met het vastleggen en verstrekken van persoonsgegevens. 3De wet stelt regels inzake de aanspraken van personen op kennisneming van over hen vastgelegde gegevens en van het gebruik dat daarvan wordt gemaakt, alsmede op verbetering van zodanige gegevens." Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) Wat wordt er bedoeld met persoonsgegeven? Een persoonsgegeven is "elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon." (artikel 1 onder a WBP). Er wordt uitvoerig becommentarieerd welke gegevens als persoonsgegeven geduid kunnen worden. Het kan dan gaan om bijvoorbeeld direct identificeerbare gegevens (bvnaam, adres, woonplaats; NAW-gegevens), indirect identificeerbare gegevens (DNA, burgerservicenummer "Gegevens van een overleden persoon vallen niet onder de definitie van persoons gegevens."7 In de WBP is er sprake van het verwerken van persoonsgegevens. Voor goed begrip: het verwerken van persoonsgegevens houdt in "Elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens" (artikel 1 onder b WBP). Er staat in de WBP zelf niet uitdrukkelijk vermeld dat het alleen levende personen betreft. Dit valt wel af te leiden uit de aanwezige jurisprudentie. De Raad van State deed al in 1986 de uitspraak dat de privacy van een overledene niet geschonden kan worden. Hooghiemstra becommentarieert dat gegevens over een overledene geen persoonsgegeven zijn. Er zullen dus in archiefbewaarplaatsen bijzonder weinig persoonsgegevens te vinden zijn over personen uit de 19de eeuw; er mag gevoegelijk aangenomen worden dat deze personen inmiddels overleden zijn. Er zijn dus nog wel veel gegevens over de personen te vinden; dat zijn echter geen persoonsgegevens in de zin van de WBP. Over personen uit de 20ste eeuw daarentegen kunnen nog wel veel persoonsgegevens aanwezig zijn. Voor archiefbewaarplaatsen is het begrip "verwerken" ook van belang. Het betreft dus niet meer alleen persoonsgegevens zoals die eventueel aangetroffen kunnen worden in overgebrachte archiefbestanddelen, het gaat verder dan dat. Het gaat ook over de bezoekersregistratie, de eventuele 'zwarte lijst'8 van een instelling of de registratie van verleende dispensaties. Voor archiefbewaarplaatsen is het begrip "toegankelijk maken" van belang. Een archiefbestanddeel waarin persoons gegevens voorkomen, maar dat niet doorzoekbaar is op die persoonsgegevens, vormt geen bestand in de zin van de WBP. Concreet: Een archiefdienst heeft veel foto' s. Ze zijn her en der verspreid over de collectie. Soms herkent een bezoeker een foto en zegt: "hè, dat is Pietje Puk!". Zo'n toevallige herkenning is wat anders dan van al die foto's een beeldbank maken die dan bijvoorbeeld doorzoekbaar is op familienaam. Dit laatste is dan wel degelijk een bestand in de zin van de WBP. De WBP maakt een onderscheid tussen gewone en bijzondere persoonsgegevens. De bijzondere persoonsgegevens zijn terug te vinden in artikel 16; het betreft BARBARA MEIBOOM OPENBAARHEID VAN ARCHIEVEN: WET- EN REGELGEVING EN JURISPRUDENTIE 7 Voor dit citaat en meer informatie: T.F.M. Hooghiemstra: Teksten en toelichting op de Wet bescherming Persoonsgegevens (Lelystad 2001) p. 37-40 e.v. 8 Zwarte lijst: lijst per archiefbewaarplaats waarop namen van onderzoekers staan aan wie het recht tot toegang van de studiezaal ontzegd is wegens diefstal of wangedrag. 51

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2006 | | pagina 53