Naast de bepalingen in de Archiefwet omtrent openbaarheid is het eveneens van belang te bezien wat de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bescher ming persoonsgegevens over de openbaarheid van archieven bepalen. Interessant is het om ook over de grenzen te kijken. In een co-productie van enkele auteurs wordt nagegaan hoe de openbaarheid van zowel naar archief plaatsen overgebrachte als niet-overgebrachte archieven is geregeld in landen als Groot-Brittannië, India en Zuid-Afrika. De vergelijking laat heel wat overeen komsten in de diverse regelingen zien, maar er zijn ook belangrijke verschillen. Opmerkelijk met name is dat de roep om openbaarheid vanuit het Indiase volk is voortgekomen en uiteindelijk ook is gehonoreerd. Aandacht ook is er voor de openbaarheid in de praktijk van Frankrijk. Veel stof deed daar een studie opwaaien van Sonia Combe, volgens wie de toegang tot archieven niet voor alle onderzoekers in dezelfde mate zou zijn gegarandeerd. Een behoorlijke stap terug in de geschiedenis wordt gezet in hoofdstuk vier, waarin de omgang met de geheime archieven van de Verenigde Compagnie en de East India Company wordt beschreven. Ten slotte aandacht aan het fenomeen van het bewust niet vastleggen van belangrijke besluiten. Welke belangen bij een dergelijke benadering spelen en waartoe een dergelijk niet-handelen kan leiden wordt in de laatste bijdrage van de bundel duidelijk gemaakt. Het laatste woord over openbaarheid is hiermee uiteraard niet gezegd. De redactie hoopt dat de verschillende bijdragen uitnodigen tot een verdere dialoog en prik kelen tot discussie. Jan Kompagnie 12

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2006 | | pagina 14