combinatie met de mogelijkheden die de automatisering biedt, tot een explosieve toename van informatiestromen. De toenemende beschikbaarheid van informatie maakt de noodzaak om deze te beheren en te stroomlijnen niet minder. Tegelijkertijd is er een tegenbeweging waarbij de archivaris als een achterhaalde functionaris wordt gezien en informatiebeheer slechts als 'administratie' wordt beschouwd en derhalve niet de aandacht krijgt die het verdient. Een visie op de informatiehuishouding ontbreekt bij overheidsdiensten veelal en te vaak is het archiefbeheer overgeleverd aan het verantwoordelijkheidsgevoel van indi viduele projectmedewerkers.15 Zo concludeerde ook de rekenkamer van de gemeente Utrecht in 2004 in het rapport Gaten in het geheugen: "Een belangrijke oorzaak van het feit dat pogingen om de kwaliteit van de gemeentelijke documentaire informatie voorziening te verbeteren tot dusverre zijn gestrand, is dat het belang van goede archiefvorming onvoldoende wordt onderkend door het College van B&W. Dat komt onder meer tot uitdrukking in het ontbreken van een visie en in het niet toedelen van de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en de benodigde middelen. "16 Politici, bestuurders en managers scoren nu eenmaal eenvoudiger met grootse ambi ties dan met zorgvuldig beheer van informatie. Politici, bestuurders en managers scoren nu eenmaal eenvoudiger met grootse ambities dan met zorgvuldig beheer van informatie. Archivering en ontgrenzing De bestuurlijke grensvervaging, die we hierboven beschreven in de paragraaf over de bestuurlijke ontwikkeling, stelt uitdagingen aan de organisatie van de archivering. Als publieke organisaties zich bewegen in netwerken en ketens, wie beheert dan de informatie? Wie is verantwoordelijk voor het archief? Hoe weet de burger waar hij kan aankloppen met een informatieverzoek? ICT-ontwikkelingen hebben de mogelijkheden om informatie te delen en beschik baar te stellen aan uiteenlopende doelgroepen enorm uitgebreid en dit kan de dienstverlening van publieke organisaties zeer ten goede komen ('vraaggericht archi veren').17 Maar de centrale opslag van informatie roept ook vragen op over beheer, eigendom en authenticiteit van de gegevens. De ontwikkeling van het Omgevings loket online, waarin het Rijk en decentrale overheden samenwerken, is een voorbeeld waarbij overheden moesten zoeken naar een goede organisatie van de archivering, de 'achterkant' van het ene loket.18 Archivering en publiek-private mengvormen De situatie wordt nog ingewikkelder wanneer publieke en private partij en samenwer ken; dan komen er ook nog vraagstukken bij over wettelijke verplichtingen aan infor matiebeheer en openbaarheid. Wanneer publieke taken worden uitgevoerd op afstand van de overheid, is lang niet altijd de huidige openbaarheidswetgeving van toepassing. Zowel de Archiefwet als de Wob sluiten aan bij de Algemene wet bestuursrecht. Hun reikwijdte is beperkt tot bestuursorganen. Veel organisaties die publieke taken uitoefenen vallen daardoor niet, of slechts voor een heel klein deel, onder de werking van deze wetten.19 Woningcorporaties, ziekenhuizen, maar ook een grote landelijke uitvoeringsorganisatie als ProRail vallen erbuiten. Dat geldt ook voor dochterondernemingen (denk aan dochterorganisaties van universiteiten of van TNO). Bij publiek-private samenwerkingsverbandenis vaak lastig af te bakenen waar de ene organisatie ophoudt en de andere begint. Hierdoor is het onduidelijk of de archiefbescheiden die door dergelijke verbanden worden gevormd, onder het regime van de Archiefwet en de Wob vallen - tenzij dit expliciet is geregeld voor de specifieke situatie. Dit geldt ook voor de informatie die gezamenlijk wordt beheerd in ketenverbanden, waarbij private partijen zijn betrokken. Digitalisering versterkt nog de verwevenheid van processen en informatie.20 Wanneer uitvoering van publieke taken door derde