Vanaf het einde van de jaren negentig werd de subsidiestroom verlegd van de beroepsvereniging naar de koepelorganisaties van werkgevers, de DIVA en daarna Erfgoed Nederland. Dat impliceerde een verschuiving van disciplinegeoriënteerde deskundigheidsbevordering naar institutioneel gerichte deskundigheidsbevorde ring. De nieuwe koepel- of brancheorganisaties stelden zich inderdaad ten doel de deskundigheid van archiefpersoneel te bevorderen, vooral op zakelijk gebied (alge meen en financieel management, PR en marketing, kwaliteitszorg enzovoorts), maar ook op inhoudelijk gebied (cursus Digitaal Depot). In het archiefwezen was de Rijksarchiefdienst in 1991 op vakinhoudelijk gebied nog een belangrijk platform. Daar werden kennis en ervaring uitgewisseld en de beroepspraktijk genormeerd. Door zijn ontmanteling kwam ook aan die platform functie een einde. Sinds het Nationaal Archief is aangewezen als het kennisinsti tuut voor de archiefsector en het Convent van rijksarchivarissen is omgevormd tot een Convent van archivarissen van het Nationaal Archief en de Regionaal Historische Centra, lijkt er ook op het instellingsniveau inhoudelijk weer meer kennisuitwisseling mogelijk te worden. Een kenmerkende en ingrijpende ontwikkeling van de laatste jaren is, dat de geïnstitutionaliseerde kennisuitwisseling en kennisproductie verschuift naar het internet, door initiatieven van individuele archivarissen of netwerken van archivarissen en verwante professionals, zoals de website van Rienk Jonker (http://www.labyrinth.rienkjonker.nl), het netwerk Archief 2.0 (http:// www.archief20.org), dat met meer dan 600 leden hard op weg is om even groot te worden als de KVAN, het Archiefforum van Eric Hennekam (http://forum. archieven.org), dat onlangs door de grens van de 8000 deelnemers ging, BREED, de community voor DIV-ers, records managers en informatiespecialisten (http://bhiccommunity.ning.com), het ambtenarennetwerk Ambtenaar 2.0 (http://www.ambtenaar20.nl), de inmiddels overleden DIVA-discussielijst en verschillende archivarissenblogs zoals die van Eric Hennekam en Ingmar Koch.30 Conclusies Professionals zijn herkenbaar aan de discipline die ze beoefenen en niet aan de organisatie waar ze werken. Archivarissen werken overal. De identificatie van de archivarissenprofessie met de overheid en het geïnstitutionaliseerde archiefwezen is achterhaald en belemmert de ontwikkeling van de beroepsgroep. Als archivarissen zich blijven identificeren met de overheid of met de instellingen waar ze werken, verliezen ze hun professionele autonomie en hun maatschappe lijke invloed. Professioneel prestige moeten archivarissen niet in de eerste plaats ontlenen aan wettelijke bescherming door de overheid, maar aan de erkenning van de maat schappelijke waarde van hun exclusieve expertise door de afnemers van hun THEO THOMASSEN ONTTAKELING OF MODERNISERING? 28 Noordam, 26. 29 Archiveren is vooruitzien. Visie van BRAIN en KVAN op de koers en de inrichting van het archiefwezen, juni 2009. Het visiedocument is opgenomen in dit Jaarboek, aan het begin van dit hoofdstuk. 30 Zie http://www.labyrinth.rienkjonker.nl; http://www.archief20.org; http://www.forum.archieven.org; http://www.bhiccommunity.ning.com; http://www.ambtenaar20.nl; http://archieven.blogspot.com/ en http://ingmarbladertenschrijft.blogspot.com. 323

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2010 | | pagina 325