10 Samenhang Gebrek aan samenhang of ensemblewaarde binnen een archief of collectie kan reden zijn om niet tot acquisitie over te gaan. 11 Materiële staat De slechte materiële staat waarin een archief of collectie zich bevindt kan reden zijn om niet tot acquisitie over te gaan. Acquisitiebeleid verzamelgebieden Naast een algemeen acquisitieprofiel werken we in het kader van dit project aan het acquisitiebeleid voor de verschillende deelverzamelgebieden. Waar mogelijk zijn de selectiecriteria daarin gespecificeerd en worden prioriteiten aangegeven. Bij het streven naar een integraal acquisitiebeleid is het vooral een kwestie van werkbaarheid om de verzamelgebieden in aparte beleidsstukken te behandelen. Pas als alle deelverzamelgebieden zijn geformuleerd kunnen integrale conclusies en aanbevelingen worden geformuleerd. Op dit moment zijn twee deelbeleids- stukken in concept afgerond, namelijk die voor de bibliotheek en de audiovisuele collectie. Het acquisitiebeleid voor de fotocollectie is in de maak. De beleidsstuk ken voor particuliere archieven, prenten/tekeningen en kaarten/affiches volgen nog. Voor alle deelverzamelgebieden geldt dat het acquisitiebeleid gebaseerd is op de huidige samenstelling van de collectie. Kennis daarover ligt aan de basis voor verdere acquisitie. Het beleidsstuk geeft een beschrijving van de verschillende onderdelen van de collectie (aantallen, specifieke kenmerken) en de actuele manier van verwerven. In aparte paragrafen wordt het potentieel aan audio visueel materiaal in of over Amsterdam geschetst en het verzamelgebied bekeken in relatie tot andere instellingen met een 'Amsterdam Collectie'. Tenslotte volgen als aanvulling op het algemene acquisitieprofiel de specifieke selectiecriteria voor dit beleidsonderdeel, de conclusies voor het acquisitiebeleid en de prioriteiten voor de komende jaren. Als voorbeeld volgen hieronder enkele van de aanvullen de selectiecriteria of beter gezegd verbijzonderingen van de eerder genoemde criteria voor de collectie Beeld Geluid: acquisitie beeld en geluid richt zich primair op audiovisueel materiaal dat Amsterdam inhoudelijk als onderwerp heeft. Uitzondering vormen de opnamen in het concertgebouw die als onderdeel van het archief van het Concertgebouw integraal in het GAA bewaard worden. Materiaal van meer algemene aard uitsluitend acquireren als circa 40% inhoudelijk op Amsterdam betrekking heeft of er een directe relatie met de archieven en/ collecties is. Indien materiaal niet grotendeels bestaat uit informatie over Amsterdam moet er een andere dwingende reden zijn om de publicatie toch aan te schaf fen, bijvoorbeeld exemplarisch lied bekende Amsterdamse zanger, uitgave bijzonder jazzoptreden, voorlichtingsfilm Amsterdams bedrijf waarvan het archief in huis is etc. Uitsluitend die films/video's worden verworven die niet alleen Amsterdam als locatie hebben, maar ook nadrukkelijk een beeld van de stad geven. Het GAA maakt bij de verwerving van audiovisueel materiaal geen onder scheid tussen professioneel en amateurmateriaal. Het Amsterdamse levenslied vormt een kerncollectie binnen het geluids materiaal. Gestreefd wordt naar volledigheid in de zin dat van elke zanger/-es een representatieve selectie liederen verworven wordt. Amateurfilms over Amsterdam vormt een kerncollectie binnen de categorie film. Actieve acquisitie is vereist. Het GAA stelt zich wat betreft de muziekcategorie jazz terughoudend op in het verwerven van geluidsdragers en video's in verband met het acquisitie beleid van het Jazz-instituut. Het GAA stelt zich wat betreft cabaret terughoudend op in het verwerven van geluidsdragers met Amsterdams cabaret in verband met het acquisitiebeleid van het Nederlands Theaterinstituut. Onder de overige richtlijnen voor het acquisitiebeleid staat ten aanzien van migrantenerfgoed nog vermeld: Structureel aandachtspunt voor langere tijd is de culturele diversiteit in Amsterdam. Vertaald naar audiovisuele verwerving betekent dit dat een select aantal migrantenomroeporganisaties geprobeerd wordt te verwerven en met name interviews en oral history als middel ingezet zullen worden om informatie over migranten en kennis uit de migrantengroeperingen zelf te bewaren. Conclusie Het Gemeentearchief Amsterdam kiest voor een integraal acquisitiebeleid voor de particuliere archieven en collecties, waarbij vanuit een heldere visie op de ver- wervingstaak uitvoering gegeven wordt aan het acquisitiebeleid. Hiermee denkt ze beter uitgerust te zijn bij de selectie van archieven en collecties, met andere woorden een antwoord te kunnen geven op eigentijdse ontwikkelingen zoals de toename van potentiële archieven en collecties, de aanwezigheid van grote groepen nieuwe Amsterdammers en de komst van digitale documenten. Gekozen is voor een acquisitiebeleid dat nadrukkelijk rekening houdt met andere erfgoed instellingen en waarin zo veel mogelijk een relatie wordt gelegd met de acquisitie van overheidsarchieven. Juist bij het hanteren van cultuurhistorische criteria bij de selectie van overheidsarchieven kan het acquisitiebeleid een leidraad vormen. De gedachten en discussies die zich voordoen tijdens het proces van beleidsont wikkeling tonen aan dat deze kant van het archiefwezen niet vanzelfsprekend is. Waar de een de vraag van het publiek als medebepalend of zelfs maatgevend wil laten zijn is een ander daar fel op tegen vanuit de angst om achter modes aan te hollen en de inhoud en samenstelling van de collectie uit het oog te verliezen. Net als collega gemeentearchieven is ook het GAA op zoek naar het ultieme instrument voor een gestructureerd en toetsbaar acquisitiebeleid. Een per periode uitgewerkt onderzoek naar een beperkt aantal belangrijke indicatoren in combinatie met onderzoek naar de zgn. key record creators vormt een goede basis voor een evenwichtige samenstelling van archieven en collecties. Maar een eenzijdig streven naar een evenwichtige afspiegeling van de samen leving in de archieven en collecties doet ons inziens onvoldoende recht aan de 79 WAARDERINGSTHEORIE EN ONTWIKKELING VAN WAARDERINGSMETHODEN EN -STRATEGIEËN 78 ALICE VAN DIEPEN HET ULTIEME INSTRUMENT VOOR EEN TOETSBAAR ACQUISITIEBELEID?

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2004 | | pagina 41