Al eerder stelden we vast dat de klassieke opvatting waarin de archivaris ten
opzichte van de gebruiker en ten opzichte van het archief een objectieve buiten
staander is, weinig aanhang meer vindt. In de postmoderne visie wordt archiva
rissen een hele andere rol toegedacht. In die visie zijn archivarissen specialisten
die vanuit hun professionele en maatschappelijke vooroordelen en belangen
"verhalen vertellen over verhalen en verhalen met verhalen", zoals Verne Harris
het uitdrukt.33 Met hun interventies in de archieven vertellen archivarissen
tegen de modelgebruikers die ze zelf hebben geconstrueerd de verhalen van hun
eigen historische, maatschappelijke en politieke opvattingen, van hun culturele,
religieuze en etnische achtergronden. Archivarissen vertellen de verhalen na
van archiefvormers en -vormgevers, maar wel in hun eigen woorden en in een
context die door henzelf is ge(re)construeerd. Met alles wat archivarissen doen,
van de kleinste interventies (een kruisverwijzing maken tussen documenten)
tot de meest dramatische (grote delen van archieven selecteren voor vernieti
ging)- schrijven zij hun eigen verhaal in het archief.34 Door dit te doen bevoor
rechten zij bepaalde gebruikers en benadelen ze andere. Het komt er vaak op neer
dat zij in hun professionele onverdraagzaamheid tegenover het complexe en
onbegrijpelijke de gebruikers ontnemen wat deze nu juist zo nodig hebben als zij
hun eigen representaties van het verleden willen construeren: "ruimte, verwar
ring, een gevoel van betekenisloosheid."35
De archivaris is niet een objectieve buitenstaander, hij (of liever: zijn rele
vante kennis) maakt deel uit van de archiveringssystemen die hij beheert en
vormgeeft.36 Archivarissen zijn niet in staat zich buiten hun objecten, buiten
het archief te plaatsen.
De archivaris als hoeder van de vrijheid van interpretatie
Ook bij het ontsluiten van archieven moeten archivarissen gebruikersvriendelijk
te werk gaan. Maar dat leidt er niet altijd toe dat de gebruiker vindt wat hij wil
vinden of een toegang in handen krijgt die hij moeiteloos kan hanteren. Als de
archivaris er met zijn toegangen alleen maar voor zorgt dat de gebruiker vindt wat
hij wil vinden, dan vertellen archieven uiteindelijk alleen nog maar wat de gebrui
ker wil horen, dan zijn archieven slechts de echoput van wat de gebruiker fluis
tert.37 Als archivarissen hun inventarissen en andere toegangen zo maken dat elke
gebruiker ze moeiteloos kan gebruiken en hanteren, maken ze toegangen die pas
sen in het standaardrepresentatiesysteem van de gebruiker, maar dat wil niet
zeggen dat die toegangen ook een adequate representatie zijn van het archief.
De archivaris die persoonsgebondenheid tot uitgangspunt van de archiefontslui
ting maakt, zorgt ervoor dat de bevoorrechten die hij tot persoonshistorici heeft
gebombardeerd in de aldus geëtiketteerde bestanden persoonsgebonden informa
tie herkennen en in andere bestanden niet. Als een archief de gebruikersvriende
lijkheid heeft van een grote zelfbedieningszaak behaalt de archivaris grote
omzetten met massaproducten en is de legpuzzel al gelegd als de klant hem koopt.
36
In een archief dat is ingericht als een historische werkplaats betekent gebruikers
vriendelijkheid -behalve optimale raadpleegbaarheid- een optimale interpretatie
vrijheid voor de gebruiker.
