gebruiker niet onder kan kijken. Met relationele databases kunnen archivarissen
de gebruiker meer laten vinden, maar tegelijkertijd ook meer voor ze verbergen.
Archivarissen zorgen ervoor dat bepaalde gegevens wel aan elkaar worden gelinkt
maar andere niet, ze bieden meer zoekmogelijkheden, maar sluiten ook zoekmo
gelijkheden uit. Ze bieden de gebruiker meer mogelijkheden tot kennisverwer
ving en betekenisgeving, maar voegen daarbij ook zelf betekenissen toe.
De eisen van minimale manipuleerbaarheid, maximale transparantie en
maximale interpreteerbaarheid gaan bij het toegankelijk maken en houden van
archieven steeds zwaarder wegen. Naar het verzekeren van de 'authenticiteit'
van documenten in een digitale omgeving wordt al veel onderzoek gedaan.40
De organisatie van het toegangensysteem moet vanuit dat gezichtspunt minstens
dezelfde aandacht krijgen. Grootschalige, complexe, hiërarchische en uniforme
toegangensystemen op veel archiefbronnen tegelijk lijken in dit verband risico
voller dan de productie van een grote variëteit aan hulpmiddelen die in een
netwerk met elkaar kunnen communiceren. De systematische ontsluiting en
beschikbaarstelling van poorterboeken en admissieregisters zou voor de familie
onderzoeker wel eens veel profijtelijker kunnen zijn dan de ontwikkeling van een
digitale genealogische grabbelton voor heel Nederland waar de DIVA aan werkt.
Het toegankelijk maken van archieven veronderstelt het gebruik van beschrij
vingsstandaards. Dergelijke standaards zijn niet neutraal. De archivarissen die
ze toepassen interpreteren archief, geven er betekenis aan en veranderen het.
Ze veranderen het archief door te bewerkstelligen dat het op een bepaalde manier
wordt geanalyseerd, gerepresenteerd en geïnterpreteerd, door een bepaalde zoek
strategie boven andere zoekstrategieën te bevoordelen. Een standaard is een
opgelegde vorm, die archieven kan bedekken onder een nieuwe betekenislaag.
Hij kan de zoek- en interpretatiemogelijkheden vergroten, maar ze in zekere
mate ook verkleinen.
Hoe en in welke mate archivarissen aan de eisen van minimale manipuleer
baarheid, maximale transparantie en maximale interpreteerbaarheid tegemoet
kunnen komen moeten zij in elk concreet ontsluitingsproject opnieuw bekijken.
Uiteraard kunnen ze op dit terrein pas consistente keuzes maken als zij vooraf
hebben vastgesteld welke rol zij willen spelen: de rol van locatiemanagers, ver
kopers, vakkenvullers en caissières in de informatiesupermarkt of de rol van
coaches in de digitale onderzoeksomgeving van een historische werkplaats.
De archivaris als gesprekspartner van de gebruiker
De rol waar archivarissen voor kiezen bepaalt hun perceptie van de gebruikers
en de manier waarop ze met die gebruikers communiceren. Een verkoper in een
supermarkt heeft klanten die moeten worden bediend, voorlieden in een histori
sche werkplaats ontmoeten kenniswerkers die moeten worden gecoacht en met
wie kennis en ervaringen worden gedeeld.
Archivarissen hebben in de laatste decennia van de twintigste eeuw hun orga
nisaties het aanzien proberen te geven van supermarkten, met schappen vol cul
tureel erfgoed en begeleidende informatie in hapklare brokken, die ze zo hebben
neergezet, dat de artikelen die ze het liefste willen verkopen het best zichtbaar
zijn. De klant is consument: het domein van de archivaris mag hij niet betreden.
