logen - de zogenaamdetoegepaste psychologie' - wordt sinds 1938 bewaakt door het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP).10 Het statische archief van het Amsterdamse NIP is ondergebracht bij een aan de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) en de Universiteit van Utrecht (UU) gevestigde instelling: het Archief Documentatiecentrum Nederlandse Gedragswetenschappen (ADNG). Het NIP- archief is geen onderdeel van het universiteitsarchief van de RuG en de UU, maar wordt bewaard bij de Groninger Archieven. Deze constructie roept vragen op als: Hoe zijn de archieven van de (Nederlandse) psychologie samengesteld? Waarom zijn deze archieven in Groningen ondergebracht? Wie beheert de archiefbescheiden? Het 'oerarchief' van de Nederlandse psychologie Gerard Heymans (1857-1930) is de grondlegger van de Nederlandse psychologie: als filosoof verzorgde hij vanaf 1890 aan de RuG colleges in de zielkunde.11 In 1892 ontving Heymans van de Groningse universiteit een bedrag van 500 gulden, waarmee hij een aantal instrumenten aanschafte om psychologische experimenten mee uit te voeren. Dit was het begin van het internationaal vermaarde Psychologisch Laboratorium van de Groningse universiteit.12 Voor zijn studie Gerard Heymans herlezen. Bewustzijn en methodologie (2011) trof Kars Dekker in 33 archieven en bibliotheken in binnen-en buitenland sporen aan van de grondlegger van de Nederlandse psychologie. Bij instellingen in bijvoorbeeld de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Duitsland, die hij wegens de geografische afstand in de regel schriftelijk benaderde, worden briefwisselingen, congresverslagen en manuscripten bewaard. Andere instellingen, zoals het Regionaal Historisch Centrum Groninger Archieven (GA) en het Universiteitsmuseum Groningen, bewaren omvangrijke bronnen, zoals Heymans' laboratoriumboekjes, grootschalige enquêtes, collegeaantekeningen en de instrumenten uitzijn laboratorium. Leven en werk van Heymans kunnen na grondig speurwerk, zo heeft Dekker aangetoond, voorbeeldig gereconstrueerd worden. Niet alleen (administratieve) bronnen met gegevens over Heymans' afkomst, zijn studententijd in Leiden en Freiburg en zijn werkzaamheden aan de RuG, maar ook de ruwe onderzoeksdata met gegevens over psychologische experimenten - de laboratoriumboekjes - zijn bewaard gebleven. Hoe is het gesteld met de instrumenten en archieven van Heymans' opvolgers? De verborgen bronnen van het testen, meten en wegen Tijdens de laatste decennia van de negentiende eeuw ontwikkelde de academische psychologie zich in eerste instantie als een experimentele wetenschap, waarin apparaten en (meet)instrumenten een belangrijke rol zouden gaan spelen. Het was overigens niet de Groningse hoogleraar Heymans, maar de Duitse filosoof Wilhelm Wundt (1832-1920), die in 1879 in Leipzig het eerste psychologische laboratorium opzette. Met de natuurwetenschappen in het achterhoofd onderzochten de pioniers van de psychologie de werking van de menselijke psyche: tal van apparaten regi streerden op systematische en controleerbare wijze de reacties van proefpersonen. Heden ten dage is de experimentele psychologie nog altijd een bloeiende tak van wetenschap.13 In de tweede helft van de jaren tachtig van de twintigste eeuw inventariseerde Mark Hartevelt de in onbruik geraakte psychologische apparaten aanwezig bij universi teiten, musea, bedrijven en instellingen in Nederland. Hartevelts Catalogus van historische psychologische apparaten (1989) is nog altijd een onmisbare bron voor de geschiedenis van de Nederlandse psychologie. Indertijd benadrukte hij het belang van de conservatie van historisch waardevolle instrumenten: "Zonder deze appara tuur is het moeilijk inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de psychologie. Daarnaast kunnen we ons afvragen of het mogelijk is een zuiver beeld te vormen DE PRAKTIJK 10 Over de geschiedenis van het NIP, zie: Tjibbe A. Veldkamp Peter van Drunen, Psychologie als professie. 50 jaar Nederlands Instituut van Psychologen, Assen/Maastricht, 1988. Voor de richtlijnen en gedragsregels van het NIP, zie http://www.psynip.nl/wat-doet-het-nip/beroepsethiek-en-beroepscode.htm Het basisprin cipe van de beroepscode wordt door het NIP als volgt verwoord: 'De psycholoog moet zich verantwoordelijk, integer, respectvol en deskundig gedragen. In de Beroepscode staan richtlijnen en gedragsregels die zijn afgeleid van deze vier basisprincipes.' Zie ook: Karei Soudijn, Ethische codes voor psychologen, Amsterdam, 20072 [20041]). 11 Heymans werd in juni 1890 benoemd tot hoogleraar aan de RuG om onderwijs te geven in de 'geschiedenis der wijsbegeerte, de logica, de metaphysica en de zielkunde'. Zie: H.G. van der Veen, 'Levensloop' in Douwe Draaisma e.a. (redGerard Heymans. Objectiviteit in filosofie en psychologie, Weesp, 1983,p. 13-32, aldaar p. 15. 12 Douwe Draaisma (red.), Een laboratorium voor ze ziel. Gerard Heymans en het begin van de experimentele psychologie, Groningen, 1992. 13 Zie bijvoorbeeld de publicatie van twee psychologen van het Baby Research Center van de Radboud Universiteit te Nijmegen: Michel van Elk Sabine Hunnius, Het babybrein. Over de ontwikkeling van de herse nen bij baby's, Amsterdam, 20102. 98 JACQUES DANE PSYCHOLOGIE EN ARCHIEFINSPECTIE Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er door psychologen veel geëxperimenteerd met proeven waarmee bijvoorbeeld chauffeurs en piloten geselecteerd konden worden. De man met het pistool is de proefleider. Onverwacht vuurt hij een pistoolschot af. De apparaten op de tafel registreren bij de proefpersoon zaken als hartslag, ademhalingsritme en het trillen van de handen. Collectie ADNG, Groningen/Utrecht 99

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2013 | | pagina 51