Als archivarissen archieven optimaal raadpleegbaar en interpreteerbaar
willen maken, moeten ze hun gebruikers geen kant en klare antwoorden aanbie
den, maar hulpmiddelen waarmee ze zelf hun problemen kunnen formuleren en
oplossen, hulpmiddelen waarmee ze op basis van de relevante documenten hun
eigen verhaal kunnen vertellen. Het is voor archivarissen al een hele klus om
hun archiveringssystemen goed te onderhouden en ze bij de bevraging optimaal
met elkaar en met andere informatiesystemen te laten communiceren, maar als
ze meer willen doen en in de archieven zelf interveniëren, dan moeten ze er wel
voor zorgen dat die systemen zoveel mogelijk van hun oorspronkelijke interpreta
tiemogelijkheden behouden. Als ze archieven restaureren, dan moeten die restau
raties omkeerbaar zijn; als ze gegevens toevoegen dan moeten die gegevens als
zodanig herkenbaar zijn; als ze de bestaande ordening niet optimaal vinden, dan
moeten ze hun eigen logische ordening als een alternatieve ordening vorm geven
en niet de oude ordening door hun nieuwe vervangen. Als de rol van archivaris
sen zo bepalend is voor de manier waarop gebruikers archieven kunnen interpre
teren, dan moeten archivarissen tegenover hun gebruikers van al hun
archiefbewerkingen verantwoording afleggen en elke interventie in de archieven
verantwoorden. Beth Yakel stelt vast, dat een gids of een toegang, ongeacht de
kwaliteit, voor onderzoekers de meest gezagvolle bron van kennis over een
archief is en dat die status alleen kan worden gerechtvaardigd door de bekwaam
heid en de autoriteit van de bewerkers. De namen en misschien zelfs de profes
sionele cv's van de auteurs van gidsen en toegangen beschouwt zij als essentiële
contextinformatie voor onderzoekers bij het bepalen van de autoriteit en het per
spectief van die gidsen en toegangen.38 De gebruiker moet de ruimte hebben om
het met de auteurs van mening te verschillen en die ruimte moet volgens Verne
Harris ook krachtig worden verdedigd.39
Des te zwaarder moet aan deze verantwoordingseis worden getild, naarmate
de transparantie van het archief kleiner en zijn manipuleerbaarheid groter is.
Digitale archiveringssystemen hebben de neiging minder doorzichtig en meer
manipuleerbaar te zijn dan papieren systemen. Dat geldt voor digitale archiefdo
cumenten, waarvan de authenticiteit nog maar moeizaam te verzekeren valt.
Maar dat geldt ook voor toegangen en gidsen, die als ze door archivarissen
eenmaal digitaal zijn aangeboden door gebruikers in eigen toegangen en gidsen
kunnen worden getransformeerd. En dat geldt ook voor gebruikersinterfaces
waaraan alleen maar vragen kunnen worden gesteld die door de archivaris-ont
werper worden toegestaan, die alleen maar antwoorden kunnen geven die de uit
komst zijn van vaste procedures en die liever niet ik weet het niet of enerzijds
anderzijds zeggen. Vooral in digitale systemen zitten veel keuzes en interpretatie
beperkingen van archiefvormers en -beheerders onder een motorkap waar de
TOEGANKELIJK MAKEN: GEBRUIKER, ARCHIEF, ARCHIVARIS
33 Verne Harris, Exploring archives, 84.
34 Voor deze postmoderne benadering van archieven, ook op andere terreinen dan de archiefontsluiting,
zie: Eric Ketelaar, 'Tacit Narratives', elders in dit jaarboek.
35 Harris, Exploring Archives 87.
36 Over het archiveringssysteem en zijn componenten zie: P.J. Horsman, Digitaal archiveren, p. 10; zie ook:
Peter Horsman, 'Archiefsystemen en kwaliteit' in: P.J. Horsman, F.C.J. Ketelaar, T.H.P.M. Thomassen (red.),
Naar een nieuw paradigma in de archivistiek. Jaarboek 1999 van de Stichting Archiefpublicaties
('s-Gravenhage 1999) 89-96.
THEO THOMASSEN DE VEELVORMIGHEID VAN DE ARCHIEFONTSLUITING EN DE ILLUSIE VAN DE TOEGANKELIJKHEID
37 Harris, Exploring archives 96.
38 Elizabeth Yakel, 'Designing Representational Systems', paper presented at the Advanced Studies Seminar in
Ann Arbor, Michigan, March 28, 2001, 20-21.
39 Harris, Exploring Archives 80.
37