Van consument naar producent*
Geld opnemen bij uw bank of een treinkaartje kopen? Dat is inmiddels allemaal
zelfbediening geworden. Het is een onomkeerbare ontwikkeling. Met het voort
schrijden van technologische ontwikkelingen en de opmars van de computer
lijkt het belang van de consument steeds meer in het gedrang te komen. Immers,
waar men vroeger aan het loket bij het bankfiliaal om de hoek vriendelijk aan
geld en op het station aan het loket aan een kaartje werd geholpen, wordt het nu
aan de consument zelf overgelaten om hier voor te zorgen. Op vele terreinen
klinkt de roep om verhoging van de efficiency. Dat dit op het eerste gezicht een
vermindering van de klantgerichtheid betekent, of op zijn minst daarmee op
gespannen voet lijkt te staan, nemen we op de koop toe.
Gaan archief- en andere cultuurhistorische instellingen nu met hun digitale ont
wikkelingen dezelfde kant op? Als het goed is niet, want tegenover de veronder
stelde verarming in de commerciële dienstverlening, zoals hierboven geschetst,
staat bij deze instellingen juist een verrijking. Ten eerste omdat de elektronische
dienstverlening hier niet in de plaats treedt van, maar wordt aangeboden naast
het fysieke loket. Ten tweede biedt de online dienstverlening ongekende mogelijk
heden om het aantal bezoekers aan de instelling te verveelvoudigen. En in de
derde plaats omdat de technologische ontwikkelingen - met name de digitalise
ring van de collecties - mogelijkheden bieden om de online bezoeker direct te
betrekken bij het beschrijven en ontsluiten van het materiaal. Het is vaak name
lijk juist de klant die, soms als enige, over waardevolle kennis en gedetailleerde
informatie over een bepaald onderwerp beschikt.
De bezoeker als consument
Op de studiezaal van het Haags Gemeentearchief, in het mooie stadhuis van de
residentie, kan de bezoeker archieven, foto's, affiches, prenten en tekeningen,
kaarten en plattegronden, boeken, tijdschriften en audiovisuele objecten raad
plegen. Daarnaast kunnen in zelfbediening onder meer de microfiches met
genealogische bronneninformatie worden geraadpleegd.
Jaarlijks brengen gemiddeld 12.000 mensen een bezoek aan de studiezaal.
Algemeen beschouwd manifesteert de moderne archiefbezoeker zich eigenlijk in
twee hoedanigheden: als consument en als producent. Deze hoedanigheden
lopen veelal parallel met de twee soorten bezoekers van de concrete collecties.
Hierbij gedraagt de online bezoeker zich vooral als consument en de bezoeker aan
de studiezaal als producent.
Als we de bezoeker aan de studiezaal van het Haags Gemeentearchief slechts als
consument zouden benoemen, te vergelijken met iemand die een museum
bezoekt, dan doen we hem of haar te kort. Immers een bezoek aan het archief
leidt in de meeste gevallen tot de productie van iets. Studenten en scholieren zijn
op zoek naar informatie voor bijvoorbeeld een werkstuk, journalisten voor een
artikel, onderzoekers voor een publicatie en genealogen maken een stamboom.
Het gaat om een gemêleerd gezelschap dus, van professioneel onderzoeker tot
hobbyist. De vruchten van hun werkzaamheden zijn onmiskenbaar producten
die echter niet in alle gevallen, in ieder geval niet rechtstreeks, een breder publiek
ten goede komen.
Bij een bezoek aan de website van het Haags Gemeentearchief is er meer sprake
van echt consumentengedrag. Hier zien we een consument, die, waar dan ook ter
wereld, vrijelijk kan rondsnuffelen in de collecties en hierbij geen enkele drempel
ervaart.
Het Haags Gemeentearchief online
Het Haags Gemeentearchief is inmiddels al enkele jaren bezig zijn collecties
online te brengen. Het tracht de mogelijkheden die online dienstverlening biedt
zo veel mogelijk uit te buiten bij de verwezenlijking van zijn doelstelling, die
luidt: de versterking van de culturele identiteit van Den Haag en van de stedelijke
cohesie door het verwerven, beheren en verspreiden van cultuurhistorische informatie
over Den Haag en zijn inwoners, waarbij het burger en bestuur de authenticiteit van
deze informatie garandeert. Het project is in twee tranches tot stand gekomen. In
2001 werd allereerst een database met 100.000 historische foto's over Den Haag
online gebracht. Belangrijk is dat hierbij in een interactieve functie is voorzien.
Inmiddels is het totaal aantal online collecties uitgebreid naar acht. Naast de
foto's zijn dit: de toegangen op de archieven; affiches; prenten en tekeningen;
kaarten en plattegronden; en de catalogi van boeken, tijdschriften en audio
visuele objecten.
In totaal gaat het nu om ruim 450.000 objectbeschrijvingen. Bij de online raad
pleging van de affiches, prenten, tekeningen, kaarten en plattegronden worden
de objecten ook getoond. Om het publiek nog beter van dienst te zijn, wordt de
mogelijkheid geboden dat het via één zoekformulier tegelijkertijd zoekt in én
resultaten krijgt uit de verschillende informatiesystemen. Zo kan men integraal
zoeken naar foto's, inventarissen en archieven, affiches, prenten en tekeningen,
kaarten en plattegronden, boeken en tijdschriften, en audiovisuele objecten. De
zoekmachine combineert zoekvragen op de verschillende gedistribueerde databa
ses tot een integraal zoekresultaat, zonder dat de online bezoeker hier iets van
merkt. Het is dus tevens mogelijk om bestandsoverstijgende thematische selecties
te maken. Overigens hoeft de bezoeker hier geen gebruik van te maken. Hij kan
uiteraard ook kiezen voor het raadplegen van slechts één databestand. Als een
bezoeker via de website kiest voor het raadplegen van de fotocollectie, kan deze
een zoekvraag formuleren en de gevonden foto's met beschrijvingen raadplegen,
reproducties bestellen, aanvullende informatie leveren een discussie starten of
meedoen aan een reeds lopende discussie.
HENK DUITS
Dit artikel is gebaseerd op de presentatie getiteld 'From consumer to (online) producer',
gehouden tijdens het Media Management Seminar 'Changing Roles, Changing Sceneries'
op 20 maart 2004 in Amsterdam.
198
HENK DUITS VAN CONSUMENT NAAR PRODUCENT
199