agendeeren leren verrichten, wij moeten invloed op het levende archief trach
ten te verkrijgen".18 Het was echter pas de inwerkingtreding van de Archiefwet
1962 die werkelijk leidde tot meer toenadering. Deze nieuwe wet had anders dan
zijn voorganger, ook betrekking op de niet-overgebrachte archieven en regelde
de overbrenging van de archieven gevormd na het Ancien Regime. Voortaan
gold een overbrengingstermijn van vijftig jaar na afsluiting van de dossiers.
Dit bracht de archivaris dichter bij de beheerder van de dynamische en semi-
statische archieven.19
Die betrokkenheid werd alleen maar sterker met de invoering van de Archiefwet
1995; de overbrenging werd nu gewijzigd in twintig jaar. Bovendien worden vanaf
de jaren negentig op grote schaal digitale bescheiden gevormd; de archivaris moet
zich al in een vroeg stadium met deze documenten moeten bemoeien om invloed
op het authentiek behoud daarvan te kunnen uitoefenen. In het licht van deze
ontwikkelingen is het begrijpelijk dat het concept van het records continuum dat in
Australië werd ontwikkeld, ook in Nederland brede aanhang heeft gekregen. Dit
gaat uit van een consistent en coherent recordsbeheer direct vanaf de vorming. Er
is geen onderscheid meer tussen de dynamische, de semi-statische en de statische
fase. Archivering en archiefbeheer vinden naast elkaar plaats, niet na elkaar.20
Ook in de Nederlandse Archiefterminologie is deze verbreding terug te vinden.
Daarin wordt de archivaris gedefinieerd als 'ieder die belast is met of bevoegd is
tot archiefbewerking (selectie, ordening en ontsluiting) en beschikbaarstelling
van archiefbescheiden, daaronder ook de diensthoofden, inspecteurs en degenen
betrokken bij de opleiding beschouwd.21 Conform deze definitie zijn ook records
managers archivarissen. De KVAN beschouwt zichzelf ook nadrukkelijk als
vereniging van alle archivarissen, waar deze ook in het records continuum werk
zaam zijn.
Terwijl enerzijds archivarissen in toenemende mate uitgingen van het records
continuum, ontstonden anderzijds in de wereld van de documentaire informatie
verzorging of records management nieuwe functies, die samenhingen met de
groei van het dynamische archiefbeheer en met de digitale ontwikkelingen;
op die functies werden hoogopgeleiden ingezet. Dit betekende dat de houding
van archivarissen ten aanzien van deze records managers, die ooit enigszins neer
buigend was geweest, wijzigde. De archivaris werd zich ervan bewust dat hij in de
records manager een beroepsgenoot trof.22 In het archiefonderwijs leidde het
perspectief van het records continuum ertoe dat de opleiding in 1995 werd onder
gebracht bij Boek-en Informatiewetenschap (academisch onderwijs) en
FRED VAN KAN DE ARCHIVARIS MOET EMANCIPEREN
17 Zie de websites www.ica.org en www.kvan.nl.
18 L.G.N. Bouricius, 'De toekomst onzer archivarissen', Nederlandsch Archievenblad 23 (1914-1915) 196-198.
19 F.C.J. Ketelaar, 'Archiefwezen 1968-1988' in: P. Brood (red.), Voor burgeren bestuur. Twintig jaar Nederlands
Archiefwezen 1968-1988. Archiefpublikaties 2 (Hilversum, 1988) 10-12 en W.E. Goelema en A.J.M. den
Teuling, 'Twintig jaar registratuur. Twee impressies', in: Ibidem, 121-138.
20 Vgl. over het records continuum o.m. S. McKemmish, 'Yesterday, today and tomorrow: a continuum of
responsibility'Jaarboek Stichting Archiefpublicaties 1999 ('s-Gravenhage, 1999) 195-210. Vgl. ook F.C.J.
Ketelaar, 'Bildung der Archive und Ausbildung der Archivare: neue Identitaten', Archivpflege in Westfalen
und Lippe (1999) nr. 51 40-44.
21 A.J.M. den Teuling, Archiefterminologie voor Nederland en Vlaanderen ('s-Gravenhage 2003), nr. 168 en 148.
22 T.H.P.M. Thomassen, 'Archivarissen en records managers: zelfde professie, verschillende verantwoordelijk
heden', Jaarboek Stichting Archiefpublicaties 1999 ('s-Gravenhage, 1999) 185-194.
279