Toezichtarrangementen in 2007 concludeerde dat veel specifieke toezichtsarran-
gementen, waaronder het provinciale archieftoezicht, kunnen verdwijnen.4
De aanwezigen discussieerden vanuit een sterk gevoel van urgentie over de manier
waarop de inrichting van de inspectie zou kunnen worden verbeterd, gegeven de
recente ontwikkelingen en inzichten daaromtrent.
Over de belangrijkste tekortkomingen in de huidige inrichting van het archieftoe
zicht bestond veel eensgezindheid. De inspectiefunctie is ontoereikend. Mensen
en middelen zijn te zeer versnipperd: overal doet men een beetje, maar nergens
genoeg. Op veel plaatsen zijn te weinig middelen en menskracht beschikbaar om
het toezicht echt invulling te kunnen geven; soms ontbreekt daartoe zelfs de wil.
Daarbij komt dan nog de onbevredigende positie van de gemeentelijke inspectie
sinds de dualisering: de gemeenteraad staat buiten spel. Er was dan ook vrij veel
consensus over de noodzaak het toezicht drastisch te hervormen langs de lijnen
van interne controle en extern toezicht, aansluitend op de toezichtsvisie van het
kabinet uit 2005.5 Het externe toezicht zou strikt onafhankelijk moeten zijn.
Vanuit het oogpunt van slagkracht en professionaliteit pleitten velen voor bunde
ling van de capaciteit van de toezichthouders in een landelijk orgaan. De externe
toezichthouder zou rechtstreeks moeten rapporteren aan de vertegenwoordigende
organen (gemeenteraad, Provinciale Staten, Tweede Kamer), zodat die ook op dit
punt hun controlerende taak naar behoren kunnen uitvoeren.
Naar certificering en standaardisering
Aan certificering van de beroepsbeoefenaren wordt door de KVAN al hard
gewerkt. Over de noodzaak en de vormgeving daarvan bestond dan ook veel
eensgezindheid. Over de gevolgtrekkingen werd door de KVAN-leden volop
gediscussieerd. Wil certificering echt iets teweeg brengen in de branche, dan zou
de overheid het systeem moeten sanctioneren, bijvoorbeeld door in de wet vast te
leggen dat bepaalde taken zijn voorbehouden aan gecertificeerde beroepsbeoefe
naren. Mocht het ooit zover komen dat ook instellingen de weg van certificering
en registratie inslaan, dan moeten beide certificeringssystemen elkaar onder
steunen: geen geregistreerde archiefinstelling zonder gecertificeerde professionals
die een leven lang leren! En ook hier zou de overheid het zelfregulerend vermogen
van de branche kunnen ondersteunen door te bepalen dat overheidsarchieven
alleen mogen worden overgebracht naar een geregistreerde archiefbeherende
instelling.
Uit de grote steun voor certificering van instellingen en professionals spreekt een
groot zelfvertrouwen. Kennelijk denkt men te kunnen voldoen aan de certifice-
ringseisen. Het vraagstuk van standaardisering van digitale toegankelijkheid en
dienstverlening riep veel meer weerstand op. Ook dit zou een teken kunnen zijn
van een groot zelfvertrouwen: men is er van overtuigd dat de eigen keuzes de
beste zijn en wil zich eigenlijk niet conformeren aan opgelegde standaarden.
Dat standaardisering niettemin wenselijk is, realiseerde iedereen zich wel. Het is
in het belang van het publiek om eenvoudig te kunnen zoeken, dwars door de
Archiefcollectie Nederland. Ook was men er zich terdege van bewust dat de markt
hier een sterke machtsfactor is en dat de branche daar alleen tegenop kan als ze
PROFESSIONALISERING
4 Van specifiek naar generiek. Rapport van de commissie Doorlichting Interbestuurlijke Toezichtsarrangementen
(Den Haag, oktober 2007).
272