toonstellingsmaker weer een construct gemaakt met de nagebouwde put als ver-
toningsplek. Het afpellen van de latere toevoegingen zou wel eens een pregnante
re historische sensatie en een authentieker en rijker 'object' kunnen opleveren.
Maar natuurlijk moet een tentoonstellingsmaker, naast objecten, ook ruimtelijke
ervaringen bieden, en dat gaat bij audiovisuele 'objecten' niet vanzelf. Het is niet
eenvoudig audiovisueel materiaal te presenteren op een niveau dat 'het scherm
pje', waarbinnen het al te gemakkelijk 'een filmpje' blijft, overstijgt. In dat per
spectief heeft de decorput wel degelijk een belangrijke functie, maar zou het
object geïntensiveerd kunnen worden door het beeld bijvoorbeeld in te spiegelen
(het krijgt daardoor een 'zwevende' kwaliteit in het zwarte gat van de put) of de
hele put met spiegels te bekleden, waardoor een Droste-effect wordt opgeroepen
als visuele analogie met de befaamde akoestische echo die in de reportage te
horen is.
Het is zaak de kwaliteit van het 'object' te verbijzonderen ten opzichte van de
thuiservaring dat is een essentie van exposeren die ook bij het gebruik van audio
visuele objecten overeind blijft.6 De strategie die Beeld en Geluid tracht te volgen
komt er op neer de technische kwaliteit van het 'object' te versterken ten opzich
te van de thuiservaring. Zo wint de caviarace uit de Wiekentkwis (een icoon van
de nationale zaterdagavond) nog aanmerkelijk op groot formaat, als het ware tot
monumentale proporties opgeblazen waardoor het banale, tamelijk knullige
spelletje overeind blijft tegenover de veel geacheveerde formats van latere jaren.
Maar kinderprogramma's worden in intieme 'settings' vertoond, om het indivi
duele terugreizen naar de eigen jeugd van de kijker te intensiveren. Datzelfde
geldt voor actualiteiten en nieuwsprogramma's, die echter daarnaast in een
grotere context geplaatst worden in een multiscreenprojectie waar de kijker het
overzicht soms ternauwernood kan bewaren en de maalstroom van beelden een
sensatie op zichzelf wordt. De verhaallijnen daarbinnen worden bepaald door de
regie van thema's die afwisselend gedurende enkele minuten de hoofdmoot van
de presentatie vormen. Hier wordt het bronmateriaal nadrukkelijk gecontextuali-
seerd voor een groter verhaal en verwerft de vormgeving van de expositie het
primaat over de vormgeving van de originelen.
Audiovisueel erfgoed is veel meer dan een bewegend plaatje ter illustratie of
adstructie van een tentoonstellingsthema. Het immateriële karakter van het
'object' maakt het weliswaar buitengewoon plooibaar en geschikt voor decoratie
ve of educatieve terzijdes in een tentoonstelling, maar indien respectvol bestu
deerd, geselecteerd, vormgegeven en vertoond is audiovisueel materiaal ook een
immens rijk object met bovendien een aanzienlijk hogere evocatiefactor dan veel
materieel erfgoed.
TOEGANG
Afbeelding 3. Interactieve installaties en een reuzenscherm
maken het verhaal achter nieuws en sport-verslaggeving
voelbaar. Ontwerp: Hollandse Nieuwe.
6 FFF Videoshow in het Centraal Museum (2002) deed wat dit betreft een respectabele en tot op heden
unieke poging, die veel museologische aandacht verdient.
172
PIETER VAN DER HEIJDEN VAN ARCHIEFBEELD TOT TENTOONSTELLINGSOBJECT
173