nen van die waarde aan een object en (selectie) en het uitvoeren van de hande ling die het gevolg is van de gemaakte keuzes (verwijdering). Anders gezegd: waardering is dan het maken van keuzes, bijvoorbeeld op basis van vooraf vastgestelde criteria, selectie het administratief verwerken van de gemaakte keuzes door toevoeging van deze gegevens aan de archiefstukken, en verwijdering het uitvoeren van de handeling, leidend tot overbrenging of vernietiging van de stukken. Waardering gaat aan selectie vooraf zoals selectie aan het verwijderen vooraf gaat. Ook al is er tijdens het uitvoeren van de handelingen in tijd en ruimte ogenschijnlijk geen cesuur waarneembaar. Het gebruik in Nederland Hier is het niet de plaats om een overzicht te geven van de geschiedenis van de archiefselectie en het selectievraagstuk in Nederland of de ons omringende landen.9 Wat volgt is een kort historisch overzicht van de ontwikkeling van de betekenis van de termen waardering, selectie en verwijdering in de Nederlandse archiefterminologieën en het Nederlandse archiefrecht in de twintigste eeuw. Een enkele opmerking over de tijd daarvoor. De Nederlandse archiefterminolo gieën neigen in het algemeen naar het archiefbeheer bij de overheid. Uitzonderingen daargelaten, beschouwen zij de activiteiten rondom het selecte ren binnen een min of meer juridisch kader. Wat dat betreft is er tussen de archiefwetten van 1918, 1962 en 1995 en de terminologieën van 1962, 1983 en 2003 geen verschil in de respectievelijke samenhang. De archiefterminologieën In 2003 is de Archiefterminologie voor Nederland en Vlaanderen verschenen. Waardering is gedefinieerd als een 'activiteit binnen selectie waarbij door bestu dering van de context van archiefbescheiden wordt bepaald welke categorieën archiefbescheiden voor tijdelijke dan wel blijvende bewaring in aanmerking komen'.10 De term selectie in de betekenis van selectie als het 'geheel van activiteiten gericht op het scheiden van voor blijvende bewaring en voor vernieti ging te eniger tijd bestemde archiefbescheiden'.11 Daarnaast heeft selectie de betekenis van 'activiteit binnen de selectie als onder a. waarbij de voor blijvende bewaring en de voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden daadwerkelijk worden gescheiden'.12 Het gebruik van de term selectie voor zowel het geheel van activiteiten als voor een van de specifieke activiteiten lijkt te worden ondersteund door Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal. Daarin staat immers dat selectie ook de betekenis heeft van 'het uitzoeken', 'het scheiden'.13 Verwijderen is de Archiefterminologie voor Nederland en Vlaanderen het verplaatsen van gegevens uit het dynamisch deel van het archief naar het statische deel of vernietiging daarvan.14 In oudere Nederlandse terminologieën15 komen de termen niet voor. Wel noemt het Lexicon van Nederlandse archieftermen uit 1983 het 'uitschiften of uitschieten' als termen waarmee 'het afzonderen van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden' wordt aangeduid.16 Hierbij is overigens niet zonder meer duidelijk of onder 'afzonderen' betrekking heeft op de waardering of de selectie. De omschrijving is blijkbaar overgenomen uit Nederlandse Archief- terminologie uit 196217 en aangevuld met de opmerking dat dit 'tegenwoordig' selecteren ter vernietiging wordt genoemd. Ogenschijnlijk wordt er geen onder scheid gemaakt tussen waardering, selectie en verwijderen - in de betekenis die ik verderop zal voorstellen -, toch is het verschil wel degelijk aanwezig. Het 'daad werkelijk scheiden van de te bewaren en de te vernietigen stukken' is hier vervat onder de betekenis van de term vernietigen, dat, zoals de Nederlandse archiefter minologie zegt, 'het