professionaliteit. Het hierop volgende artikel van Thijs Laeven "Rondje registers -
certificering en registers in de praktijk" verkent registers en vergelijkbare erken
ningsregelingen in Nederland en daarbuiten. Het artikel laat zien op welke
manier NARM inspiratie heeft opgedaan en waarom NARM onderdelen van
andere registers navolgt of juist niet.
Bij uitbreiding zou je dezelfde vraag "hoe blijf je voldoen aan de eisen?" kunnen
opperen niet voor individuele beroepsbeoefenaars als professionals, maar voor
beroepsbeoefenaars als werknemers van archiefbeherende of archiefvormende
organisaties en zelfs voor de instellingen zelf. De brancheorganisatie BRAIN heeft
in haar werkdocument2 opgenomen te willen komen tot een systeem van certifi
cering van instellingen op grond van audits voor die onderdelen van de bedrijfs
voering waarvoor normen bestaan. Voor een volgend jaarboek zou het interessant
zijn te bezien welke maatregelen op het vlak van human resource management in
archieforganisaties worden genomen om professionaliteit te waarborgen en met
welke effecten. En hoe instellingen en werknemers hierin samenwerken.
Eén van de bronnen waarvan de professional zich bedient om zicht te houden op
de ontwikkelingen in haar of zijn professie is het vakblad. Hans Berende volgt in
"Spil of spagaat? Beroep, vak en blad in beweging" de ontwikkeling van het
vakblad en de rol van het vakblad voor de archivaris. Het vakblad hoort bij de
beroepsgroep - is misschien wel de spil. Het vakblad draagt bij aan de ontwikke
ling van het beroep, en omgekeerd. Je kunt het zien als een laagdrempelige bron
om de ontwikkelingen in het vak en het beroep te volgen. Het maakt ook aanpa
lende domeinen toegankelijk voor de beroepsbeoefenaar en begeeft zich daarmee
in een spagaat. In het ideale geval stelt de beroepsbeoefenaar zich de vraag of de
eigen beroepsuitoefening die ontwikkelingen volgt en neemt hij of zij maatregelen
om die ontwikkelingen in het eigen werk te incorporeren.
Je kunt professionaliteit tot slot ook bekijken vanuit het gezichtspunt van de
norm zelf waaraan je de mate van beheersing relateert. De eisen zijn uitgedrukt in
beroeps- en competentieprofielen en ook in de code. In het afgelopen decennium
zijn verschillende beroeps- en competentieprofielen ontwikkeld in Nederland. We
kennen die van DIVA en later die van de Archiefschool, van RMC KennisLAB en
van ECABO. Thijs Laeven zegt hier kort wat over in "Archivistisch ijkpunt",
omdat elders deze profielen al uitgebreid beschreven worden.3 Met andere auteurs
in dit jaarboek pleit hij voor actualisering om de vinger aan de pols te kunnen
houden van de dynamiek van de ontwikkelingen.
Deze dynamiek komt helder naar voren in het manifest Archief 2.0 dat Luud de
Brouwer en Christian van der Ven tot slot van dit hoofdstuk presenteren in "I,
Archivist wordt iArchivist - Een Manifest voor de Archivaris 2.0". Hiermee
beschrijven ze de uitdaging van een mentaliteitsverandering die voor de moderne
archivaris nodig is om de ontwikkelingen op te kunnen pakken en te verbinden
179
INLEIDING
2 http://www.archiefbrain.nl/ zoek naar "activiteitenplan 2010" (bezocht 26 maart 2010) - zie hoofdstuk 4
van dit jaarboek.
3 Thijs Laeven: "Beroeps- en competentieprofielen voor duurzame ontwikkeling van de informatieprofessio
nal", verschijnt in 2010 in Archiefbeheer in de Praktijk, Deventer, Kluwer. De profielen van 2004 en 2007
van de Archiefschool nu KVAN worden hier opgenomen.