1 waarmee de documentalist deze taken kan uitvoeren is de zogeheten metadata- editor. Belangrijk voor Beeld en Geluid is de mogelijkheid om doelgroepspecifie- ke metadata toe te voegen. Ook hier is het weer de documentalist die de keuzes maakt. Digitaal Archief De digitaal aangeleverde programma's zelf worden opgeslagen in het Digitaal Archief, dat in 2005 in gebruik is genomen en is voorbereid op een jaarlijkse instroom van ongeveer 12.000 uur video en 20.000 uur audio. Het jaarlijkse groeivolume bedraagt omstreeks 250 terabyte, wat betekent dat rond 2009 een volume van 1 petabyte wordt bereikt. De collecties worden binnen het Digitaal Archief beheerd volgens het HSM-principe (Hierarchical Storage Management): veelgevraagd materiaal staat online op harddisk en is meteen opvraagbaar. Minder courant materiaal is (near online) opgeslagen op datatape. Het duurt dan iets (enkele minuten) langer voordat het materiaal kan worden opgevraagd, maar opslag op tape biedt grote kostenvoordelen. Digitaal Platform Het Digitaal Platform vormt de schakel tussen de productie- en uitzendomgeving van de publieke omroepen enerzijds en iMMix anderzijds. De belangrijkste syste men die deel uitmaken van het Digitaal Platform zijn PowerStation (schema- beheer) en de Digitale Voorziening (uitzending en infrastructuur). 4 preproductie programma iij^. productie uitzending Digitale voorziening metadata PawnrSiotivn Afbeelding 3. iMMix en het Digitaal Platform 136 Het Digitaal Platform maakt het mogelijk dat programma's die door de omroe pen digitaal zijn geproduceerd ook in die vorm kunnen worden aangeleverd voor uitzending. In 2005 is dit nog optioneel, in de loop van 2006 is digitale aanleve ring verplicht. Een en ander heeft als directe voordelen dat het bandenverkeer wordt geëlimineerd en de betrouwbaarheid van het uitzendproces sterk wordt verbeterd. Materiaal dat door de omroepen analoog wordt aangeleverd, wordt in de Digitale Voorziening alsnog gedigitaliseerd en in die vorm aangeleverd. Het allerbelangrijkste voordeel is echter dat met het Digitaal Platform een infrastruc tuur ontstaat waarvan het archief enorm gaat profiteren: programma's worden digitaal met bijbehorende metadata aangeleverd aan iMMix en kunnen via dezelfde infrastructuur weer beschikbaar worden gesteld. Conservering en encoding Tegelijk met de start van het iMMix-project is Beeld en Geluid begonnen met het digitaliseren van 10.000 uur materiaal uit het eigen archief. In 2004 is de eerste fase van dit project afgerond. Alle geselecteerde programma's zijn geëncodeerd naar een browse-formaat (MPEG-1) dat inclusief metadata kan worden geïmpor teerd in iMMix. Deze import wordt begin 2005 afgerond. In de loop van 2005 wordt dan de laatste fase opgeleverd waarmee het materiaal ook in een high-res fileformaat beschikbaar komt. Uniek aan het project is dat hiermee een volledig vraaggestuurd logistiek proces van conservering en encoding is opgezet binnen het instituut. De eerste grote afnemer van het dit encoderingsproces is Beeld en Geluid zelf, in het bijzonder de Media Experience, de publieksattractie die de grote trekpleister gaat vormen van het nieuwe gebouw dat Beeld en Geluid in 2006 zal betrekken. De eerste 10.000 uur zijn met name geselecteerd voor toepassing in de zogenaamde Media Lounge, het browse-archief van de Experience. Het encoderingsproces kan echter worden ingezet voor alle projecten en klantvragen die betrekking hebben op digitaal materiaal. Front Ends iMMix II De uitrol van iMMix naar de eindgebruikers vindt uiteindelijk plaats via het project iMMix II, dat in 2005 van start gaat. Het is de bedoeling dat iMMix zich via verschillende frontends aan de verschillende eindgebruikergroepen van Beeld en Geluid gaat presenteren: professionals van de omroep en die uit het onder wijs, en het algemene publiek dat via het web of de Media Experience Beeld en Geluid bezoekt. Voor het systeem maakt het niet uit door welke soort gebruiker het wordt bevraagd. In alle gevallen blijft op de achtergrond hetzelfde iMMix- systeem zijn werk doen: beheren, verplaatsen en terugvindbaar maken van digi tale content. De verschillende soorten gebruikers krijgen echter een op maat gemaakte toegang. Omroep professional Het eerste frontend dat wordt opgeleverd is dat voor de broadcast professional, de omroepmedewerker die om uiteenlopende redenen op zoek is naar archief materiaal. Deze gebruikersgroep is zeker niet homogeen. Een documentaire maker kan op zoek zijn naar achtergrondinformatie, een journaalmedewerker zoekt mogelijk een zeer specifiek shot of fragment. Het metadatamodel maakt CATALOGUS --T. Digitaal Archief ïjjpirBT IMMIX ARJO VAN LOO IMMIX: MULTIMEDIACATALOGUS 137

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2005 | | pagina 70