-\ 1 rïr worden: deze content is tenslotte 'already 'made' n' paid', aldus Paul Gerhardt13. De BBC heeft voor de gelegenheid een eigen versie ontwikkeld van de Creative Commons Licentie.14 Als startcollectie zal het Creative Archive enkele duizenden archieffragmenten aanbieden. Te beginnen met clips uit natuurprogramma's, wordt de service geleidelijk uitgebreid naar andere genres, zoals populair-weten- schappelijke producties (in de loop van 2005), educatie, sport en nieuwsfrag- menten (2006) en, vanaf 2008, drama en entertainment. De opbouw van de collectie verloopt volgens Gerhardt van een 'evolutionary management approach' naar een 'revolutionary management approach'. De mate van beschik baarstelling heeft te maken met de auteursrechtelijke complexiteit zoals die voor bepaalde programmagenres wordt voorzien. - - J E [2 a W 1 n IIvbI A mr Rn"' t 1 i i ■1 I Voor het Creative Archive wordt gaandeweg het project steeds weer materiaal onttrokken aan het 'officiële' radio- en televisie archief, de afdeling Information Archives. Deze afdeling beheert de complete collectie oud en recent, digitaal en analoog, ruw en uitgezonden BBC-materiaal. Het archief wordt vanuit het productieproces iedere dag aangevuld. In de toekomst gaat de BBC ook andere, externe bronnen aanboren voor het Creative Archive. Inherent aan de opzet van het project is de gebruikersinput, die zelf ook voedingsbron vormt. Meerdere gebruikers maken eigen bewerkingen van dezelfde archieffragmenten. Deze bewerkingen worden op hun beurt toegevoegd aan de hoofdverzameling. Zo ont staat een omvangrijke, sterk uitdijende dynamische collectie basiscomponenten in wisselende samenstellingen en bewerkingen. Het platform waarop de interac tie tussen gebruikers en project plaatsvindt, is de eigen website van het Creative Archive. De website vormt onderdeel van het veel grotere complex aan BBC web sites, verzameld onder de URL-koepel www.bbc.co.uk en is in die hoedanigheid een autonoom BBC-mediaproduct. De BBC heeft recentelijk beleid ontwikkeld voor het duurzaam bewaren van de 'reguliere' BBC-websites, maar de Creative Archive variant bezit toch weer een aantal eigen, nieuwe kenmerken, o.a. door het audiovisuele internet-only karakter, de hoge mate van gebruikersparticipatie en het gebruik van publieke en commerciële bronnen binnen en buiten de BBC. In het Creative Archive wordt nieuw en oud beeldmateriaal losgetrokken uit zijn context en in nieuwe, onherkenbare vormen en settings gepresenteerd en gerepresenteerd, in een permanente kringloop. De inbedding in de media asset management omgeving maakt dit mogelijk. Er rijzen echter ook vele vragen. Wat van de vorm en inhoud van het Creative Archive moet uiteindelijk voor de lange termijn worden bewaard? Hoe om te gaan met de diverse bewerkingen van het hetzelfde basismateriaal? Is het belangrijk iedere keer vast te leggen waar een aangeboden fragment oorspronkelijk vandaag kwam, en wie het vervolgens hoe heeft bewerkt? Op welk moment is een file erfgoed? Hoe moet het catalogise ren/documenteren verlopen: in relatie tot bestaande programma's, waaruit de fragmenten afkomstig zijn en die (deels) al gearchiveerd zijn volgens de 'reguliere' procedures? Als geheel nieuwe collectie? Welke afdeling zal voor de lange termijn bewaring in hoofdzaak verantwoordelijk zijn? Het officiële bedrijfs archief van de BBC, Information Archives, of de afdeling nieuwe media, waar ook de 'reguliere' websites worden bewaard? Conclusies Omroepen produceren meer en meer digitale content, waaronder een toenemen de hoeveelheid websites. Veel 'officiële' audiovisuele (omroep)archieven lijken er nog niet erg happig op om zich op de archivering van dit materiaal te storten, druk als ze zijn met de migratie van hun reguliere collecties en werkprocessen. Niettemin zouden ze zich over deze content moeten ontfermen. Allereerst om redenen van historisch bewustzijn en verantwoordelijkheid: websites zijn een product van de omroeporganisatie en vormen als zodanig een deel van het (nationaal) erfgoed. Het materiaal kan zonder probleem worden gezien als een nieuwe-media uitbreiding van het reguliere collectiebeleid. Ook op het gebied van efficiëncy liggen aanleidingen om deze content door audiovisuele archieven te laten archiveren: ze beschikken immers al over een deel van de benodigde infrastructuur en hebben binnen de organisatie de juiste professionele attitude. In het oplossen van de algemeen-technische problemen en de conceptuele vraag stukken staan deze archieven overigens niet alleen: ze kunnen ze delen met nationale en internationale organisaties en projecten die zich bezig houden met de conservering van webcontent. Omroepwebsites worden gemaakt in de digitale, audiovisuele productieomgeving die straks geheel zal worden gecontroleerd vanuit de 'media asset management' gedachte. Alle digitale content, of deze nu bedoeld is voor internet, televisie of BEHOUD L* U> 1^-*- J.-* B+ 1** 1*C- l"fc Hp* jé J fci» T f-i M«L Al 4 ■Mta 4 J Mijli Lip-fc# Ori ACUUII Findui. Mrlp tit 1 rf 11 1 h IviM l^il In iefca Mtfcrhii rrffcvfcu tm. n r*» Tm 3krip IJ l-I j. am liiinWp Jiii'Mn. r Jtnffvdfc 15. ll H 'VB HHHIHH F--*.»" fr" rw rii Itaali^ula in-irniK- nAJl ilPnlrtXi 'niaB Au l'jt #Hdi t l -1 Bij 'B .V—-1 Éi» lirr h na inpry Hm bH m n 1 nilv llïtfi SafFi 1 ii" ts-ït-iOH On iHi üuy et u-.i ll-vlir Pal d kas ibwh Afbeelding 4. Concept interface van het Creative Archive van de BBC, een nieuwe publiekservice voor gebruik en hergebruik van digitale content. 13 BBC Creative Archive pioneers new approach to public access rights in digital age, 26 mei 2004 http://www.bbc.co.uk/print/pressoffice/stories/2004/05_may/26 creative_ar 14 Dit Amerikaanse model biedt een middenweg tussen het zuivere publieke domein en de 'reservation of all rights'. Gebruikmakend van het Internet geeft het rechtenhouders de mogelijkheid om audiovisuele content te releasen om het te laten viewen en kopiëren, waarbij alleen sommige rechten (zoals commerciële exploitatie) zijn beschermd. 90 ANNEMIEKE DE JONG HET AUDIOVISUELE DOMEIN ALS KRINGLOOPWINKEL 91

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2005 | | pagina 47