vens van de geregisteerden). Ook de uitwerking van de Beroepsstandaard is in mijn ogen voorbeeldig. Leraren primair onderwijs en voortgezet onderwijs De Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL)28 voert de regie over de manier waarop leraren in primair, voortgezet en beroepsonderwijs voldoen aan bekwaam heidseisen die de overheid stelt. Deze zijn in een matrix uiteengezet waarvan de vier beroepsrollen en vier kenmerkende beroepssituaties de assen zijn. Van de 16 mogelijke competenties blijken er uiteindelijk zeven voldoende om de het beroep te identificeren. In 2009 heeft SBL de aftrap gegeven om eind 2010 tot een of meer registers te komen. Referentiepunt zijn beroepsstandaarden die worden of zijn ontwikkeld door de afzonderlijke verenigingen van vakleraren - van levende talen tot school muziek. In de vakspecifieke beroepsstandaarden wordt de vakmatige beroepscom petentie verder uitgewerkt met betrekking tot o.m. vakkennis en toetsing. SBL bundelt alle initiatieven binnen de beroepsgroep, stemt die op elkaar af en werkt zo toe naar een eenduidige en hanteerbare opzet voor het lerarenregister. Er komen twee soorten registers; een initieel register (het zgn. "diplomaregister") en een beroepsregister. Elke leraar die een erkend diploma heeft (bevoegd is) en de beroepscode en beroepsstandaarden onderschrijft, kan zich laten registreren in het initiële register. Om te worden ingeschreven in dat beroepsregister moet een leraar minimaal twee jaar in het initiële register zijn opgenomen en een aanstelling van minstens 0,2 fte hebben. Bovendien heeft de kandidaat over een periode van vier jaar mini maal 40 uur per jaar besteed aan professionaliseringsactiviteiten. Daar krijgt hij ook 'punten' voor. SBL brengt op zijn website ook een aantal instrumenten die nuttig zijn bij het in kaart brengen of beoordelen van de leraarscompetenties. Ik noem een checklist (een instrument voor de zelfbeoordeling) van de zeven generieke bekwaam heidseisen; een zestigtal vragen die je beantwoordt met een keuze uit drie beheer singsniveaus; resultaat is een diagram. Verder de feedbackscan om het effect van je eigen handelen te testen en te vergelijken met de oordelen van collega's en/of leerlingen. Tot slot een gestructureerde aanpak voor het maken van je portfolio; hierbij vallen vooral 'sleutelervaringen' en 'kenmerkende situaties' op. Maar ook het beschrij ven van je beroepsidentiteit: wat je drijft, inspireert en motiveert. De kenmerken de situaties verwijzen naar de eerder genoemde competentiematrix. De sleutelervaringen zijn momenten in je (beroeps-)leven die grensbepalend of grensverleggend zijn geweest. Inspiratie voor NARM We noemen hier vooral de reflectie op sleutelervaringen en het aangepaste regiem voor starters. THIJS LAEVEN RONDJE REGISTERS 241

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2010 | | pagina 243