taire oppositie staat in Duitsland bekend als de Ausserparlementarische Opposition
en markeerde het beginpunt van een roerige periode die heeft geleid tot fundamente
le veranderingen in de Duitse maatschappij
In de derde plaats valt de aandacht voor buitenparlementaire politieke groeperingen
en de vredesbeweging te verklaren aan de hand van de Duitse eenwording. Met name
in de Duitse Democratische Republiek is de inbreng van de rol van de vredesbewe
ging zeer groot geweest. De massademonstraties in 1989 en de opkomst van de Oost-
Duitse Bürgerrechtbewegung culmineerden uiteindelijk in de Duitse eenwording, de
Wiedervereinigung.32 De snelheid en de relatieve vreedzaamheid waarmee deze histo
rische veranderingen zich voltrokken, waren nooit mogelijk geweest zonder druk van
buitenparlementaire politieke groeperingen.
De Duitse geschiedenis van de afgelopen tachtig jaar laat dus een tweeledig beeld
zien. Aan de ene kant zijn buitenparlementaire politieke groeperingen lange tijd
verboden geweest in zowel het Derde Rijk als in de DDR. Aan de andere kant hebben
buitenparlementaire groepen een belangrijke rol gespeeld in de maatschappelijke
ontwikkelingen in de BRD en de val van de DDR. De aandacht voor deze groeperin
gen in het Sammlungsprofil is dan ook begrijpelijk, gezien de rol van deze groeperin
gen in de Duitse geschiedenis.
Duitsland kent een relatief kleine machtafstand. Dit houdt ondermeer in dat een
verregaande mate van gelijkheid tussen machtige personen en minder machtige per
sonen als normaal en wenselijk wordt beschouwd. In relatie tot de onderzoeksvraag
mag worden verwacht dat bij het Duitse Bundesarchiv aandacht bestaat voor de
verwerving en het behoud van particuliere archieven. Minder machtige elementen
in de samenleving hebben immers ook een geaccepteerde rol en plaats binnen die
samenleving. Daarnaast mag worden verwacht dat het beleid niet alleen van bovenaf
door de overheid is opgelegd, maar ook vanuit het werkveld is vormgegeven, onder
steund en gekritiseerd. Deze hypothesen worden bevestigd door het bestaan van het
Sammlungsprofil en de aandacht voor Nachlasse, Verbandsschriftgut en
Zeitgeschichtliche Sammlungen. Maar deze aandacht kan ook worden verklaard als
reactie op de overheersende rol van de overheid in de recente Duitse geschiedenis.
Mede ter compensatie is er nu ook aandacht voor de rol van groepen en individuen
buiten de staat om een beeld te krijgen van gesamtgesellschaftliche Wirklichkeit.
Met de relatief hoge mate van individualisme (en een relatief geringe mate van
collectivisme) kan samenhangen dat niet alleen particuliere archieven van groepen,
maar ook particuliere archieven van natuurlijke personen door het Bundesarchiv
worden verworven. Individualisme maakt het daarnaast waarschijnlijk dat het
beleid van het Bundesarchiv mede is vormgegeven op basis van inbreng van individu
ele archivarissen.
De middelmatige score van Duitsland op de onzekerheidsvermij dingindex laat zien
dat men enerzijds niet geneigd is tot het nemen van grote risico's, maar anderzijds
ook niet bovenmatig probeert onzekerheden en risico's te vermijden. Op basis
hiervan mag worden verwacht dat er vanuit het Bundesarchiv en vanuit de centrale
overheid weliswaar formele en wellicht informele regels zijn voor de verwerving van
particuliere archieven, maar dat er daarnaast ook ruimte wordt geboden aan eigen
interpretaties en eigen initiatieven. Deze eigen initiatieven hebben onder meer de
vorm van private instellingen die zich bezighouden met de verwerving en selectie
van particuliere archieven.
Turkije
De Republiek Turkije is een parlementaire democratie, met een éénkamerstelsel.
