en zelfs naar vochtige fietskelders. Historisch besef is, zoals reeds gezegd, de meeste
psychologen vreemd: wat niet meer bruikbaar is, wordt uiteindelij k weggegooid -
zeker (ruwe) onderzoeksdata, die alleen maar in de weg staan (op de harde schrijf
van de computer of als papier in dozen)21
Tot slot: voer voor de Archiefinspectie
De Archiefwet 1995 is een aan het eind van de vorige eeuw opgelegde regel, die door
onbekendheid - of misschien zelfs wel onverschilligheid - onder universiteitsbe
stuurders waarschijnlijk niet of nauwelijks nageleefd wordt.22 Wanneer de a- en
soms zelfs anti-historische attitude van psychologen hierbij opgeteld wordt, is het
niet verwonderlijk dat deze wetenschappers archiefbescheiden weggooien, waar
volgens de Archiefwet 1995 en de gedragsregels van behoorlijk academische onder
zoek een bewaarplicht en -termijn aan verbonden is. Het doel van de Archiefwet
19 9 5 is overigens simpel en vanzelfsprekend: in de wetenschap is het van belang te
onderzoeken hoe in het (recente) verleden ontdekkingen en inzichten tot stand zijn
gekomen, wie er met elkaar discussieerden, welke personen en instellingen over
heidsgeld ontvingen en hoe deze financiële middelen gebruikt zijn.
Archieven Nederlandse universitaire psychologie:
voer voor de Archiefinspectie
Geconcludeerd kan worden dat universiteitsbestuurders - en ook psychologen -
in de psychological society onzorgvuldig omgaan met het (recente) verleden van de
(academische) psychologie. In het kielzog van de zaak van de frauderende Tilburgse
hoogleraar sociale psychologie onderzocht de Koninklijke Nederlandse Academie
van Wetenschappen (KNAW) daarom hoe onderzoekers uit verschillende
disciplines omgaan met onderzoeksgegevens, en wat daaraan eventueel verbeterd
kan worden".23 Echter, de in september 2012 gepresenteerde KNAW-adviezen
kunnen, zeker in het licht van de Archiefwet 1995, op z'n minst opmerkelijk worden
genoemd. Er wordt namelij k met geen woord gerept over archivering in univer
siteitsarchieven (of eventueel andere, door universiteit- of faculteitsbesturen aan
gewezen of beheerde archieven).
Individuele onderzoekers, vakgroepen en netwerken van onderzoekers zijn zelf
verantwoordelijk voor het beheer en de toegankelijkheid van onderzoeksgegevens
(en andere bronnen) ,24 Het KNAW verwijst naar de bestaande regelgeving, vast
gelegd in de Nederlandse code Wetenschapsbeoefening, opgesteld door de Vereniging
van Universiteiten (VSNU), die wat betreft (1) controleerbaarheid en (2) regelge
ving over archivering respectievelijk glashelder en tegelijkertijd uiterst summier is:
(ad 1) "De kwaliteit van dataverzameling, data-invoer, dataopslag en dataverwer
king wordt goed bewaakt. Goede verslaglegging van alle stappen en controle op de
uitvoering is noodzakelijk (labjournaals, voortgangsrapportages, documentatie van
afspraken en beslissingen enz.)."
(ad 2) "Ruwe onderzoeksgegevens worden zodanig gearchiveerd dat deze te allen
tijde met een minimum aan tijd en handelen kunnen worden geraadpleegd."25
De VSNU-code voorziet echter niet in richtlijnen voorvragen als hoe, waar en voor
wie de dataverzamelingen en andere bronnen gearchiveerd dienen te worden.
Dit wordt aan de onderzoekers zelf toevertrouwd. Over toezicht op en naleving van
archiefregels wordt met geen woord gerept.
Archieven Nederlandse universitaire psychologie: voer voor de Archiefinspectie.
DE PRAKTIJK
104
JACQUES DANE PSYCHOLOGIE EN ARCHIEFINSPECTIE
21 Over de bewaartermijn van psychologische onderzoekdata bestaan, voor zover ik dit kan overzien, universi
teitbreed geen regels. De sociaalpsycholoog prof. dr. Daniël Wigboldus, werkzaam aan de Radboud
Universiteit, stelde in een interview: "En je hoort je data ook vijf jaar te bewaren. Daar zijn dus allemaal
regels voor waar psychologen zich aan horen te houden." Zie: Martine Zuidweg, 'Stapels heb je overal' in
Vox 2 (2011) 9, p. 20-23, aldaar 22. In de periode dat ik bij het ADNP werkte (1998-2007), kreeg ik soms
vragen over de bewaarplaats onderzoeksdata uit de jaren vijftig en zestig, die men nodig had voor vervolg
onderzoek. Deze data waren in de meeste gevallen weggegooid.
22 Een uitzondering is wellicht de faculteit psychologie van de Universiteit van Amsterdam (UvA)Op de
website van het Stadsarchief Amsterdams wordt melding gemaakt van de archieven psychologie van de UvA:
"De inventarisatie van het archief van de Faculteit der Psychologie en voorgangers vond plaats in het kader
van het Archiefproject van de Universiteit van Amsterdam, dat begin 2002 werd gestart. In het verlengde van
de uitvoering van de Archiefwet van 1995 zijn de archieven van de diverse universitaire instellingen van vóór
1997, de invoering van de MUB, opgespoord. Daarbij gaat het vooral om archieven van (sub)faculteiten en
vakgroepen, die nadat ze zijn opgespoord, worden geordend en beschreven en vervolgens worden over
gedragen aan het Gemeentearchief Amsterdam." In de verantwoording op de inventarisatie wordt overigens
melding gemaakt van de overdracht van archieven m.b.t. de psychologiebeoefening aan de UvA aan het
ADNP (thans ADNG) te Groningen. Zie: http://stadsarchief.amsterdam.nl/archieven/archiefbank/
overzicht/30223.nl.html (geraadpleegd 24 mei 2013).
23 'KNAW adviseert over onderzoeksgegevens in de wetenschap', 10 november 2011. Zie: http://www.knaw.nl/
Pages/DEF/31/604.bGFuZzlOTA.html (geraadpleegd 22 mei 2013).
24 'KNAW-advies over omgaan met wetenschappelijke onderzoeksgegevens: geen nieuwe regels nodig, wel meer
bewustwording van bestaande regels', 21 september 2012. Zie: http://www.knaw.nl/Pages/DEF/33/846.
bGFuZzlOTA.html (geraadpleegd 24 mei 2013).
25 De Nederlandse gedragscode wetenschapsbeoefening. Principes van goed wetenschappelijke onderwijs en onderzoek,
Vereniging van Universiteiten VSNU, 2004 [herziening 2012], p. 5-6. Zie: http://www.vsnu.nl/files/docu-
menten/Domeinen/Onderzoek/Code_wetenschapsbeoefening_2004_%282012%29.pdf (geraadpleegd 24
mei 2013).
105