Openbaar' heid, v., g. mv., 1. het
Openbaar'making, v., g. mv., het
openbaar het algemeen-bekend-zijn:
openbaarheid aan iets geven; de
openbaarheid zoeken; in de
openbaarheid treden, m.n. in de zin
van: een geschrift onder zijn naam
publiceren; iets in de openbaarheid
brengen, het publiekelijk bekend
maken; -2 het toegankelijk -zijn voor
het publiek: de openbaarheid van de
zittingen, van de adviezen.
algemeen-bekend-maken, het
ruchtbaar-maken, publikatie: geschikt
voor openbaarmaking
Van Dale
Groot woordenboek
der Nederlandse taal