professie tussen andere (sub)professies. Dit vak en de relatie tot andere vakken is steeds in beweging. Dat geldt ook voor het beroep. De archivaris moet zich steeds bewijzen en zijn plaats bepalen. Dat geldt ook voor het blad. Terug naar de oprich ting. Het doel van het NAB in 1892 was een blad voor de wetenschappelijke fun dering van het archiefvak én voor de bevordering van de belangen van archiefdiensten en van de personen die bij die instellingen werkzaam zijn. Dat is het nog steeds, met wisselend meer aandacht voor beroep en vak. De eerste periode van professionalisering lijkt vooral een periode te zijn waarin het beroep van de archivaris wordt neergezet, afgebakend. Vakken maken daar onderdeel van uit, maar de afbakening van het arbeidsterrein staat centraal. De tweede periode die Thomassen zag lijkt vooral een periode van uitdieping van het vak archivaris met zijn verschillende vakken. Het beroep is gevestigd, tijd voor de vakinvulling. De derde periode die Thomassen zag, was er één van verbreding van de professie. De grenzen tussen beroep van de archivaris en andere beroepen in de informatievoorziening overschrijden elkaar. Het beroep en vak is er ook één waarin vakken van de archivaris de vakken in andere beroepen overschrijden. Zoals een vak in relatie staat tot andere vakken, een beroep in relatie tot andere beroepen, staat het blad in relatie tot andere bladen. Het Archievenblad is een blad tussen andere bladen op het gebied van archivistiek en andere (vak)bladen over de (sub)professie. In het (N)AB schrijven (hoofdzakelijk) KVAN-leden over de veranderingen in hun vak en beroep. Het Archievenblad is zowel een beroeps blad voor vakuitoefening als een vakblad voor beroepsbeoefenaren. Het Archievenblad behandelt allerhande onderwerpen naast en in verband met elkaar. Het lijkt alsof het Archievenblad, en daarmee 'de archivaris' zich in vele spagaten begeeft. Eén been in de archiefwereld, en verschillende benen in andere vakken en gebieden als recht, geschiedenis, educatie, restauratie, dynamisch archief, iet. Anders gezegd: één been in de archivistiek en meerdere benen in de hulpwetenschappen. Maar ook: één been bij de archivarissen en meerdere benen in andere beroepen. Een spagaat voelt ongemakkelijk. Even in een spagaat staan, dat gaat nog wel. Na een tijd gaat het vervelend voelen en is er de wil en behoefte om eruit te komen. Op deze wijze staan archivarissen in diverse spagaten; er van uitgaande dat een archivaris ook meer dan twee benen kan hebben. Spagaten gaan pijn doen. Spil is misschien een betere, of in ieder geval een meer comfortabele term. Vanuit een niet eenvoudig te definiëren kern is de archivaris een spil tussen andere profes sies, met het Archievenblad als hoofdblad. Wie bepaalt wat het vak/beroep inhoudt? Een gemakkelijk antwoord zou zijn: de KVAN, de beroepsvereniging en uitgever van het Archievenblad. Of dat antwoord over een paar jaar nog gegeven kan worden is de vraag. Met besprekingen over samenwerking of samengaan van KVAN met SOD en NVBA zal ook de vraag naar de bestaanswaarde van het Archievenblad gesteld moeten worden. Worden de bladen Od en Archievenblad samengevoegd? Het moet mogelijk zijn dat, wanneer KVAN en OD (en NVBA) één beroepsvereniging worden, met verschillende vakbladen? Of anders gezegd: voor verschillende beroepsprofielen, met het Archievenblad als vakblad of beroepsprofielblad van de hoeder van het geheugen. PROFESSIONALITEIT 254

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2010 | | pagina 256