Het parlement noemt men de Grote Nationale Vergadering van Turkije.33 In Turkije
duidt men de staat aan met de letters TC: Türkiye Cumhuriyeti (Republiek Turkije)
De republiek werd uitgeroepen in 1923 waarmee een einde kwam aan het
Ottomaanse Rijk. Eerste president was (de latere) Mustafa Kemal Atatürk (1881?-
1938), wiens nagedachtenis nog altijd alomtegenwoordig is inTurkije.
In de Nederlandse media wordt vaak gezegd over Turkije dat er een scheiding tussen
kerk en staat geldt. Er is echter veeleer sprake van een controle door de staat over het
religieuze leven, in plaats van een sterke scheiding. In Turkije spreekt men in dit
verband niet van secularisme, maar van laiklik: laïcisme. Die gecontroleerde gods
dienst is in de eerste plaats de soennitische islam. Deze stroming is dominant in
Turkije.
In de Ottomaanse tijd noemde men de nationale archiefbewaarplaats: Schatkamer
van Documenten (Hazine-i Evrak, ingesteld in 184 6 34). De naam van de huidige
nationale archiefinstelling van Turkije luidt voluit: Directoraat-Generaal voor de
Staatsarchieven van het Ministerie van de Premier van de Republiek Turkije.
De Staatsarchieven behoren dus tot de portefeuille van de minister-president.
De taken van de Staatsarchieven zijn bepaald in de wet nr. 3056 betreffende de
organisatie van het Ministerie van de Premier uit 1984. Art. 2 lid g somt de taken op,
waaronder
Alle soorten informatie en documenten verzamelen, waarderen en bewaren met
betrekking tot het leven van staat en natie.
Archiefdocumenten die zich bevinden in bezit van verscheidene openbare raden
en instellingen en privé-personen waarborgen, verzamelen, zo nodig aankopen,
deze repareren en restaureren, klasseren en vertalen en waar dat passend geacht
wordt publiceren.
Uit archiefdocumenten die een historisch, cultureel en esthetisch belang
vertegenwoordigen collecties samenstellen, zo nodig een archiefmuseum inrich
ten en tentoonstellingen openen [voor het publiek]
Met 'staat' zal worden bedoeld: het Ottomaanse Rijk en zijn opvolger, de Republiek
Turkije. Wat precies 'natie' inhoudt is niet zonneklaar. In de praktijk genieten in
Turkije, zeker in 1984, Turkstalige, soennitische moslims een voorkeurspositie.
Koerden, voor zover ze zich als zodanig manifesteren, en de kleine, bij wet erkende
Grieks-orthodoxe, Armeense en joodse gemeenschappen vallen daarbuiten. Het is
echter de vraag of we daarmee kunnen stellen dat in wet nr. 3056 met 'natie' ook
uitsluitend op Turkstalige, soennitische moslims wordt gedoeld. Het is immers
mogelijk dat er een discrepantie is tussen wetgeving en praktijk.
Het werk van de Staatsarchieven is tenminste gedeeltelijk politiek gemotiveerd.
Dat is eenvoudig te zien op hun website, waar de knop Ermeni meselesi (Armeense
kwestie) prominent in het midden staat. De politieke bedoelingen lijken in dit geval
vooral op landgenoten gericht, want zowel de knop als de informatie die erop volgt
zijn Turkstalig.35
In een in het Nederlands Archievenblad in 1993 gepubliceerd interview zegt de
Directeur-Generaal van de Staatsarchieven, Binark: "Het is de bedoeling dat alle
archieven onder de controle vallen van het Directoraat-Generaal voor de
MAATSCHAPPELIJK EN PARTICULIER ARCHIEF
32 Boterman, 415-418.
33 Erik Jan Zürcher, Een geschiedenis van het moderne Turkije (2e dr.; Amsterdam 2006) 506.
22
ERIC KETELAAR, DIRK JAN DOLFING, INES VAN DIJK, ELINE DE GRAAF, THEO VERMEER, ERIK VISSCHER
PARTICULIERE ARCHIEVEN IN CONTEXT
34 Ismet Binark, A short history of the Turkish archives its value and importance work done to improve archival
services (The Directorate of the Republic Archives, Ankara 1992) 6.
35 http//www.devletarsivleri.gov.tr
23