Mr [Marianne, "after me mum"] Maloney uit de Britse TV-serie Rose and Maloney
van Bryan Elsley, die in dit rijtje thuis hoort. Maloney vindt het werk met Rose
gevaarlijk, maar opwindend tegelijk. Tenslotte filmarchivaris Enter Valentino in
(tot nu toe) twee delen van de zogenaamde Valentino Mysteries van Loren D.
Estleman. Valentino doet zich om zijn werk als held gestalte te kunnen geven,
liever niet voor als archivaris maar als filmdetective, hetgeen ook op zijn visite
kaartje staat. Valentino's motivatie is "Archivist doesn't open many doors". Hoewel
juist het archivaris zijn, voor Martin Steiner in de roman Karteileichen van Hans
Lebek, de mogelijkheid biedt om een dubbelleven te leiden. Een dubbelleven dat
hij financiert door het genereren van geld op basis zijn kennis van de archieven.
In feite komt dit neer op chantage van enkele notabelen over wiens persoonsgege
vens, levensloop en-wandel, archivaris Steiner qualitate qua beschikt. Echt over
lijken (in de letterlijke zin) gaan de al genoemde archivarissen Konrad
Kragenmayr in Hans Pfeifer's 7 Tote brauchen einen Morder en Konrad Johanser in
Helmut Krausser's Thanatos. De titel van dat laatste boek is niet voor niets ook de
naam van de god van het dodenrijk.
Konrad Johanser verdient overigens ook wat bij met het vervalsen van documen
ten. Een lucratief bijbaantje. Net als het helpen opsporen van unieke stukken,
zoals Abigail Chase doet in de twee National Treasure-films van de hand van John
Turteltaub. Het gaat Abigail Chase natuurlijk alleen om de eeuwige roem.
Vervolgens het verdonkeremanen van bepaalde stukken voor de eigen collectie.
Hiermee houden zich onder andere de archivarissen I.A Dürring in Aus dem Leben
eines Fauns van Arno Schmidt en Isidore Louis L'Archiviste van Benoit Peeter en
Francois Schuiten bezig. Daarnaast het (oneigenlijk) gebruik van het archief om
iemand op te sporen, hetgeen niet alleen een drijfveer is voor mijnheer José in Alle
namen van José Saramago, maar ook voor Sam Lowry in Terry Gilliam's Brazil.
Serieuze bijbaantjes zijn het doen van historisch onderzoek voor klanten en
archiefbezoekers, het schrijven van een kroniek, zoals door Robert Lindhoff in
Hermann Kassack's Die Stadt hinter dem Strom. Dan natuurlijk genealogisch werk
en dus het planten of enten van een stamboom. Met name dat laatste is bron van
inkomsten voor Robijns in De vleespotten van Egypte van Marnix Gijsen: "stam
bomen [kunnen] heel wat meer opbrengen dan fruitbomen". Niet onver
meld mag blijven het doen van uitvindingen waar geen mens wat aan heeft, zoals
Guust Flater placht te doen in de gelijknamige strips van André Franquin. Maar,
zo vraagt de lezer zich misschien af, zijn dit wel allemaal archivarissen? De taken
en werkzaamheden van alle bovengenoemde heeft, zo lijkt het, weinig te maken
met het werk van echte archivarissen.
"Wil de echte archivaris opstaan"
Het is soms net "wie van de drie" bij het zoeken (en vinden) van echte archivaris
sen die als spiegelbeeld of schimmen van zichzelf in fictie optreden. In veel geval
len is het moeilijk echte archivarissen te herkennen. Ofwel omdat de echte
archivaris niet bekend is, ofwel omdat de verbeelde 'echte' archivaris zodanig
HANS WAALWIJK GELEERDHEID, GELETTERDHEID, WIJSHEID, ERUDITIE, LIST, BEDROG, DOODSLAG EN MOORD
IN EEN GEROMANTISEERD BEROEP
13 Zie:Slachtoffers van moord en doodslag 2008, tabel 7. Aantal slachtoffers per 100 000 inwoners van de
bevolking in de Europese Unie 2003/2007, op de website van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/gezondheid-welzijn/cijfers/incidenteel/maatwerk/2009-28 57-mw.htm
(raadpleegdatum 28 oktober 2009). 1,51 slachtoffers op een populatie van 100.000 0,00151 op een popu
latie van 100.
87