partijen bij wet is geregeld, is in de specifieke wetgeving vaak wel vastgelegd dat de minister en de toezichthouder toegang tot alle informatie hebben en dat bepaalde informatie aan de minister moet worden geleverd. Hiermee is in elk geval voldaan aan een belangrijke voorwaarde om de 'traditionele' verantwoordingslijn, namelijk die richting de Tweede Kamer, te kunnen vervullen. Maar in transparantie en openbaarheid richting recht- en bewijs- zoekende burgers of andere belanghebbende partijen is hiermee nog niet voorzien. Bij uitbesteding van taken door het Rijk moet het archief na afloop van de werkzaam heden worden overgedragen aan het ministerie.21 In de praktijk blijkt dit echter niet altijd goed te worden geregeld.22 Het is ook de vraag of het wenselijk is om afhankelijk te zijn van regelingen voor elk specifiek geval. De geschiedenis van de Archiefwet laat zien dat bij eerdere wetswijzi gingen de reikwijdte van de wet steeds werd uitgebreid. De Archiefwet 1918 gold alleen voor het rijk, de provincies, gemeenten en waterschappen. In de Archiefwet VERGEZICHT 15 Zie bijvoorbeeld: Algemene Rekenkamer, Informatiehuishouding van het Rijk. Overzicht van een dynamisch vraagstuk, een achtergrondstudie, Den Haag, 2010, p. 6; Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, iOverheid, Den Haag/Amsterdam, 2011, p. 178-179. 16 Rekenkamer Utrecht, Gaten in het geheugen, Een onderzoek naar het Utrechtse archiefbeleid en de casus parkeer garage Lepelenburg, Utrecht, 2004. 17 M. van Dijk, Vraaggericht archiveren. 18 Nationaal Archief, Wabo en Archiefwet. Advies inzake de 'archiefwaardigheid' van de landelijke voorziening Omgevingsloket online, Z.p., 2009. Te vinden op http://www.omgevingsvergunning.nl/UserFiles/Image/ Advies%20Nationaal%20Archief%20over%20archiefwaardigheid%200mgevingsloket.pdf. 19 Dit is niet specifiek voor de Nederlandse situatie. In het Archievenblad van december 2010 verwijst Eric Ketelaar naar Alisdair Roberts, die in zijn boek Blacked Out: Government Secrecy in the Information Age vier oorzaken aanwijst voor de toename van geheimhouding en de vermindering van openbaarheid bij de over heid. Een van deze oorzaken is: "door privatisering en uitbesteding van overheidstaken raken informatie en archieven buiten het bereik van openbaarheidswetgeving. Alleen in Zuid-Afrika geldt het recht op informatie ook in de particuliere sector voor informatie "that is required for the exercise or protection of any right." 48 MARIE-ANNE VAN DE GRIEK EN COR VAN MONTFORT TOEZICHT HOUDEN EN ARCHIVEREN: BOUWSTENEN VOOR LEREN EN CONTROLEREN Zie Eric Ketelaar, 'Tussen geheimhouding en openbaarheid: waar ligt de grens?' in Archievenblad 114 (2010) 10 (december), p. 17-19. 20 Zie bijvoorbeeld: Raad voor Cultuur en Raad voor het Openbaar Bestuur, Informatie: grondstof met toekomst- waarde;- Archiveren is vooruitzien. Visie van BRAIN en KVAN op de koers en de inrichting van het archiefwezen, Z.p., 2009, p. 4; Algemene Rekenkamer, Informatiehuishouding van het Rijk, p. 18. 21 Art. 11.6 van de Algemene Rijksvoorwaarden voor het verstrekken van diensten, 2008 (ARVODI): "Opdrachtnemer stelt alle gegevens (schriftelijke stukken, computerbestanden, etc.) die hij in het kader van de uitvoering van de overeenkomst onder zich heeft, binnen 10 werkdagen na beëindiging van de desbetref fende werkzaamheden aan Opdrachtgever ter beschikking." 22 Erfgoedinspectie, Nieuwsbericht 11 (augustus 2010): 'Zeggenschap over informatie bij uitbestedingen', zie http://www.erfgoedinspectie.nl/archieven/nieuwsberichten/detail/zeggenschap-over-informatie-bij- uitbestedingen/1471; Erfgoedinspectie, Inspectierapport bestuurlijke verantwoordelijkheid Onderzoeksgegevens. Brief aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 28 december 2009, zie http://www.erfgoedinspectie.nl/uploads/publications. 49

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2013 | | pagina 26