communicatiebureau opdracht gegeven om een collectief plan voor promotie van archieven te ontwikkelen.12 Schreeuw het van de daken "De collecties van de Nederlandse archiefinstellingen zijn van een ongelo felijke rijkdom en diversiteit. Wat er zoal in zit, wat je daarmee kunt, dat je ze kosteloos kunt raadplegen, dat ze van dag tot dag aangevuld worden met nieuw materiaal, hoe makkelijk het is om online van alles op en uit te zoeken, hoe het voelt om in een studiezaal een origineel stuk in je handen te houden: het is een boodschap die we niet hard genoeg van de daken kunnen schreeuwen."13 De overtuiging dat archieven hun bekendheid moeten vergroten roept, hoe voor de hand liggend ook, toch vragen op. Vooral grotere archiefinstellingen doen al veel aan public relations en promotie. Ze versturen persberichten, vullen rubrieken in regionale bladen, organiseren historische evenementen, tentoonstellingen, workshops en activiteiten voor kinderen. Daarvoor maken ze reclame in nieuws brieven, met affiches, folders en flyers. Wat is er nodig om nog meer mensen te trekken? Uit levendige discussies bij het Communicatieplatform volgden een paar aanbevelingen. Doe musea niet na Veel archieven doen de laatste tien tot vijftien jaar wat musea sinds enkele decen nia doen. Ze willen meer mensen bereiken en ontwikkelen exposities, educatieve programma's en activiteiten voor verschillende publieksgroepen. Archieven bewegen zich meer en meer in museale netwerken. Samen met musea, soms zelfs onder één dak, ontwikkelen ze museale programma-onderdelen waarin een breed publiek kan kennismaken met de historische context van het bestaan. Ligt hier niet een imagoprobleem op de loer, namelijk dat archieven meer gezichten krijgen? Enerzijds ontwikkelen en presenteren zij zich als digitale, virtuele kennis centra. Anderzijds willen zij in hun presentaties een beetje op musea lijken en soortgelijk publiek trekken. Sommige instellingen halen de aanduiding 'archief' uit de naamgeving. Op die manier kunnen zij de vertroebeling van hun imago in de hand werken. Welke gevolgen dat kan hebben, bleek uit de Archieventest van het Historisch Nieuwsblad van juli 2006. Panelleden bezochten als mystery guests enkele archieven. Hun uitgangspunt was dezelfde checklist als waarmee het jaar ervoor de Museumtest was gedaan. Niet verwonderlijk dus dat de (gratis toegankelijke) archieven op een aantal criteria - als waren het musea en culturele ondernemers - onvoldoende scoorden. Zelfs historici gingen voorbij aan wat archieven tot archieven maakt en musea tot musea. Ook nieuwe bezoekers van archieven kunnen ervaring hebben met museumbezoek en archieven onwillekeurig beoordelen als musea. 76 PROFESSIE 12 De eerste versie van het promotieplan kwam van het Communicatieplatform met een projectvoorstel, geschreven door Petra Schoen van het Nationaal Archief.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2010 | | pagina 78