Daarnaast vinden we enkele inhoudelijke eisen:
a) herkenbaarheid (beroepsprofielen en opleidingen);
b) evenwicht theorie en praktijk;
c) studieduur, opzet, deeltijd, doorstroom en (zij-)instroom;
d) relatie met archiefwetenschappelijk onderzoek.
Bron: Visie KVAN op de opleiding Archivistiek, 25 januari 2007
De beroepsrelevantie is bij de NVAO en de andere serieuze beoordelaars een
onderdeel van het beoordelingskader. De NVAO biedt ruimte voor beroepsrele-
vante invulling. Zonder al de keuringsprocedures in detail te beschrijven, zien we
min of meer overeenkomst met hoe de NVAO werkt.9 Naast het programma
komen de kwaliteit van personeel, voorzieningen, toetsing en examinering, admi
nistratie, continuïteit, kwaliteitszorg, en resultaten aanbod.
Er worden ook eisen aan de leden van visitatiecommissies gesteld: onafhankelijk
en met gezag en een brede oriëntatie, kundig in vak en werkveld, in onderwijs, in
auditeren of visiteren, binding met studenten.
Als de KVAN de beroepsspecificiteit of werkveldrelevantie serieus wil (laten)
toetsen, dan zal de aanpak zich hiermee moeten kunnen meten. Het inhoudelijke
kader en de procedurele aanpak zullen - in welke variant ook - gedetailleerd
moeten worden. Dat zou voor de archiefsector via accreditatie haalbaar kunnen
zijn. Geleidelijk wordt evenwel duidelijk dat er meer dan één nadeel aan kleeft.
Voortschrijdend inzicht
Wanneer de erkenning van de werkveldrelevantie ingebed zou worden bij de
NVAO accreditatie, dan blijft een deel van het aanbod aan opleidingen buiten
beeld. Anno 2009 vallen alleen de twee Archivistiek- en de twee HMDI-
opleidingen onder NVAO regiem. Andere initiële en alle postinitiële opleidingen
vallen uit de boot, en de stuurgroep wilde deze juist wel bestrijken.
Dit zou met een eigen keurmerk te verhelpen zijn. Maar dan nog: elk keurmerk
van opleidingen richt zich op "opleiden". Terwijl in de moderne kenniseconomie
veel meer nadruk komt te liggen op "leren".
Een keurmerk dat zich bezig houdt met opleidingen, kijkt naar de kwaliteit van
het proces en de waarde van het product: een diploma of certificaat. En dat is een
momentopname. De voortgaande ontwikkeling, de doorgaande lijn van professio
nalisering en education permanente blijft buiten beeld.
Accreditatie van opleidingen schiet dus tekort - dekt wel "opleiden", maar niet
"leren". Via certificering van individuele beroepsbeoefenaars kun je wèl allerlei
verschijningsvormen van initiële opleiding en een leven-lang-leren honoreren.
THIJS LAEVEN ARCHIVISTISCH IJKPUNT: HET REGISTER VOOR ACTIEVE PROFESSIONALS
9 Bron: website van de NVAO http://www.nvao.net. Hier kunt u de visitatierapporten en de erkenningbeslui-
ten vinden. Het accreditatiekader dateert uit 2003; de wetswijziging in 2008 geeft als belangrijkste verande
ring dat het stelsel 'gemengd' wordt: een deel kan op instituutsniveau worden beoordeeld en een ander deel
op opleidingsniveau.
215