De conversatie van de archivaris met de klant heeft de vorm van een monoloog:
alleen de archivaris kan gezaghebbende uitspraken doen over de artikelen die hij
in de aanbieding heeft.41
Archivarissen die hun organisaties inderdaad als historische werkplaatsen
inrichten, vervangen die monoloog door een dialoog. Met hun specifieke profes
sionele competenties helpen ze professionals en amateurs die kennis willen pro
duceren om specifieke kennisbronnen te gebruiken, om over de betekenis van
teksten gegronde uitspraken te doen en om de geproduceerde kennis verstandig
te organiseren, liefst zodanig dat een ander er ook nog wat aan heeft. De kennis
werkers die door hen worden begeleid mogen niet alleen hun gereedschappen in de
werkplaats gebruiken, maar krijgen ook vrije toegang tot hun interpretatiedomein.
Archiefdiensten die als informatiesupermarkten worden ingericht maken
archiefgebruikers tot passieve consumenten van informatie. Archiefdiensten die
worden ingericht als historische werkplaatsen maken archiefgebruikers tot actieve
producenten van betekenissen. Het winkelbedrijf mag dan een productie-unit
hebben en de werkplaats een winkeltje, maar dat doet aan het fundamentele
verschil in benadering niets af.42
De archiefgebruiker in een digitale onderzoeksomgeving
De historische werkplaats heeft bij voorkeur de vorm van de digitale onderzoeks
omgeving. Wat kunnen we ons bij zo'n digitale onderzoeksomgeving voorstellen?
Formele procedures kunnen worden geautomatiseerd. Alle stappen in een
onderzoekstraject die ingepast kunnen worden in formele procedures kunnen
in principe door de computer worden overgenomen. Zonder de interventie van
archivarissen kunnen kennissystemen gebruikers helpen vaststellen welke speci
fieke kennis, vaardigheden en hulpmiddelen ze nodig hebben bij de raadpleging
van archiefmateriaal van een bepaald type, van een bepaald archief en van bepaal
de bestanddelen uit dat archief en hen middelen aan de hand doen om in eventu
ele tekorten in specifieke kennis, vaardigheden en hulpmiddelen te voorzien.
Wie toegang probeert te krijgen tot middeleeuwse charters maar het schrift
van die tijd niet kan ontcijferen, kan er met behulp van zo'n kennissysteem voor
kiezen om bij het raadplegen van die charters het paleografische hulpprogramma
stand by te laten staan, om een cursus oud schrift te volgen, om niet de origine
len te gebruiken maar de transcripties, om een minder problematisch archief te
zoeken of om gevaar te lopen te verdwalen. Maar het systeem kan de gebruiker
ook helpen om zijn kennis ter plekke bij te spijkeren door hem te laten door
linken naar relevante programmaatjes die beschikbaar zijn binnen hetzelfde
netwerk, dat verscheidene erfgoedorganisaties met elkaar verbindt. Dat kan een
demonstratieprogrammaatje zijn over de werking van het resolutiestelsel, een
programmaatje voor het maken van stambomen, een database met verouderde
rechtstermen, een archiefvormersoverzicht, een lijst met maten en gewichten,
een eeuwigdurende kalender, een vertaalmachine, de catalogus van de biblio-
TOEGANKELIJK MAKEN: GEBRUIKER, ARCHIEF, ARCHIVARIS
40 Voor een postmoderne relativering van dit begrip zie Verne Harris, 'Law, Evidence and Electronic Records:
A Strategic Perspective from the Global Periphery', in: Comma, International Journal on Archives,
2001- 1/2, 29-43.
38
THEO THOMASSEN DE VEELVORMIGHEID VAN DE ARC HIEF O NTS LU ITING EN DE ILLUSIE VAN DE TOEGANKELIJKHEID
41 Eilean Hooper-Greenhill, Museums and the Shaping of Knowledge (Routledge, London and New York 1992)
103-104.
42 Gaby Porter, 'Seeing through Solidity: a feminist perspective on museums' in: Sharon Macdonald and
Gordon Fyfe (eds.), Theorizing Museums. Representing identity and diversity in a changing world (Oxford
and Cambridge MA, 1996) 113.
39