entertainment conglomerates, as well as public 'media-assets' distributed across
numerous Web sites, created the need to find more efficient ways to classify and
search media objects' aldus Manovich.8
Media asset management
In de audiovisuele productieomgeving wordt deze 'nieuwe logica' ondersteund
door het media asset management. Media asset management (MAM) is geen
computersysteem en gaat niet over hardware of software. Het draait hier eerder
om een 'filosofie', gebaseerd op een set principes die uitgaat van een volledige,
organisatiebrede integratie van het productieproces. Binnen deze infrastructuur
wordt het complete beheer van alle digitale content verzorgd die ligt opgeslagen
in databases, verspreid over alle afdelingen die zijn betrokken bij het maken,
uitzenden en archiveren. Een en hetzelfde proces faciliteert zowel de invoer, de
opslag, de retrieval als het (her)gebruik van de digitale content. Door het inter-
facen van de productie- en weergeefsystemen, de programma-informatiesystemen
en de archiefcatalogi ontstaat een virtueel totaalsysteem.
In de toekomstige, 'full blown' MAM-omgeving beweegt een strict gecontroleer
de, niet-aflatende stroom bits en bytes zich door de kabels. De stroom bestaat uit
mediaobjecten afkomstig uit talloze interne en externe bronnen die voor de hele
(omroep)organisatie toegankelijk zijn om via allerlei platforms gepubliceerd te
worden. Alle stukjes content zijn losgewikkeld uit hun oorspronkelijke context
en worden als 'object' opgeslagen om in flexibele, wisselende samenstellingen
steeds opnieuw te kunnen worden gebruikt. Eindproducten, halffabricaten, ruw
materiaal, stockshots, graphics, animaties, gestructureerde en ongestructureerde
tekst circuleren in een voortdurend proces van invoeren, opvragen, bewerken,
distribueren, publiceren, archiveren en weer opvragen. De digitale content wordt
hiertoe beheerd in een veelvoud van flexibele formaten, zodat de opgevraagde
fragmenten of tekst gemakkelijk kunnen worden geconverteerd naar verschillen
de productie- en distributienormen. De gebruiker - of het nu gaat om program
mamakers, technici, productieassistenten of webmasters - selecteert een of
meerdere mediaobjecten en haalt deze op in een bepaalde resolutie, bijv. in een
lage resolutie voor webpublicatie of in een hoge resolutie voor een uit te zenden
programma. Het object kan vervolgens worden bewerkt: aangepast, gemonteerd
en geïntegreerd met andere mediaobjecten. Het kan ook naar een andere gebrui
ker worden verstuurd, naar een andere 'locatie' in de productieflow of naar een
distributiekanaal.
De digital workflow
Media management ondersteunt vanuit het productiebelang de uitwisseling en
het gebruik van digitale contentelementen. Om het materiaal tijdens de verschil
lende processen terugvindbaar te maken zal 'archivering' in de zin van identifi
catie en ontsluiting tijdens de rit moeten plaatsvinden. Archivering gaat daarmee
integraal deel uitmaken van de productieomloop. Het archief als fysieke
(eind)locatie van de productie en de uitzending zal steeds meer naar de achter-
86
grond verdwijnen. In tijdelijke archivering van onderhande werk wordt dus nood
zakelijkerwijs voorzien, maar activiteiten gericht op duurzame bewaring zijn
(nog) niet automatisch ingebed in het gedistribueerde proces. Dit kan gevolgen
hebben voor de veiligstelling van dat gedeelte dat als cultureel erfgoed is aan te
merken. In de altijd onrustige digitale productieomgeving kan erfgoedmateriaal
immers gemakkelijk veranderen in een soort moving target.
Er zullen daarom nieuwe logistieke infrastructuren moeten worden opgezet
om dit soort materiaal tijdig te kunnen benoemen en te lokaliseren Er moet een
duidelijk moment van hand-over gelden, waarop geselecteerde files worden
geoormerkt voor duurzame bewaring. Selectie- en conserveringsprocedures,
inclusief het aanbrengen van de metadata terzake, moeten daartoe op een solide
manier worden geïncorporeerd in de dynamische workflow. De inrichting en
reikwijdte van deze infrastructuren zal mede afhangen van de organisatorische
plaats van de archieftaak. M.a.w.: gaat deze taak volledig op in de omroep
productie of blijft er binnen de organisatie een aparte archiefafdeling bestaan?
En in hoeverre wordt de lange termijn verantwoordelijkheid daarbij ook nog eens
behartigd door een nationaal audiovisueel archief?
Integriteit en authenticiteit
Met het hoe van het aanwijzen en bewaren voor de lange termijn - het inbedden
in de digitale workflow - is een andere lastige vraag verbonden: wat van de digi
tale mediaobjecten of -producten moet worden bewaard? Vanuit cultuurhisto
risch oogpunt is het belangrijk om de integriteit van de producten te handhaven,
d.w.z. dat documenten moeten worden opgeslagen in de vorm waarin ze door het
publiek zijn ontvangen.
In de MAM-omgeving kunnen eindproducten stuk voor stuk zijn opgebouwd
vanuit hetzelfde reservoir aan digitale objecten. Doel en distributievorm van de
BEHOUD
8 Lev Manovich, The Language of New Media, MIT 2001, p.34
ANNEMIEKE DE JONG HET AUDIOVISUELE DOMEIN ALS KRINGLOOPWINKEL
Ehrtfl S-fUama 'Aun-slKhtd" rruLadabi
FR/WW®?
fXSftAV
R€PCfr.7
iwrtwr Miip.vac System» iüPQUT
EXPORT i Linkï EXPORT
Nndi 3-yilBmft.
by m». w jptm-p
Afbeelding 3. Media asset management als leidend principe in de
toekomstige digitale omroepproductieomgeving.
£y M-'J (Wfmvt
i-ftSArh
extract
MBfTE
87