Schema selectiecriteria overheidarchieven Selectiedoelstelling Selectiecriteria Handelingen die gewaardeerd worden met B(ewaren) Algemeen selectiecriterium Toelichting Zoals eerder al opgemerkt werden juist voor de toepassing van het uitzonderings criterium stappen gezet richting externe adviseurs. Zo zijn in talloze gevallen nog elementen uit vernietigbare overheidshandelingen voor bewaring in aanmerking gebracht, terwijl soms ook bepaalde additionele categorieën informatie worden aangeduid ter bewaring. Deze toevoegingen volgden niet logisch of systematisch uit de centrale selectiedoelstelling en de zes, later zeven, selectiecriteria. Dit gebeurde bij wijze van uitzondering en als laatste toetsing van de selectielijst aan de wettelijke criteria. De toepassing van het verder ongespecificeerde uitzonde ringscriterium was de facto in belangrijke mate in handen van historici die deel uitmaakten van (subcommissies van) de Archiefraad, of die - na opheffing daarvan - gevraagd werden door het Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap, later het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis.15 Dit alles betekent dat er ter wille van het historisch belang bij de opstelling van selectiedocumenten door de overheid in de jaren negentig geen zelfstandige maar uitzonderlijke en aanvullende beoordeling plaats vond. Hoewel de selectiedoel stelling intussen sterk is verbreed en meer maatschappelijk is gefundeerd vindt men de beleidsselectiecriteria nog altijd primair aanwezig. Dit is mijns inziens niet toevallig: ik zal dadelijk ingaan op de archivistische achtergrond hiervan. In de loop van de tijd nam het verzet tegen de aanvankelijk sterk etatistische aanpak toe. Reeds in 1994 werd door de toenmalige Rijkscommissie voor de archieven in advies nr. 436 gepleit voor een betere beoordeling van de in het geding zijnde drie belangen. Allereerst vond de commissie dat bij de selectie van archieven de drie in het geding zijnde belangen op hun eigen merites en dus zelfstandig dienden te worden beoordeeld en niet te worden afgeleid van het belang van de overheid. De commissie vond dat het bewaren omwille van WAARDERINGSTHEORIE EN ONTWIKKELING VAN WAARDERINGSMETHODEN EN -STRATEGIEËN De doelstelling van het Nationaal Archief bij de selectie van overheidsarchieven is dat de belangrijkste bronnen van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig worden gesteld voor blijvende bewaring. Met het te bewaren materiaal moet het mogelijk zijn om een reconstructie te maken van de hoofdlijnen van het handelen van de rijks overheid ten opzichte van haar omgeving, maar ook van de belangrijkste historisch- maatschappelijke gebeurtenissen en ontwikkelingen, voor zover deze zijn te reconstrueren uit overheidsarchieven. Deze selectiedoelstelling wordt in het BSD toegepast op het betreffende beleidsterrein. Om de selectiedoelstelling te bereiken worden de handelingen in het BSD gewaardeerd aan de hand van de onderstaande algemene selectiecriteria. Deze criteria zijn in 1997 door het Convent van Rijksarchivarissen vastgesteld en geaccordeerd door PC DIN en KNHG. i. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen 2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen 3. Handelingen die betrekking hebben op verantwoording van beleid op hoofdlijnen aan andere actoren 4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen 5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt 6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten Hieronder wordt verstaan agendavor ming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten. Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieruit worden niet per se consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid. Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie. Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan. Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken. Bijvoorbeeld in het geval de ministeriele verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving. 92 PAUL M.M. KLEP VERSCHUIVENDE VISIES EN PRAKTIJKEN. ARCHIEVEN BEWAREN VOOR ONDERZOEK EN CULTUUR Naast de algemene criteria kunnen door dezorgdrager(s) en het Nationaal Archief, eveneens binnen het kader van de selectiedoelstelling, gezamenlijk beleidsterrein-specifieke criteria worden geformuleerd. Overigens verlangt art. 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995, 276) dat selectielijsten de mogelijkheid bieden om neerslag die met een V (=vernietigen) is gewaardeerd in speciale gevallen te bewaren op grond van een uitzonderings criterium. Deze criteria worden doorlopend genummerd, waarbij wordt aangesloten bij de zes algemene criteria (dus vanaf 7). Hiertoe wordt de volgende formule in het BSD opgenomen: Ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 kan neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde handelingen betreffende personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd. Bron: Productbeschrijving Nationaal Archief. Vastgestelde versie, maart 2004 15 Voor ervaringen van historici met de BSD's: zie o.m.: M. van Faassen, 'Het Basis Selectie Document van Buitenlandse zaken besproken', in: Jaarboek Buitenlandse Zaken, 4(1997) 108-120; H. de Valk, 'Sociale voor zieningen 1940-1996: notities bij een PIVOT-inventaris', in: Th. Thomassen, B. Looper, J. Kloosterman (red.), Toegang. Ontwikkelingen in de ontsluiting van archieven (Den Haag 2001), 180-193; 93

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2004 | | pagina 48