in stoffelijke zin te niet doen van archiefbescheiden' is.18 Overbrenging is separaat behandeld.19 Nederlands archiefrecht De laatste twee onderdelen genoemd in de terminologieën, het in stoffelijke zin te niet doen van archiefbescheiden en de overbrenging, maar ook de 'verwij dering van gegevens uit bestanden' komen voor in het Nederlandse archiefrecht. Archiefrecht - door Ketelaar omschreven als 'het geheel van door de overheid gehandhaafde regels met betrekking tot de vorming en het gebruik van archief bescheiden, het bestaat uit wet- en regelgeving, met de daaraan in besluiten en in rechtelijke beslissingen gegeven interpretaties'20 - is meer dan alleen de archief wet. De term 'waardering' komt in het archiefrecht (in de archivistische betekenis) niet voor. Selectie alleen in een samenstelling als selectielijst. Prominent is aan wezig het vernietigen als handeling21 en het vaststellen van een vernietigingslijst (Archiefwet 1918, Archiefwet 1962) of selectielijst (Archiefwet 1995), dan wel het regelen van incidentele vernietiging. In het geval van de vernietigings-/ selectielijst vindt beoordeling plaats op basis van vooraf vastgestelde criteria. Bij incidentele vernietiging wordt de verantwoordelijke minister, respectievelijk de Algemene Rijksarchivaris, om toestemming verzocht. Het vervaardigen van een vernietigings-/selectielijst dan wel het vragen om een beslissing inzake incidente le vernietiging (Archiefwet 1918, Archiefwet 19 6 222), houdt dus nog niet het daadwerkelijk scheiden in. Vernietiging is namelijk in deze context niet het stof felijk te niet doen van de archiefstukken, maar een term om aan te duiden dat dit op termijn staat te gebeuren. Het betreft dus de aanwijzing voor vernietiging. WAARDERINGSTHEORIE EN ONTWIKKELING VAN WAARDERINGSMETHODEN EN -STRATEGIEËN 9 Zie daarvoor de bijdrage van Agnes Jonker in deze bundel en de inmiddels wat verouderde publicatie van J.H. de Vey Mestdagh, 'Archiefselectie in de loop der tijden', in: Nederlands Archievenblad 66 (1962), pp. 66-82 en J.H. de Vey Mestdagh, 'Bewaren en vernietigen van archiefbescheiden in het belang van historie en administratie', in: Overheidsdocumentatie 16 (1962), pp. 45-48. 10 Archiefterminologie, lemma 113. 11 Archiefterminologie, lemma 112, sub a). 12 Archiefterminologie, lemma 112., sub b). 13 Van Dale groot woordenboek. 14 De term komt in de Archiefterminologie niet als zelfstandig lemma voor. Zie Archiefterminologie, lemma 167, toelichting. 15 [H. Bordewijk (et. al.)], Lexicon van Nederlandse archieftermen ('s-Gravenhage, 1983); J.L. van der Gouw (et. al.), Nederlandse Archiefterminologie (Zwolle, 1962) 58 HANS WAALWIJK EEN BOUWSTEEN VOOR DE TOREN VAN BABEL 16 Lexicon, in nummer 6 Ordenen. 17 'Uitschriften of uitschieten is dus het tegengestelde van aanvullen en is gericht op een speciaal doel, namelijk de omvang van het archief te beperken door onbelangrijke stukken daaruit te verwijderen Nederlandse Archiefterminologie, nummer 116. 18 Nederlandse Archiefterminologie, nummer 117. 19 Nederlandse Archief terminologie, nummer 111. 20 Vgl. F.C.J. Ketelaar, Archiefrecht. (Kluwer, 2001), A5-4 (september 2001), woord vooraf (december 1999). 21 Expliciete verplichting tot vernietigen in artikel 3 Archiefwet 1995, impliciet door regelen bevoegdheid tot vernietigen in artikel 3 Archiefwet 1962 en artikel 5 Archiefwet 1918. Ten tijde van het van kracht zijn van de archiefwetten van 1918 en 1962 is wel expliciete vernietigingsplicht geregeld in andere wet- en regel geving, bijvoorbeeld in de Kieswet. 22 In de Archiefwet 1995 komt incidentele vernietiging niet meer expliciet voor. Zie Ketelaar, Archiefrecht, A5-4. 59

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2004 | | pagina 31