werk, het ordenen en beschrijven van archieven, staat onder druk. De vakmatige discussies binnen de VAN nemen af. De redactie van het NAB klaagt er bijvoor beeld over dat er vanuit de leden geen bijdragen komen voor de rubriek over de toepassing van de Handleiding. Daarentegen staat dat de belangenbehartiging sterk toe neemt, vooral door activiteiten van de twee nieuwe afdelingen binnen de VAN. Op weg naar de Hercules' tweesprong Halverwege de jaren '30 zijn er verschillende archivarissen die zich de vraag stellen hoe het verder moet met het archiefwezen en de beroepsgroep. Aanleiding zijn opnieuw de 'nieuwe' archieven. De visie van Moll, die pleit voor twee naast elkaar staande diensten: "een oud- en een nieuw archiefwezen",47 krijgt geen navolging. Reacties komen van A.C. Kersbergen en later van D.P.M. Graswinckel. Beiden maken bezwaar tegen deze splitsing en pleiten voor continuïteit: archiva rissen moeten zich juist gaan bemoeien met de moderne archieven. Beiden besef fen dat dit betekent dat de bemoeienis met nieuwe archieven andere methoden en kennis vraagt. Zoals Kersbergen betoogt: "Wil men echter de continuïteit van de archieven handhaven, dan moet de opleiding voor de ambtenaren der beide klassen worden herzien. Voordat men daartoe overgaat, zal onze Vereeniging zich uitgesproken moeten hebben over het systeem van uniforme ordening der nieuwe archieven en zal het vervolg op de Handleiding verschenen moeten zijn."48 Panhuysen pleit tijdens de ledenvergadering van 1938 voor een nieuwe archief wet, waarin onder meer de overbrenging van archieven, tijdige vernietiging en goed toezicht op de administratie wordt geregeld.49 Gezien de discussies over de moderne archieven besluit het bestuur in het voorjaar van 1939 een extra leden vergadering te houden over dit onderwerp, waar de algemene rijksarchivaris Bijlsma een inleiding houdt over vernietiging van moderne archieven.50 Ook start de vereniging haar samenwerkingcontact met de Studieclub voor Gemeentelijke Documentatie (later de SOD). Deze Studieclub wil examens afnemen op het gebied van de gemeentelijke archiefverzorging. Leden van de VAN verzorgen een deel van de opleiding en nemen examens af.51 In de eerste tien jaar hebben 791 personen deelgenomen aan deze examens, waarvan er 477 het diploma hebben gekregen.52 De Tweede Wereldoorlog onderbreekt deze ideevorming. De leden komen in 1940 en 1941 nog bijeen.53 De omgang met de moderne archieven, vooral het onder- PROFESSIE 47 W. Moll 'Nog eens: Het programma onzer Vereeniging' in: NAB 44 (1936-1937) p. 124. 48 A.C. Kersbergen 'Nieuwe gemeentearchieven' in: NAB 45 (1937-1938) p. 30. 49 G.W.A Panhuysen 'Zorg voor 19-eeuwse archieven in het buitenland' in: NAB 46 (1938-1939) p. 30-51 zie ook Th.J. van Rensch 'G.W.A. Panhuysen en de Archiefwet 1962' in P. Brood red. Respect voor de oude orde (Hilversum, 1991) p. 141-166. 50 'Verslag van de buitengewone algemeene vergadering op zaterdag 29 april 1939' in: NAB 46 (1938-1939) p. 139-145. 51 Zie de 'Verslag van de achtenveertigste ledenvergadering' in NAB 47 (1939-1940) p. 7-8. 52 'Tien jaar opleiding en diploma archiefverzorging' in: NAB 55 (1950-1951) p. 34. 53 Zie hiervoor de toespraak die de toenmalige VAN voorzitter H.P. Coster in februari 1946 houdt tijdens de ledenvergadering in NAB 50 (1945-1946) p. 57-64. 54 Zie 'Verslag van den 52e algemeene vergadering in: NAB 51 (1946-1947) p. 1-3 55 Zie NAB 50 (1945-1946) p. 148. 56 Het archief van deze particuliere school ligt bij het Nationaal Archief. Ik dank Roelof Hol hartelijk voor de hulp die hij mij heeft geboden bij het inzien van dit archief. Zie voor meer over deze opleiding onder andere Ketelaar 'Archiefschool' p. 130-132. De particuliere archiefschool bestaat slechts een paar jaar, tot 1953. 32

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2010 | | pagina 34