Institutioneel onderzoek in verband
met de Belgische penitentiaire sector
Een tussentijds verslag1
Wezen en inhoud
instrumenten voor selectie en vernietiging een belangrijk uitgangspunt verschaf
fen voor het verhelpen van een groot manco in de Bundesverwaltung, met name
ook gelet op het invoeren van een succesvol document management system of
records managament system. Hoewel de begin jaren zeventig begonnen Kompeten-
zenkartei voor moderne, procesgeoriënteerde registratuurplannen te weinig
houvast biedt, kan ze indirect door middel van het Priorisierungskonzept en
de voorgestelde Bewertungsbasisinstrumente toch een positieve bijdrage aan de
totstandkoming daarvan leveren.
Het is reeds lang geen geheim meer dat ook het Belgisch Rijksarchief het institu
tioneel onderzoek hoog in het vaandel schrijft.2 Het afgelopen decennium is wat
dat onderdeel van het takenpakket van de rijksarchiefdienst betreft buiten
gewoon veel en nuttig werk verzet.3 De centrale en regionale instellingen uit het
Ancien Régime zijn vrijwel volledig in kaart gebracht, er verschenen instellingsge
schiedenissen over de lokale en provinciale besturen, over de federale ministeries
en hun rechtsvoorgangers en er werd in 1995 gestart met een gelijkaardige reeks
over de rechterlijke macht waarin reeds een zevental boekwerken verschenen
zijn.4
In deze bijdrage wordt verslag gedaan van het institutioneel onderzoek dat in de
zomer van 1996 startte over de hedendaagse penitentiaire sector (1795-heden).
Er waren vanuit het standpunt van het Rijksarchief twee belangrijke praktische
redenen om met een grondig institutioneel onderzoek van het gevangeniswezen
te starten, namelijk het ontbreken van selectielijsten en van een betrouwbaar
referentiekader (afbakening en beschrijving van het beleidsterrein, identificatie
van de actoren en handelingen) dat ons in staat stelt om tot een verantwoorde
selectie te komen, enerzijds, en het ontbreken van een archiefschema voor de
ontsluiting van bestanden die nog moesten verworven worden, anderzijds.
De acquisitie van de archieven van de gevangenisarchieven en aanverwante
bestanden was dringend nodig. Op dat ogenblik lagen nog anderhalf tot twee
kilometer archiefbescheiden, ouder dan 30 jaar, op selectie en neerlegging
(overbrenging) te wachten.
CONTEXT EN FUNCTIONEEL INSTITUTIONEEL ONDERZOEK: PRAKTIJK
180
KAREI VELLE
1 Gebruikte afkortingen: A.R. algemeen reglement van de gevangenissen van 1905, Form. formulierboek
uit 1906, K.B. Koninklijk Besluit, M.B. ministerieel besluit, omz. D.G.= omzendbrief van de directeur-
generaal van het bestuur strafinrichtingen, omz. M.J. omzendbrief van de minister van Justitie, omz.
S.G. omzendbrief van de secretaris-generaal van het departement justitie, Ree. Recueil des circulaires,
instructions et autres actes émanés du ministère de la Justice ou relatifs a ce département Verzameling
van omzendbrieven, dienstvoorschriften en andere bescheiden door het ministerie van Justitie uitgegeven
of dit departement betreffende, 1795-1973.
2 Men raadplege op de website http://arch.arch.be de catalogus van de publicaties van het Belgisch
Rijksarchief, meer bepaald de werken verschenen in de reeks Miscellanea Archivistica Studia.
3 Het is bijvoorbeeld betekenisvol dat een aanzienlijk archivarissen hun medewerking hebben verleend aan
het werk van P. Van Den Eeckhout, G. Vanthemsche (eds.), Bronnen voor de studie van de hedendaagse
samenleving \9e-20e eeuw (Brussel 19992).
4 Het gaat met name over studies over het vredegerecht en de politierechtbank, het openbaar ministerie, de
rechtbank van koophandel, de burgerlijke rechtbanken, het militair gerecht en het hof van beroep.
181