louter faciliterende rol door het beschikbaarstellen van de software, het organiseren van bijeenkomsten en het begeleiden bij het onderzoek. De community doet de rest.13 Tot slot, het begin Web 2.0 is dus een niet te stoppen ontwikkeling, met als kernwoorden communi ty's, gebruikersparticipatie en bovenal rolverandering. Meer nog dan het leren hanteren van nieuw gereedschap zullen archivarissen zich een nieuwe houding moeten aanmeten. Die nieuwe houding is onder meer verwoord in het zogenoem de 'Manifest voor de Archivaris 2.0'.14 De kerngedachte voor de professional moet worden: wij weten het niet beter dan onze klanten, samen met hen weten we meer. Voorbeelden van effectieve strategieën zijn gebleken: het op basis van gelijk waardigheid samenwerken met klanten in community's, en het vrijwel drempel loos laten verrijken van onze databases en collecties door het openzetten van onze systemen en het vrijgeven van onze bronnen. Klanten zijn vaak creatiever dan wij en leggen verbanden die wij niet zien en niet kunnen weten. Zij zijn ook in de meeste gevallen inhoudelijk deskundiger dan wij en speuren voor hun onderzoek in verschillende archieven. Zij maken mashups15 en kunnen alternatieve zoekmachines ontwikkelen. Goede voorbeelden van waartoe particulieren in staat zijn, zijn de websites Nederland 1858-1870 van Leen Kievit (een mashup tussen Google Maps en historisch kaartmateriaal) en de diverse stamboommonitoren van Bob Coret (die gebruikers abonnementen bieden op nieuwe vondsten in genealogische databases).16 Archivarissen zijn tot op heden gewend geweest aan de situatie waarin zij het zijn, die bepalen welke bronnen en diensten op welke manier het beste aangeboden kunnen worden. Hun professionaliteit, expertise en jarenlange ervaring op dat vlak moeten beslist niet zomaar aan de kant worden gezet, maar Web 2.0 biedt kansen om archiefgebruikers daar actief bij te betrekken. In ieder geval is aan de voorwaarden voldaan om van passieve klanten actieve deelnemers te maken, het potentieel van archieven volledig te laten gebruiken en de verhalen van het verle den op te laten diepen uit onze depots en documenten. En die andere archivistische taken dan? Toch is er in het licht van Web 2.0 een aantal elementen van onze professie waar geldt dat we het wél beter moeten weten: acquisitie, behoud en beheer. Want niet alleen archivarissen maken in hun werk gebruik van deze ontwikkelingen, maar archiefvormers ook. Het was al wel tot de archiefwereld doorgedrongen dat web sites onder de aandacht van het vakgebied vallen, maar voordat daar een modus operandi in gevonden was, werd een deel van de uitgangspunten al weer ingehaald door die andere ontwikkeling: Web 2.0. Daar waar we ons vooral druk maakten 56 PROFESSIE 13 Astrid de Beer, 'Communities aan het werk, Tilburgse internetprojecten "Geboren in 1809" en "De Charterbank'", Archievenblad 113 (oktober 2009) 8-9. De projectwebsite is te vinden op http://www.geboreninl809.nl (laatst geopend 1 februari 2010), de wiki op http://www.geboreninl809.nl/ wiki (laatst geopend 1 februari 2010). 14 Zie voor dit manifest het artikel elders in dit jaarboek. 15 Websites die op een slimme manier content en/of functionaliteit van verschillende andere websites en/of bronnen combineren.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2010 | | pagina 58