Een smalfilmcollectie
van nationaal belang1
Op 4 mei 2004 vertoonden de NPS en VPRO een bijzondere aflevering van het
programma Andere Tijden over de Tweede Wereldoorlog in amateurfilm.2 Voor dit
programma maakten beeldresearchers Gerard Nijssen en Suzanne Hendriks een
selectie uit veertig uur door amateurs vervaardigd beeldmateriaal, afkomstig uit
diverse Nederlandse archieven en collecties. Terwijl het bestaande beeld van de
Tweede Wereldoorlog grotendeels is bepaald door propagandafilms, geeft het
door Nederlandse amateurs gefilmde materiaal letterlijk een heel ander perspec
tief op de oorlog: dat van de getuigen of omstanders. Het dagelijks leven tijdens
de oorlog was nog nooit van zo dichtbij te zien - van bombardementen en het
leven van joodse onderduikers tot verjaardags- en sinterklaasfeestjes, die ook
gewoon doorgingen.
De speciale aflevering van Andere Tijden is een goed voorbeeld van de manier
waarop amateurfilms een nieuw leven kunnen krijgen in professionele produc
ties. In de afgelopen jaren hebben programmamakers, historici en mediaweten
schappers de amateurfilm ontdekt als een bijzondere historische bron, die zicht
geeft op de manier waarop mensen hun wereld waarnemen en vormgeven.3
Voorwaarde voor een dergelijke toepassing is dat het materiaal goed ontsloten is
en in goede staat bewaard, bekeken en aangeleverd kan worden. Het
Smalfilmmuseum in Hilversum zet zich, onder leiding van oprichter en conser
vator Henk Verheul, al twintig jaar in voor het behoud en de ontsluiting van
amateurfilms en de context waarin ze gemaakt werden. In die twintig jaar heeft
het Smalfilmmuseum zich ontwikkeld van een uit de hand gelopen verzamel-
hobby tot een professioneel instituut voor het behoud en de bevordering van de
amateurfilmkunst in Nederland.4
Dit artikel beschrijft hoe een kleine, gespecialiseerde collectie als die van het
Smalfilmmuseum kan uitgroeien tot een professioneel georganiseerd audio
visueel archief. De ontwikkeling van het Smalfilmmuseum is een schoolvoor
beeld van een dergelijke professionalisering. Begonnen als privé-verzameling bij
Verheul thuis is het museum inmiddels uitgegroeid tot een collectie van bijna
vijftienhonderd objecten, ruim vierduizend filmtitels, duizenden foto's, docu-
mentatie en archieven van amateurfilmers die alle zijn geregistreerd, beschreven,
geconserveerd en ontsloten voor diverse groepen gebruikers. Ook wordt onder
zocht wat de consequenties van deze ontwikkeling zijn voor de oorspronkelijke
aard en doelstelling van het Smalfilmmuseum.
Een uit de hand gelopen hobby
Het Smalfilmmuseum is ontstaan in 1985, toen Henk Verheul met twee andere
liefhebbers van amateurfilm een stichting oprichtte die zich inzette voor het
behoud van de amateurfilmcultuur in Nederland. Begin jaren tachtig stapten
veel leden van filmclubs over van film op video. Om te voorkomen dat de oude
camera's en projectoren zouden verdwijnen begon Verheul ze te verzamelen. Met
de oprichting van de Stichting Smalfilmmuseum kreeg deze verzameling een
institutionele context.
Aanvankelijk werden vooral camera's en projectoren verzameld, afkomstig van
leden van filmclubs of andere amateurfilmers, evenals documentatie over de
geschiedenis van de amateurfilm. Na twee oproepen op televisie, eerst in het
NOS-programma Sprekershoek in 1986 en het jaar erop in het programma 'n dik
uur Dick (NCRV, 3 mei 1987), ontving het Smalfilmmuseum zoveel reacties dat
Verheul met een aantal vrijwilligers anderhalf jaar lang elk weekend het land in
trok om de schenkingen op te halen. Geleidelijk verschoof de aandacht naar de
output van de amateurfilmers: de films zelf, die vanaf 1991 in het filmarchief
van het Smalfilmmuseum werden ondergebracht.
Momenteel zijn ongeveer 4250 filmtitels geregistreerd. Daarnaast omvat de
audiovisuele collectie enkele duizenden foto's, fotonegatieven en toverlantaarn
plaatjes en twee fotoalbums. De collectie technische en niet-technische voor
werpen bestaat uit 1475 objecten die een beeld geven van de technische en
sociaal-culturele aspecten van het amateurfilmen in Nederland, zoals camera's,
projectoren, belichtingsmeters, plakpersen, titelplaten, amateurfilmprijzen, en
lichtreclames. De documentaire collectie bestaat voor het grootste deel uit tijd
schriften op het gebied van amateurfilm uit Nederland, België, Duitsland,
Frankrijk, Zwitserland, Engeland en de Verenigde Staten. Daarnaast bevat de col
lectie de archieven van amateurfilmers Dick Laan en Johann G. Hunningher,
evenals het archief van de Haarlemse Smalfilmliga. Ook worden handleidingen
voor het gebruik van smalfilmapparatuur bewaard.
Een museum voor de amateurfilmkunst
Voor oprichter Henk Verheul had en heeft de toegankelijkheid van de collectie
een hoge prioriteit. Waar sommige verzamelaars zich zeer beschermend opstellen
met betrekking tot hun collectie, moest de collectie van het Smalfilmmuseum
van meet af aan toegankelijk zijn voor een zo groot mogelijk publiek. Op die
manier kon de doelstelling van de stichting - het behouden en propageren van
JULIA NOORDEGRAAF
1 Dit artikel kwam tot stand met medewerking van Henk Verheul, die in een gesprek op 24 november 2004
de informatie verschafte die de basis vormt van dit artikel.
2 'WO-II in amateurfilm: het leven ging door'. Speciale aflevering van het televisieprogramma Andere Tijden,
NPS/VPRO, Nederland 3, 4 mei 2004. Te bekijken via www.anderetijden.nl.
3 Zie bijvoorbeeld het eerste in Nederland verschenen proefschrift over amateurfilm: Susan Aasman. Ritueel
van huiselijk geluk: een cultuurhistorische verkenning van de familiefilm (Amsterdam: Het Spinhuis, 2004), 3.
42
JULIA NOORDEGRAAF EEN SMALFILMCOLLECTIE VAN NATIONAAL BELANG
4 De term 'smalfilm' geeft aan dat het gaat om films die zijn geschoten op formaten kleiner dan de
'professionele' 35 mm film. Omdat zowel amateurs als professionals gebruik maakten van de diverse
beschikbare formaten, wordt in dit stuk de voorkeur gegeven aan de term 'amateurfilm' om de verzamel
objecten van het Smalfilmmuseum te benoemen. Amateurfilms zijn vaak familiefilms, maar ook door
amateurs gemaakte speelfilms, animaties, ooggetuigenverslagen etc. worden hiertoe gerekend. Zie voor een
discussie over de terminologie Bert Hoogenkamp en Mieke Lauwers 'Een speurtocht naar de betekenis van
amateurfilm. Op zoek naar het geluk...?' GBG-Nieuws (1993) 24, 19-29 en Aasman, Ritueel van huiselijk
geluk, 6-8.
43