kelen over beroeps- en competentieprofielen. De artikelen in dit hoofdstuk professie geven een beeld van het collectief: beroep en beroepenveld: beeld, imago, collectief. Wat is het gevestigde beroep? De twee eerste auteurs kijken terug naar de 19e en 20e eeuw en stellen de vraag of er een beroep is ontstaan en hoe dit zich heeft ontwikkeld. Erika Hokke gaat in haar artikel "Er is een arbeidsverdeling geko men" in op de Nederlandse context. Zij beschrijft het ontstaan en de ontwikke ling van het beroep archivaris aan de hand van vier processen: differentiatie, specialisatie, institutionalisering en legitimering. Ze signaleert dat er vanaf het moment van beroepsvorming, eind 19e eeuw, binnen de beroepsgroep steeds opnieuw discussies zijn over het taakveld van de archivaris. Met daaraan gekop peld discussies over de voor dat domein benodigde specialisatie. De conclusie daarvan kan zijn dat er nooit een volwaardig beroep is ontstaan. Maar ook dat er een beroep is ontstaan dat zich steeds aanpast aan veranderende omstandig heden: andere archieven, andere onderzoekers, andere samenleving. Zij eindigt hoopvol en kiest voor het laatste. In Albion is het beroep nog in ontwikkeling, concludeert Elizabeth Shepherd in haar bijdrage "Archivists in 21st century Europe: emerging professionals?" Ook zij hanteert een sociologisch model om professies en vooral die van archivaris te analyseren. Ze gebruikt daarvoor vier centrale kenmerken van professionaliteit: 1) de politieke en juridische erkenning 2) een herkenbaar takenpakket 3) een eigen beroepsvereniging 4) relevante opleidingen en onderzoek. Aan de hand van het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk en met verwijzingen naar overseas betoogt ze hoe het beroep zich ontwikkelde en waar het nu staat. Wat is het toekomstige beroep? Op ons verzoek keken de auteurs van de twee vol gende artikelen naar het 'nieuwe digitale beroep'. Wij stelden hen de vraag of ze de 'archivaris 2.0' en de 'e-archivaris' wilden beschrijven, vooral in vergelijking met de analoge archivaris 1.0. Chido Houbraken en Christian van der Ven namen, in nauwe samenwerking met Ingmar Koch, het eerste onderwerp voor hun rekening. Hun artikel "De sociale archivaris: nieuwe rollen in nieuwe net werken" beschrijft de invloed van web 2.0 op zowel de dienstverlening als, zoals zij zelf zeggen, op 'die andere archivistische taken'. Die invloed is groot en vraagt van de archivaris een nieuwe houding en nieuwe kennis. De archivaris moet op de hoogte zijn van Web 2.0 ontwikkelingen om zijn dienstverlening, inspectietaak en/of beheertaak goed uit te kunnen voeren. In het belang van het duurzaam behouden, beheren en beschikbaar stellen van archieven pleiten de auteurs ervoor dat er véél meer begrip over IT en archivistiek tussen beide professies uitgewisseld worden. Met de nadruk op uitwisselen, dus op het sociale karakter van de kennisdeling. Filip Boudrez vraagt zich af of archivarissen die de 'duik in het ICT-bad' wel durven nemen. In zijn artikel "Een informatiearchitect met digitale kennis van zaken: de archivaris anno 2010" beschrijft hij de gevolgen van digitalisering voor de competenties van archivarissen. Archivarissen zijn doorgaans geen informatici en besteden, mede uit koudwatervrees, de digitale archivering uit aan anderen. Hij pleit ervoor dat de archivaris zich ontwikkelt tot informatiearchitect 'met 19 INLEIDING

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2010 | | pagina 21