In het handvest worden vijf velden onderscheiden: kwaliteit, klanten opdracht
gevers, responsief handelen participatie, samenleving, transparantie. Van deze
velden zijn vier thema's uitgewerkt: kwaliteit, prijs-prestatie, responsief handelen
participatie, transparantie.8
De Rijksbrede Benchmark Groep
De Rijksbrede Benchmark Groep is in 2002 opgericht op initiatief van een aantal
directeuren van zelfstandige bestuursorganen en agentschappen (baten-lastendien-
sten)Zij hebben in dat jaar een eerste onderzoek laten uitvoeren. De vergelijking
van de uitkomsten en bedrijfsresultaten heeft geleid tot het uitwisselen van kennis,
in de vorm van good practices. Bekende organisaties van het eerste uur zijn o.a. de
RDW, IB-Groep, CFI, het COA en het Kadaster. Na 5 jaar hebben zich 27 uitvoerings
organisaties vrijwillig aangesloten bij de RBB-Groep.9
De Rijksbrede Benchmarkgroep (RBBGroep) is een platform van en voor dienst
verlenende uitvoeringsorganisaties, bedoeld om door middel van kwalitatief en
kwantitatief onderzoek van elkaar te leren en daardoor de organisatie en dienstver
lening te verbeteren. De RBB-Groep gebruikt benchmarking als instrument daarbij.
Het leren, niet het afrekenen bindt de leden van de RBB-Groep. Vertrouwelijkheid
staat daarbij voorop, omdat een veilige omgeving wordt beschouwd als de basis voor
leren en transparantie naar elkaar.
Organisatorische aspecten van de RBBbenchmarkprocedure
De RB B-groep is autonoom. Het is een eigen initiatief en hoeft geen verant
woording af te leggen aan een opdrachtgever. Dat is een sterk punt in vergelijking
met andere benchmarkorganisaties.
Een secretaris en een coördinator vormen samen de programmaleiding. Zij zijn
verantwoordelijk voor de uitvoering van de benchmarkonderzoeken en de ver
zameling van prestatie-indicatoren en kengetallen. Verder organiseren zij samen
met enkele specialisten de jaarlijkse 'Dag van de Uitvoering' voor managers en
medewerkers van alle aangesloten RB B-organisaties. Verder coördineert de
programmaleiding themawerkgroepen, netwerkvragen en leerbijeenkomsten.
Hiermee wordt het proces van benchmarken bewaakt en geïnstitutionaliseerd.
De programmaleiding legt verantwoording af aan het Dagelijks Bestuur,
bestaande uit vijf directeuren van de RB B-partners.
De Raad van Participanten, bestaande uit eindverantwoordelijke bestuurders
van de deelnemende organisatie, komt twee keer per jaar bijeen en oordeelt over
de voortgang van de benchmarkmethode. De Raad van Participanten is het
besluitvormend orgaan van de RBB-Groep.
Per RBB-organisatie is een contactpersoon aangewezen die als eerste aanspreek
punt dient voor de programmaleiding. Het contactpersonennetwerk is cruciaal
voor de uitwisseling van kennis en good practices.
110
Voor elke benchmarkronde worden meerdere onderzoeksteams met onderzoe
kers van andere uitvoerende organisaties samengesteld. Een onderzoeksteam
wordt geleid door een trekker en een redacteur is verantwoordelijk voor de
eindrapportage.
Onderzoekers zijn medewerkers en managers van verschillende afdelingen van
de deelnemende RBBorganisaties. Onderzoekers gaan bij andere RBB-
organisaties onderzoek verrichten. Doorgaans 25 dagen in de periode van
januari tot juli.
