Woord vooraf
Zo'n vijftien jaar geleden waren er enkele belangrijke momenten voor het Neder
lands archiefwezen, die bovendien hebben geleid tot zinvolle publicaties. In 1988
werd het twintigjarig bestaan van de Archiefwet 1962 (in werking getreden in
1968) 'gevierd', ter gelegenheid waarvan de bundel Voor burger en bestuur.
Twintig jaar Nederlands archiefwezen verscheen. In 1991 bestond de Vereniging
van Archivarissen honderd jaar en dat jubileum werd luister bijgezet met de
bundel Respect voor de oude orde. Honderd jaar Vereniging van Archivarissen in
Nederland. Beide bundels bevatten waardevolle historische artikelen, maar ook
beschouwingen over de stand van zaken in die tijd.
De problematiek van de selectie van archieven wordt niet uitgebreid behandeld
in de jubileumuitgaven, maar komt wel regelmatig aan de orde. Interessant is
onder andere het artikel van P.J. Horsman in Voor burger en bestuur onder de titel
'De wijn en de zakken'. Het is geschreven in de tijd voorafgaand aan de ontwik
keling van PIVOT, de grote doorbraak van de digitalisering en de vernieuwing
van de Archiefwet. Horsman voorziet al de aansluiting van de archivistiek bij
andere disciplines als bedrijfskunde, organisatiekunde en informatiekunde. Ook
de toepassing van nieuwe technologieën, zoals automatisering, zal een andere
bril vragen (p. 220). Maar meer was er in Horsmans glazen bol nog niet te
onderscheiden.
In dezelfde bundel schreven W.E. Goelema en A.J.M. den Teuling over de ontwik
keling van de registratuur. Daaruit blijkt dat in de jaren tachtig van de vorige
eeuw de computer al niet meer alleen een hulpmiddel voor de verwerking van
massagegevens was. De computer ging ook het denken en de werkwijze beïnvloe
den en veranderde geleidelijk de cultuur (p. 127). Voor de registratuur betekende
dit de confrontatie met de vraag naar informatie in plaats van naar stukken. Bij
de ontsluiting van archieven werd ook aandacht besteed aan inhoudelijke ont
sluiting.
Herlezing van de beide bundels doet ons realiseren hoeveel er de afgelopen vijf
tien jaar veranderd is in het archiefwezen. Zeker op het terrein van waardering
en selectie van archieven zijn wij in een ander tijdperk aangeland.
Veranderingen
De overgang naar dit nieuwe tijdperk werd gestimuleerd door een aantal facto
ren. De methodiek die bedacht werd om de geweldige achterstand in overbren
ging en selectie van overheidsarchieven aan te pakken (meest samengevat als
PIVOT), was in de eerste helft van de jaren negentig een heel belangrijke.
De invoering van de Archiefwet 1995 was een tweede prikkel tot vernieuwing,
die onder andere de verkorting van de overbrengingstermijn vastlegde. Maar er
gebeurde in de samenleving ook veel dat invloed had op het archiefwezen.
De geweldige vlucht die de automatisering nam is al genoemd. Van belang is ook
dat aanpalende vakgebieden als informatiekunde en bedrijfskunde gebruikt
werden om ontwikkelingen in het archiefwezen op gang te brengen of te versnel
len. En - last but not least - maakten de beroepsgroepen van archivarissen en
6
historici zich drukker over de toekomst van het verleden dan voorheen. Nog
nooit haalde de selectieproblematiek zo vaak de landelijke media.
Theorievorming
De redactie heeft gemeend deze ontwikkelingen centraal te stellen in dit jaar
boek. Daarbij heeft zij drie subthema's onderscheiden om de artikelen te
ordenen en aan de lezer aan te bieden.
De geweldige aanwas van archieven en de andere geschetste ontwikkelingen
maakten een heroverweging van de theorie noodzakelijk. Onder de noemer
'Waarderingstheorie en ontwikkeling van waarderingsmethoden en -strategieën'
geeft een aantal auteurs een terugblik op de gebeurtenissen, nationaal en
internationaal.
Het is niet alleen de kwantiteit die selectie van archief noodzakelijk maakt, de
kwaliteit van het archief heeft er baat bij. Toegankelijk houden en de band met
de context van ontstaan bewaren - daar draait het uiteindelijk om, aldus Agnes
Jonker in haar bijdrage 'De kunst van het weglaten'. Zowel voor de organisatie
als voor latere onderzoekers levert het inperken van archief voordelen op, de
gebruiker dreigt anders om te komen in de overvloed. Maar het vergt moed om
archief te waarderen en selecteren. Waardoor laten de archivarissen zich leiden
bij een beslissing archiefbescheiden te bewaren of te vernietigen? En is het alleen
aan archivarissen voorbehouden om zich te buigen over dit keuzeprobleem?
Ook al was dat vijftien jaar geleden nog vloeken in de kerk, bij selectie gaat het
om het bewaren van informatie. Terry Cook bevestigt dat: 'the premise that
behind the physical record is the 'very act and deed' it symbolizes. Behind the
actual document is the 'function or activity' that lead to its creation.' Het ont
breekt de archivarissen echter aan een theoretische onderbouwing van hun werk.
Cook ontwikkelt een nieuwe theorie en geeft tegelijk twee stappen om het theo
retisch model werkelijkheid te laten worden.
Geen theorie zonder terminologie. Hans Waalwijk buigt zich over de termen
waardering, selectie en verwijdering, schetst de ontwikkeling van de in de archi
vistiek gebruikelijke woorden en doet een voorstel voor een definitie van de
termen waardering, selectie en verwijdering.
Selectie is ook het verwerven van archieven. Dat vraagt om een andere attitude
dan bij waardering en verwijdering. Alice van Diepen geeft aan dat een integraal
acquisitiebeleid nodig is en neemt de lezer mee in de gedachtegang die met de
ontwikkeling daarvan gepaard ging én de interactie die plaatsvindt met de alle
daagse praktijk van verwerving.
Nog niet eerder heeft de archiefonderzoeker zich zo geroerd als de afgelopen
vijftien jaar. De oorlog die de archivaris verklaard had aan de ontzagwekkende
achterstand in selectie, bracht ook de (wetenschappelijk) onderzoeker op de
barricades. Een van de woordvoerders was prof. Paul Klep. Ook hij pleit voor een
nieuwe theoretisch onderbouwing, en wel het principieel herfunderen van het
selecteren en bewaren van archieven op een maatschappelijke grondslag, met
een socio-culturele rechtvaardiging. De professie van de archivaris is aan het
veranderen en is steeds meer gericht op de analyse van de context waarin materi
aal ontstaat, en steeds meer voorzien van een selectiemethode die sterk op de
7