Professionaliteit Inleiding Het begrip professionaliteit betekent in de meest courante opvatting "datgene wat een beroep of een beroepsbeoefenaar typeert". Het voorbeeld in de Van Dale is duidelijk: "dat getuigt (niet) van professionaliteit". Wij hebben het voor dit hoofdstuk opgevat als "de mate waarin de beroepsbeoefenaar voldoet aan de eisen die de professie stelt aan beroep, beroepsbeoefenaar en beroepsuitoefening". Deze opvatting biedt ruimte voor gradaties en voor benaderingen vanuit verschillende invalshoeken. Professionaliteit kan in de eerste plaats als een norm gezien worden, waartegen beroepsuitoefening wordt getoetst. Bijvoorbeeld in het geval van klachten, om een uitspraak te doen of de professional heeft gehandeld conform de eisen van beroepsuitoefening en beroepsethiek. Dergelijke eisen vindt de archivaris in de ICA code, die elk KVAN lid trouwens onderschrijft. De code is ook van toepassing op records management, maar momenteel niet actueel voor de georganiseerde records managers in ons land (en vrijwel nergens). De code is ook geen onder werp van systematische reflectie, laat staan handhaving. Er is geen commissie die toetst of het handelen van een professional in een gegeven situatie voldoet aan de eisen van de code. Het is jammer genoeg niet gelukt een bijdrage op te nemen met kritische reflecties op beroepsethische vraagstukken. Maar wat in het vat zit, ver zuurt niet. Professionaliteit kan in de tweede plaats worden gezien vanuit het perspectief van de verwerving. Hoe verwerft een instromer in het beroep zijn of haar kennis en bekwaamheid? Deze vraag komt aan de orde in de eerste drie artikelen van Scheurkogel, Uhde en Duranti. Het artikel van Hans Scheurkogel dat we in "zijn jaarboek" opnemen is een Engelstalige bijdrage uit 2005. Het artikel "What master's voice?" verscheen in een bundel die werd uitgegeven in Marburg en is daardoor niet voor iedereen gemakkelijk te vinden. Hij onderzoekt en vergelijkt welke master programma's er in Europa zijn (Amsterdam, Brussel en Madrid). Hij bepleit een helder - Europees - profiel van de hoger opgeleide archivaris en hierop gebaseerd een - eveneens Europees - master programma. Om de discussie te voeden citeert hij een zestiende eeuws beroepsprofiel van een registrator-archivaris, met nadruk op diens "habitus"1 - met een beetje overdrijving en als anachronisme diens "compe- 177 HOOFDSTUK 1 Volgens de transcriptie van Hans Waalwijk, zie het artikel van Hans Scheurkogel.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2010 | | pagina 179