Ontwikkelingen rond de benchmarkprocedure
Vanaf het begin (2002) zijn de benchmarkonderzoeken uitgevoerd met een op het
INK-model gebaseerde methodiek. Het blijkt dat de onderzoekteams veel tijd kwijt
zijn aan de verwerking van de vragenlijsten en het scoren op performance. Er wordt
daarom gewerkt aan het terugbrengen van 123 indicatoren (prestatie-indicatoren)
naar 20 basisindicatoren voor alle RB B-organisaties en 18 clusterindicatoren
geschikt voor specifieke clusters van RBB-organisaties. Daarnaast wordt verbetering
van betrouwbaarheid en geldigheid verkregen door verrichten van diepte-interviews.
In ronde VI is in een pilot, in plaats van de eerder genoemde methode gebaseerd op
het INK-model, gebruik gemaakt van het Business Maturity Model (BMM) van
Deloitte als basis voor de verkrijging van de basisgegevens.10 Het BMM-model is
een specifiek door Deloitte ontwikkeld integraal bedrijfsvoeringmodel.11 Met het
BMM verricht de deelnemende organisatie eerst een zelfstudie (zelfonderzoek)
Dit betreft een quick scan om richting aan hetbenchmarkonderzoek te geven.
Sleutelpersonen uit een participerende organisatie vullen online een vragenlijst in,
vervolgens worden de resultaten door Deloitte geanalyseerd en in diagrammen
gepresenteerd. De onderzoekteams beoordelen vervolgens de uitkomsten in het licht
van de ambities en strategische leervragen van de organisatie en maken een onder
zoeksopzet die met de organisatie wordt besproken. Daarna worden diepte-inter
views gehouden en worden de conclusies en aanbevelingen gerapporteerd in
gesprekken met de organisatie.12
Inmiddels is de hierboven genoemde pilot door het Dagelijks Bestuur en de Raad van
Participanten geëvalueerd. Uit de evaluatie kwam naar voren dat commitment van
de organisatie erg belangrijk is. Besloten is voortaan de BMM-methodiek als basis
voor de benchmarkonderzoeken te hanteren in plaats van de INK-methode.
Inmiddels zijn in ronde VII de aanbevelingen uit de pilot opgevolgd.13 De ontwikke
lingen in de benchmarkonderzoeken bij de deelnemende RBB-organisaties laten zien
dat de benchmarkmethode in hoge mate is gericht op het van elkaar leren en elkaar
informeren.
111
HET BESTEL
8 Handvestgroep Publiek Verantwoorden, Handvest Publieke Verantwoording: een tastbaar arrangement,
Apeldoorn, 2005. Zie: www.publiekverantwoorden.nl.
9 Per 1 januari 2008 waren 27 organisaties lid, te weten Belastingdienst, CBR (Centraal Bureau
Rijvaardigheidsbewijzen), CFI (Centrale Financiële Instellingen), CJIB (Centraal Justitieel Incasso Bureau),
CIBG (Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg), COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers),
CWI (Centrum voor Werk en Inkomen), DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen), DLG (Dienst Landelijk
Gebied), DR (Dienst Regelingen), IB-Groep (Informatie Beheer Groep), Kadaster, Kamer van Koophandel
JAN HAKVOORT EN HENK KLAASSEN VERANTWOORD VERANTWOORDEN
Midden Nederland, LBIO (Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen), NUFFIC (internationale
samenwerking in het hoger onderwijs), Octrooicentrum Nederland, ProRail, Raad voor Rechtsbijstand,
RDW, RGD (Rijksgebouwendienst), RWS (Rijkswaterstaat), Senter Novem, Sociale Zaken en Werkgelegen
heid Gemeente Rotterdam, Staatsbosbeheer, SVB (Sociale Verzekeringsbank), Tweede Kamer der Staten
Generaal (ambtelijke organisatie), UWV (Uitvoering Werknemersverzekeringen).
10 Omdat aan de validiteit en betrouwbaarheid van de tot dan toe gehanteerde methode werd getwijfeld.
11 RBB-groep, Lessons Learned, RBB-VI, Samenwerkingsverband Rijksbrede Benchmark, 2007.
12 RBBmagazine, 2008, p. 8.
13 Idem.