nalerend en agenderend document richting bestuurlijk verantwoordelijken.
Zij moeten, door begrip, aandacht en geld op te brengen voor de beheermatige
randvoorwaarden, de basis leggen voor de centrale opgave van het archiefwezen:
het optimaal bedienen van het publiek.
Lobby voor bestuurlijke steun
Judith van Kranendonk, directeur-generaal Cultuur en Media van het ministerie
van OCW, nam de visie in juni 2009 officieel in ontvangst. Zij sprak daarbij
hoopgevende woorden. Zij voelde wel wat voor een nieuw interbestuurlijk conve
nant tussen rijk, provincies en gemeenten om een aantal van de doelstellingen uit
de visie dichterbij te brengen. BRAIN en KVAN zijn daarover dan ook het gesprek
aangegaan met de verantwoordelijken bij OCW, Interprovinciaal Overleg en
Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De focus ligt daarbij op e-depotvoor-
zieningen en op kwaliteit van dienstverlening en beheer.
Zeker voor het samen optrekken in het realiseren van e-depotvoorzieningen is
er veel animo. BRAIN werkt hiervoor in het eerste kwartaal van 2010 een plan
van aanpak uit, samen met de instellingen die op dit gebied al iets concreets te
bieden hebben: Amsterdam, Rotterdam, Nationaal Archief en de Regionaal
Historische Centra.
De KVAN concentreert zich vooral op de professionele kwaliteit. De certificering
van de beroepsbeoefenaren is daarin een belangrijke stap. De KVAN-leden hebben
bovendien behoefte aan initiatieven van hun beroepsvereniging voor het opzetten
van nieuwe cursussen en opleidingen, bijvoorbeeld op het gebied van metadata-
management en de toepassing van archivistische principes in een digitale
omgeving. Ook realiseert men zich dat directeuren van archiefdiensten verander-
managers moeten worden om de transitie naar digitaal beheer en digitale dienst
verlening ten volle te kunnen maken.
Naar een visie van de minister
Minister Plasterk van OCW kondigde eind 2009 aan in de zomer van 2010 met
een eigen visie op de archiefsector te komen. De val van het vierde kabinet
Balkenende in februari 2010 vertraagt het proces van totstandkoming van die
visie wel enigszins, maar desondanks pakt het ministerie door. Als de visie van
OCW er ligt, is een interbestuurlijk convenant een logische volgende stap. Het
gaat er nu dus om zoveel mogelijk van de visie van BRAIN en KVAN te laten door
klinken in die van de minister. Daarvoor moeten we als professie eensgezindheid
uitstralen en als als branche eendrachtig samenwerken. Het is zaak om vooral te
kijken naar wat ons bindt en niet naar wat ons scheidt. Dat blijft een lastige
opgave, maar het moet. Onze sector is te klein om zich verdeeldheid te kunnen
permitteren. Alleen door ons te groeperen, krijgen we een stem die hoorbaar is.
MARGREET WINDHORST BRANCHE EN PROFESSIE: SAMEN STERK
275