belangrijk. Dat een kleine dienst moeilijk alle noodzakelijke kennis bij elkaar kan brengen, is niet te ontkennen. Verdere schaalvergroting - en niet alleen om kosten te besparen - lijkt onafwendbaar. Maar dat is slechts één zijde van de medaille. Archiefdiensten zullen zich moeten ontwikkelen tot lerende organisa ties en zich niet eenzijdig op instrueren en verspreiden van kennis kunnen concentreren. Nieuwe kennis is ook nodig aan de publiekszijde. Web 2.0 technologie noodzaakt archieven meer te weten van de gebruikers en de methoden die ze hanteren. De klassieke archiefvorser is weliswaar nog niet helemaal verdwenen, maar een veel grotere schare nieuwe gebruikers, die misschien nooit een fysieke studiezaal zullen bezoeken, dient zich aan. Dat kunnen gebruikers zijn die actief communi ceren met de archiefdienst, die wellicht ook weer een rol kunnen spelen in het leerproces. In die zin zijn ook de grenzen van de leeromgeving zeker niet met muren of prikkeldraad afgebakend. Een leeromgeving, digitaal of niet, is voor een lerende, kennisintensieve orga nisatie, zoals een archiefdienst, een noodzakelijk deel van de infrastructuur, vergelijkbaar met kantoormeubilair, centrale verwarming, koffievoorziening of ICT-voorzieningen. De leeromgeving moet het leren niet alleen faciliteren, maar ook stimuleren - dus aantrekkelijk zijn. En niet alleen voor medewerkers, maar ook voor gebruikers en archiefvormers. Vanzelfsprekend kunnen cursussen evenzeer opengesteld worden voor medewer kers van andere diensten, ook als ze zijn ontwikkeld en uitgevoerd door een oplei dingsinstituut. Tenslotte hoeft de leeromgeving niet alleen cursussen te bevatten, zoals ik hiervoor betoogde, maar ook projecten die een bepaald probleem oplos sen. Immers, probleemoplossing is een leerproces, dat gezamenlijk uitgevoerd kan worden. Complexe procedures, zoals het opnemen van digitaal archief in een e-depot, of het in EAD coderen van inventarissen kunnen heel goed als cursus worden vormgegeven, die nadat ze een maal gegeven zijn beschikbaar blijven voor nieuwkomers. Samenwerking tussen archiefdiensten en opleidingsinstellingen zou zich direct al moeten richten op de ontwikkeling van de kennis- en casusverzameling. In de paragraaf over beheer noemde ik de ICA als voorbeeld, maar er is veel meer moge lijk. DIVA ontwikkelde destijds op het gebied van digitale archivering een mooie website, waarvan een kennisbank (een toolkit) het centrum was. De nog bestaan de site www.digitaleduurzaamheid.nl zou een goede basis kunnen vormen voor een kennisbank; op andere terreinen zouden vergelijkbare sites gemaakt en onder houden moeten worden. Samenwerking tussen beide soorten instellingen - en wie weet ook archiefvor mers en gebruikers - is wederzijds inspirerend en bevruchtend. Niet voor niets is één van de leerstrategieën: leren door doceren (learning by teaching). Dat is ook de kracht van de train-the-trainer aanpak, al komt die tot nu toe onvoldoende uit de verf omdat professionals het trainen toch maar liever aan opleiders over laten. De hier beschreven projecten hebben in elk geval voor de betrokkenen geleid tot nieuwe inzichten op het gebied van leren. Er is nog veel te ontdekken op dit terrein, maar ook veel winst te behalen en plezier te beleven. PETER HORSMAN LEREN DUURT EEN LEVEN LANG. EEN ARCHIEFDIENST ALS LERENDE ORGANISATIE - 175

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2010 | | pagina 177