Bureauonderzoek brengt het veld van archiefopleidingen in kaart. Niet alleen
namen en rugnummers (zoals het jaarlijkse Opleidingenoverzicht DIV van Od),
maar vooral de kwaliteitsclaims. De blik reikt verder dan alleen de NVAO accredi
tatie, want dan ben je vlug klaar. We willen juist zien wat er gaande is naast het
alleenvertoningsrecht van Archivistiek A en B (Archiefschool met Universiteit
resp. Hogeschool van Amsterdam) en HMDI.
Naast deze initiële opleidingen met NVAO accreditatie is er een veelheid aan pos
tinitiële opleidingen, leergangen, cursussen en trainingen. Doorgaans in deeltijd
en duaal van aard (leren en werken gaan hand-in-hand). Denk aan bijv. GO,
VHIC, KBenP, DIOR. In dit veld zijn verschillende keurmerken en kwaliteitslabels
in omloop. De genoemde, maar ook andere opleidingsorganisaties, product
aanbieders en adviesbureaus bieden bovendien nog een baaierd aan kortere
cursussen en trainingen als na- en bijscholing.
De claims over kwaliteit en hbo- of wo-niveau zijn zeker in de laatste gevallen niet
of niet overtuigend onderbouwd. Los van de vraag of de erkenningen eigenlijk wel
uitspraken doen over de aansluiting tussen vraag uit het beroepenveld naar
bekwaam personeel en aanbod van mensen met hun kwalificaties op grond van
diploma's en certificaten - dus over de aansluiting leren - werken, die het doel
van het project is.
De veelheid aan claims en beweringen en de grote variëteit aan keurmerken
maakt het voor een buitenstaander een ondoorzichtige markt. Zonder alle aanbie
ders over één kam te scheren: er is gebrek aan transparantie en men kan zich geen
objectief oordeel vormen, met name niet over de beroepsrelevantie.
Tijdens het vooronderzoek bekijken we ook hoe je accreditatie kunt aanpakken.
We nemen onder de loep welke mogelijkheden in Nederland bestaan.
Er dienen zich varianten aan, die verschillen naar de mate van "nestgeur". Aan
de ene kant op de schaal een eigen branchekeurmerk voor tenminste de beroeps-
specificiteit werkveldrelevantie. Anderzijds het opnemen van branche-experts in
procedures voor bestaande keurmerken.
In alle gevallen zullen de keurmeesters (auditors) een beoordelingskader als dat
van de KVAN in de hand hebben (zie kader). Maar dan zullen alle elementen
verder uitgewerkt moeten worden.
KVAN beoordelingskader - samenvatting
Voor deze bijdrage zijn de volgende elementen van belang. Ten aanzien van
het onderwijs:
1. beroepsgericht karakter,
2. centrale plaats van de archiefwetenschap,
3. oriëntatie op cultuurbehoud,
4. evenwicht tussen de historische en administratieve dimensies,
5. opbouw van deze dimensies vanuit levensloopconcept en contextbegrip,
6. garanties voor in- en doorstroom.
PROFESSIONALITEIT
214