dracht al openbaar is, kan niet meer aan beperkende bepalingen onderhevig gemaakt worden. Hierop is slechts één uitzondering mogelijk, namelijk artikel 15 lid 2 Archiefwet 1995 (AW 1995). De WOB kent meer beperkingen op de open baarheid dan die welke genoemd zijn in AW 1995. Het betreft hier bijvoorbeeld de "eenheid van de Kroon" en geheimhouding van het vertrouwelijke karakter van fabricage- en bedrijfsgegevens. Verzoeken om raadpleging van archieven die zich in een openbare archief bewaarplaats bevonden voor de inwerkingtreding van de WOB (1992) en AW 1995 (1996) blijven wat hun openbaarheidsregime betreft vallen onder artikel 7a en 7b AW 1962 (WOB artikel 21).12 Archiefwet 1995 Deze heeftin dit geheel uiteraard ook een grote plaats. Daarom nog even op een rijtje de belangrijkste artikelen in het kader van dit stuk. Artikel 14 stelt dat archiefbescheiden openbaar zijn en door iedereen kosteloos zijn te raadplegen. Er zijn enkele uitzonderingen op, zoals artikel 15 t/m 17. Het voert te ver om deze artikelen hier te citeren. In het kader van dit stuk is vooral het al eerder genoemde artikel 15 lid 1 onder a t/m c van belang. Het gaat dan dus om de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, het belang van de Staat en zijn bondgenoten en het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling. Uit een anonieme webbased enquête uit 2006, uitgevoerd onder een aantal openbare archiefbewaarplaatsen, is gebleken dat geen enkele archiefdienst zich tot dan toe heeft beroepen op artikel 15 lid 1 onder b, namelijk het belang van de Staat en zijn bondgenoten. Dit artikel is vooral met het oog op de verkorting van de overbrengingstermijn opgenomen.13 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 In artikel 12 lid 3 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 WIVD 2002) wordt geregeld dat moet worden aangegeven hoe groot de betrouwbaarheid van de verwerkte gegevens is en uit welke bron de gegevens afkomstig zijn. Dat is natuurlijk heel praktisch met het oog op lopende zaken. Komt het te zijner tijd tot overdracht van archiefbescheiden, dan kan het veel discussie over betrouwbaar heid voorkomen. Bij archiefbescheiden van het Bureau Nationale Veiligheid14 is de mate van betrouwbaarheid niet altijd duidelijk. Artikel 13 lid 3 WIVD 2002 verbiedt met zoveel woorden de verwerking van wat in de WBP onder bijzondere persoonsgegevens valt (artikel 16 WBP). Het verschil is echter dat in artikel 13 lid 3 WIVD 2002 niet genoemd staan het lidmaatschap van een vakvereniging, strafrechtelijke persoonsgegevens of persoonsgegevens over hinderlijk of onrechtmatig gedrag. De inlichtingen- en veiligheidsdiensten hebben een grote mate van vrijheid van onderzoek. Gezien de aard van de werkzaamheden ligt dit voor de hand. 53 BARBARA MEIBOOM OPENBAARHEID VAN ARCHIEVEN: WET- EN REGELGEVING EN JURISPRUDENTIE 13 B.J. Meiboom, Openbaarheid van archieven: wet- en regelgeving in de dagelijkse praktijk, (scriptie Archiefschool/Hogeschool van Amsterdam) (2006) p. 36. 14 BNV, de rechtsvoorganger van de Binnenlandse Veiligheids Dienst (BVD) en de huidige AIVD (Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst). Met name van het oorlogsgerelateerde gedeelte is lang niet altijd duidelijk van wie de inlichtingen afkomstig zijn of onder welke omstandigheden de inlichtingen zijn verkregen. Van in ieder geval één ondervrager staat vast dat bij de hem welgevallige dames, de ten laste leggingen van bijvoorbeeld spionage aanzienlijk minder zwaar werden voorgesteld. Veel van de inlichtingen afkomstig van anderen was 'van horen zeggen'.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2006 | | pagina 55