De sociale archivaris Nieuwe rollen in nieuwe netwerken Op 28 mei 2009 nam Eric Ketelaar afscheid als hoogleraar Archiefwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam door het geven van een laatste college, met als onderwerp wat hij noemt "levend archief".1 In de voorbereidingen op dit college startte Ketelaar in de community Archief 2.0 een discussie over voorbeelden van levend archief in de digitale wereld van het Web 2.0. In de discussie wordt tussen tijds door hem gesteld, dat alhoewel er door archiefinstellingen steeds meer aan dacht is voor Web 2.0, deze aandacht vooral is gericht op de voorkant van het archiefbedrijf, de publiekskant.2 De achterkant van alle processen, of het nu over acquisitie of inventarisatie gaat, blijft te vaak onderbelicht of zelfs volledig onbe licht. De consequenties van Web 2.0 voor de backoffice van onze organisaties zijn echter zeker zo groot, zelfs nog los van de gevolgen die gebruik van Web 2.0-tools door de diverse frontoffices heeft voor die backoffices. In dit artikel wordt eerst een overzicht gegeven van wat Web 2.0 is en hoe archie finstellingen stap voor stap gebruik (zijn) gaan maken van de mogelijkheden die Web 2.0 biedt. Daarna wordt ingegaan op de diepere consequenties van Web 2.0 voor archivarissen en de manier waarop onze werkprocessen daardoor worden geraakt. Het artikel geeft zeker geen uitputtende opsomming van beproefde moge lijkheden voor de dienstverlening, of modeloplossingen voor de uitdagingen waarmee we te maken hebben. Eerder zet het een (denk)raam open, waardoor we naar een digitaal en sociaal internetlandschap kunnen kijken, vol nieuwe uitda gingen en ouderwetse problemen. Wat is Web 2.0? Voor de één is Web 2.0 een door slimme marketingjongens bedachte verkooptruuk, voor de ander een handige kapstok om allerlei digitale ontwikkelingen aan op te hangen, waarover het vervolgens met gelijkgestemden makkelijk praten is. Feit is, dat de term Web 2.0 meer en meer over de tongen van archivarissen gaat. Maar wat is het nu precies? Nog te vaak wordt bij het antwoord op die vraag verwezen naar concrete toepassingen als het publiceren van foto's via Flickr of het plaatsen van historische filmcollecties op YouTube.3 En alhoewel dergelijke voorbeelden zeker een toepasssing van Web 2.0 kunnen zijn, benaderen ze als antwoord op de vraag naar wat Web 2.0 is het fenomeen uiteindelijk van de kant van de techniek. En techniek is van alles wel het laatste waar het nieuwe web om draait. CHIDO HOUBRAKEN, CHRISTIAN VAN DER VEN, M.M.V. INGMAR KOCH 1 Zie voor de volledige tekst van dit afscheidscollege: https://www.box.net/shared/jmr892msfb (laatst geopend 1 februari 2010). 2 http://www.archief20.org/forum/topics/levend-archief (laatst geopend 1 februari 2010). 3 Flickr is een bekende website voor het wereldwijd delen van inmiddels al meer dan vier miljard foto's. YouTube is een soortgelijke website voor het delen en bekijken van video's. Beide websites vallen onder de noemer van sociale mediasites. 50

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2010 | | pagina 52