voor gekozen om het acquisitiebeleid vorm te geven tegen de achtergrond van andere erfgoedinstellingen in de stad (of daarbuiten). Het GAA beschouwt zich zelf als hoofdrolspeler bij het vastleggen van het geheugen van de stad. Maar we zijn niet de enige speler. Samen met andere instellingen, zoals het Amsterdams Historisch Museum, het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, de Universiteitsbibliotheek en bijvoorbeeld het Universiteitsmuseum, geven we vorm aan de 'Collectie Amsterdam' en permanente afstemming is in dat kader van belang. Naast de afstemming met derden kwam de wens naar voren om in het acquisitiebeleid expliciet een relatie te leggen met de overheidsarchieven en wilde men de benodigde kennis voor de acquisitie zo concreet mogelijk terugzien. Een maatschappelijke ontwikkeling die van het begin af aan hoge prioriteit kreeg is de toenemende diversiteit in de stedelijke bevolking en de noodzakelijke afspie geling daarvan in de archieven en collecties. Men koos ervoor om bij voorbaat als speerpunt in het acquisitiebeleid het verwerven van erfgoed van migranten op te nemen. Bijkomend voordeel was dat de opgedane ervaringen met de actieve verwerving van migrantenerfgoed direct gebruikt konden worden bij het ontwik kelen van het acquisitiebeleid. Een volgende stap was het samenstellen van een projectteam en het opstellen van een projectplan. De opdracht luidde als volgt: 'Draag zorg voor de totstand koming van een collectiebreed acquisitiebeleid waaruit een duidelijke visie blijkt op de verwervingstaak van het Gemeentearchief Amsterdam en dat tevens gebruikt kan worden als instrument bij de praktijk van verwerving.' Met behulp van stagiaires werden reeds bestaande interne stukken bestudeerd, gesprekken met medewerkers aangegaan, vergelijkbare stukken van andere archieven bestu deerd4 en waar nodig gesprekken met collega-instellingen gevoerd. De informatie werd verwerkt in voorbereidende stukken die door het projectteam bediscussieerd konden worden. Al snel werd duidelijk dat wat vanzelfsprekend werd geacht dit lang niet voor iedereen het geval bleek te zijn en theorie en praktijk nog eens uiteen liepen. Acquisitieprofiel Een eerste eindproduct is het acquisitieprofiel. Hierin is op hoofdlijnen vast gelegd aan welke criteria particuliere archieven en collecties moeten voldoen om voor opname in het Gemeentearchief Amsterdam in aanmerking te komen. Het acquisitieprofiel vormt als zodanig een toetsingskader voor de praktijk van verwerving. Het bevat elf criteria. De eerste zes zijn verplicht toe te passen op iedere acquisitie en de criteria 7 t/m 11 kunnen mede bepalend zijn bij de besluitvorming. Hieronder volgen de criteria met in de eventuele toelichting een weergave van de gedachtegang die ten grondslag lag aan het desbetreffende criterium en/of overwegingen die voortvloeien uit de praktijk van verwerving. 1 Werkingssfeer 1. Grondgebied van de stad Amsterdam 2. Bestuurlijke werkingssfeer van de stad Amsterdam5 De acquisitie van archieven en collecties buiten het grondgebied van de stad Amsterdam is voor het GAA van belang voor zover het materiaal betreft dat gere lateerd is aan de bestuurlijke werkingssfeer van de stad Amsterdam (bijvoorbeeld Amsterdamse Bos en Waterleidingduinen). De acquisitie van materiaal buiten het grondgebied van de stad Amsterdam kan door het GAA overwogen worden als het deel uitmaakt van een groter geheel waarbij het merendeel Amsterdam betreft, of als er een bijzondere cultuurhistori sche relatie met de stad is. De reikwijdte, de invloedssfeer van een stad als Amsterdam is groot. In het verle den zijn regelmatig aanwinsten verworven die betrekking hadden op omringende plaatsen als Halfweg, Waterland, Diemen en Ouderkerk. Uitgangspunt van het huidige acquisitiebeleid is om hiermee terughoudend om te gaan en alleen bij hoge uitzondering en in samenspraak met collega archieven aanwinsten te ver werven. Een voorbeeld van een bijzondere cultuurhistorische relatie is het strand bij Zandvoort. Omdat Amsterdammers daar in de zomer massaal op het strand te vinden zijn is het legitiem om een selectie van beeldmateriaal daarover in de collectie te hebben. We maken geen onderscheid tussen archiefvormers. Als een archief inhoudelijk betrekking heeft op de stad en/of de bestuurlijke werkings sfeer kan het voor acquisitie in aanmerking komen mits aan de andere verplichte criteria is voldaan. 2 Relatie met gemeentelijke archieven De te acquireren particuliere archieven en collecties hebben een relatie met de archieven van de gemeentelijke Amsterdamse diensten, hetzij doordat zij een aanvulling vormen op die archieven, hetzij dat ze onderdelen vanuit een ander perspectief belichten. De relatie kan er ook uit bestaan dat de particuliere archie ven en collecties juist onderdelen in de samenleving belichten die in de gemeen telijke archieven niet aan de orde komen, waarmee ze een zelfstandige betekenis hebben als bron voor de geschiedenis van de stad. Bij de relatie met de overheidsarchieven is lang stilgestaan. De inleiding bij het acquisitieprofiel is hierover als volgt geformuleerd: 'Ten aanzien van overheids archieven kan het acquisitieprofiel alleen als toetsingskader gebruikt worden daar waar in de wetgeving niet wordt voorzien of interpretatie mogelijk is. De door gemeentelijke instellingen en diensten gecreëerde verzamelingen of documentatiebestanden die niet als archiefbescheiden aangemerkt worden, kunnen vanuit cultuurhistorisch oogpunt de moeite van het bewaren waard zijn en volgens de uitgangspunten van dit acquisitieprofiel al dan niet verworven worden.' WAARDERINGSTHEORIE EN ONTWIKKELING VAN WAARDERINGSMETHODEN EN -STRATEGIEËN 4 Waaronder die van het Rijksarchief Noord-Holland (RANH), het Rijksarchief Noord-Brabant (RANB), het Nationaal Archief, het Gemeentearchief Den Haag en het Gemeentearchief Rotterdam (GAR) Met name het acquisitieprofiel van het GAR diende ons als voorbeeld. 70 ALICE VAN DIEPEN HET ULTIEME INSTRUMENT VOOR EEN TOETSBAAR ACQUISITIEBELEID? 5 Onder bestuurlijke werkingssfeer wordt hier verstaan: gebieden, rechtspersonen of organen ten aanzien waarvan de gemeente Amsterdam zodanige bevoegdheden van regeling en bestuur heeft overgedragen gekregen, dat in naam van de betreffende gebieden, rechtspersonen of organen besluiten kunnen worden genomen en/of belangen kunnen worden behartigd. 71

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2004 | | pagina 37