5. Is een interne nalevingstoezicht- of auditfunctie ten aanzien van het beheer van overgebrachte archiefbescheiden, met name de digitale maar ook de papieren, niet even wenselijk als ten aanzien van niet overgebrachte In de huidige situatie hoeft de slager (de archivaris), die andermans vlees keurt, zijn eigen vlees niet te keuren. Is zo'n slager als keurmeester geloofwaardig? Wat is erger: een slager die - ook - zijn eigen vlees keurt of een slager die zijn eigen vlees niet keurt? In het kwaliteitsdenken (vraag 3) is een interne auditfunctie een onderdeel van een kwaliteitssysteem, dat ook een archiefdienst dient te hebben. is, onder de bevelen van burgemeester en wethouders 6. Is de benaming van de archivaris als toezichthouder in de context van de horizontale verantwoording aan de Raad adequaatHij wordt immers geacht niet onafhankelijk van de onder toezicht gestelde (het College) te opereren? In hetgovernance-denken is een intern toezichthouder veelal een functionaris die niet onder de bevelen van een dagelijks bestuur (college) werkt, maar van een algemeen bestuur (Raad of Rekenkamer). In deze zin is een archivaris geen toezichthouder. 7. Hoever kan en moet een archivaris gaan met verticaal (aan de provincie) verstrekken van informatie? In de oude situatie diende gemeente op grond van de wettelijke provinciale toezicht- taak vrijwel ongelimiteerd informatie aan de provinciaal inspecteur te verstrekken. Met de nieuwe provinciale taakstelling (systeemtoezicht op compliance aan Archiefwet) is de informatie gelimiteerd. Een profiel van de provinciale informatie behoefte is in concreto vastgelegd in de lijst van zogenaamde Key Performance Indicators van de VNG en dan met name de (17) onderdelen waaraan taakverwaar- lozingscriteria zijn gekoppeld. Afzonderlijke provincies kunnen de informatiebe hoefte bij de toezichttaken vastleggen in een informatieverordening. met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet 8. Wat behelst naleving van de wet in de digitale situatie? De naleving van de wet wordt digitaal niet meer primair geborgd middels een gedegen beheerinrichting aan het einde van het primaire proces (DMS/RMA), maar eerst en vooral vooraf in de bedrijfsarchitectuur (proces-, informatie- en ICT- middelen-architectuur)De kwaliteit en archiefwettelij ke rechtmatigheid van de informatiefeiten die in het DMS/RMA belanden is volledig afhankelijk van de primaire procesinrichting: die levert de oorspronkelijke orde van de digitale neerslag. Toezicht op de naleving verondersteld normering van de architectuur - de structuur van de oorspronkelijke orde, van verantwoordingsinformatie (archief). 9. Is beperking van een nalevingstoezicht- of auditfunctie ten aanzien van vastleg ging van informatie tot strikt de Archiefwet nog houdbaar en functioneel, en zo nee, hoe kan de functie dan in wet- en regelgeving worden vormgegeven? In veel recent vastgestelde uitvoeringsregelingen bij wetten worden eisen aan vast legging (archivering) van informatie gesteld (bijvoorbeeld in de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht). Het lijkt zinnig om de nalevingstoezicht- of auditfunc tie ten aanzien daarvan te integreren. 10. Wat is in het nieuwe functielandschap rondom de digitale informatiehuis houding domein en functie van de archiefinspectie en hoe verhouden die zich tot de andere domeinen en functies en de wetten die daar gelden? Bij de nieuw ontstane domeinen en functies is te denken aan een CIO (informatie manager), een privacy functionaris en een controller kwaliteit, IT- (of EDP-) auditor. belast de gemeentearchivaris. HET BESTEL 156 ARNOUD GLAUDEMANS VAN STOFJAS NAAR KWALITEITSJAS 157

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2013 | | pagina 80