criteria Reikwijdte/scope Inspectieproces Conclusie METHODEN EN TECHNIEKEN De normen die bij een archiefinspectie gehanteerd worden, liggen in principe vast: het gaat tenslotte om toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Archiefwet. Toch loont het omverder te kijken dan dat. De resultaatgebieden van het INK-model bieden aanknopingspunten voor een bredere, op kwaliteit gerichte normering, die bovendien in samenspraak met de geïnspecteerde organisatie op maat aan te vullen is. In figuur 2 is weergegeven hoe de archiefinspecties van het gemeentearchief Rotterdam en Het Utrechts Archief een eigen invulling geven aan de resulaatgebieden van het INK-model. Resultaatgebieden Strategie en beleid: informa tiebeleidsplan Middelen: geld, ICT Mensen: beheerders en gebruikers Organisatiegebieden Doelmatigheid van het beheer Meerwaarde voor organisatie en werk processen Leren en verbeteren Processen: Inrichting informatie- beheer- processen in samenhang met inrichting primaire processen Rechtmatig heid van het beheer Leiderschap: Visie op, bewustzijn van belang informatie- en archief beheer bij het top management Figuur 2: Een mogelijke toepassing van het INK-managementmodel ten behoeve van archiefinspectie In het model in figuur 2 is de wettelijke taak van de archiefinspectie ondergebracht in het resultaatgebied 'Rechtmatigheid van het beheer'. Daaraan zijn twee resultaat gebieden gekoppeld: 'Meerwaarde voor de werkprocessen/de organisatie' en 'Doelmatigheid van het beheer'. De eerstgenoemde kan bijvoorbeeld in overleg met de proceseigenaar (directeur van een dienst, gemeentesecretaris, ketenregisseur) worden ingevuld, afhankelijk van de organisatie of het werkproces dat geïnspecteerd wordt. Dit bevordert de betrokkenheid van de geïnspecteerde organisatie en maakt de aanbevelingen relevanter en bruikbaarder. Bij het criterium 'Meerwaarde' kan bijvoorbeeld specifiek worden gelet op de vraag of de inrichting van de informatie huishouding aansluit op de behoeften van het onderzochte werkproces. Het criteri um 'Doelmatig beheer' richt zich met name op de vraag of er onnodige hoeveelheden menskracht en middelen voor het archiefbeheer worden ingezet: bijvoorbeeld in geval van dubbele opslag en beheer van al dan niet digitale informatie. 184 JEROEN VAN OSS GEMEENTELIJKE ARCHIEFINSPECTIE: PLEIDOOI VOOR EEN NIEUWE AANPAK De meest voorkomen de inspectievormis de organisatiegewijze aanpak: doorlichting van een gemeente, een dienst, een deelgemeente, een gemeenschappelijke regeling. Dit werkt meestal goed, omdat gemeentelijke organisaties hun informatievoorzie ning ook zo georganiseerd hebben. Toch zijn er ontwikkelingen die er toe leiden dat gemeenten of diensten ten aanzien van bepaalde processen niet meer aanspreekbaar zijn op (delen van) de informatievoorziening. Dit is bijvoorbeeld het geval bij keten systemen als het landelijke Overheids Loket Online (OLO) dat de verlening van de omgevingsvergunningen door gemeenten ondersteunt. Ook binnen een grotere gemeente zijn doorgaans meer diensten betrokken bij de uitvoering van één proces. Denk bijvoorbeeld aan stadsontwikkelingsprojecten. Kleinere gemeenten besteden vaak taken uit aan buurgemeenten of intergemeentelijke uitvoeringsorganisaties. In dit soort gevallen is het noodzakelijk om de scope van een inspectie te veranderen van organisatie(onderdeel) naar (keten)proces. Tevens kan het voorkomen dat een aspect van het archiveringssysteem, bijvoorbeeld gedragsaspecten (leiderschap, mensen) of functionaliteit van informatiebeherende applicaties (middelen) aan dacht verdient en daarmee de afbakening van een inspectie bepaalt. Een wezenlijk onderdeel van het INK-model is de cyclus van verbeteren en vernieu wen, Deming circle geheten. Deze bestaat uit de opeenvolgende acties Plan, Do, Check, Act. Bestaande inspectieprocedures kennen vaak al een cyclus van inspectie - verbeterplan - follow-up. Fraaier nog is het wanneer inspectie en opdrachtgever (het College van B&W) afspreken de inspectiecyclus te verweven in een bestaande planning- en controlcyclus, bijvoorbeeld in het kader van een managementcontract. In het bovenstaande heb ik getracht te laten zien hoe je met behulp van het INK- model een inspectiemethode, inspectieplan of -campagne kunt ontwerpen door te spelen met de dynamiek en verbanden tussen de organisatie- en resultaatgebieden. Dit helpt om bewuste keuzes te maken, strategisch te denken en tegelijkertijd de communicatie met de opdrachtgever en de geïnspecteerde organisatie te vergemak kelijken. De conclusie van dit alles is mijns inziens, dat er behoefte aan een metho disch kader voor archiefinspectie is, gebaseerd op inzichten van operational auditing, waarbinnen lokaal maatwerk mogelijk is. Zo'n kader kan tevens dienen als middel voor uitwisseling van strategieën, methoden en instrumenten om zo steeds effectie ver en professioneler te kunnen werken. In het artikel 'Professionaliseren archief inspectie: beter goed gejat dan slecht bedacht' aan het einde van deze bundel is te lezen dat deze uitdaging is opgepakt door de Werkgroep Kwaliteitsmodel Archiefinspectie van de sectie Inspectie van BRAIN. 185

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2013 | | pagina 94