Telegrammen moesten altijd in tweevoud aan het telegraafbureau worden aange boden, waarvan één exemplaar met het nummer, datum en uur van aanbieding aan de verzender werden teruggegeven.35 Telefoonberichten werden tot de komst van het hiervoor genoemde telefoonbureau, behandeld als telegrammen.36 De verzending van dienststukken gebeurde per trein. In 1871 werd er echter geklaagd dat veel stukken niet op tijd aankwamen. Daarom werd besloten dat: "Ten einde de noodige controle hierop te kunnen uitvoeren er wordt bepaald, dat de stukken bestemd voor het Centraal Bureau of van daar uitgaande en bestemd voor de lijnen slechts met bepaald daarvoor aangegeven treinen vervoerd mogen worden. Ieder stuk zal uitwendig met duidelijke letters moeten aangeven het nummer van den trein en den datum waarop het verzonden wordt. Het personeel ontvangt bij elke dienstregeling een staat aangevende de treinen waarmede de correspondentie, gewisseld met het Centraal Bureau vervoerd moet worden."37 Bij interne communicatie spelen de huisvesting en de inrichting van het kantoor ook een rol. In het jaarverslag van 1871 (na de verhuizing naar Utrecht) wordt de relatie gelegd tussen een doelmatige administratie en de huisvesting: "Drie administratiegebouwen werden zamengebracht in het Centraal Bureau in Utrecht. Doelmatige inrigting paart zich daar aan eenvoud, ruimte en overvloed van licht en lucht, en komen het personeel ten goede. Door de zamentrekking in 1 gebouw en de daarstelling van een telegrafische verbinding van het Centraalgebouw met de beide spoorweg netten, kwam tusschen de verschillende diensten meer eenheid en zamen- werking tot stand, dan in de gebrekkige en zeer onvoldoende installatie te 's Hage te verkrijgen was geweest. De telegrafische verbinding van het Centraalbureau had krachtiger concentratie van den dienst, sneller controle op de uitvoering ten gevolge."38 Ook bij de totstandkoming (1895) van een tweede administratiegebouw werd in het jaarverslag de relatie gelegd tussen de doelmatigheid van de administratie en het gebouw.39 Downward communication Het belangrijkste doel van downward communication bij de MESS was het goed en veilig doen uitvoeren van de treindienst. Hiervoor werden dienstorders uitge- geven. Aan het eind van de jaren zestig waren er echter zoveel dienstorders uitgebracht -ongeveer zevenhonderd die elkaar soms tegenspraken- dat dit ver warrende situaties opleverde. Er werd daarom besloten tot het verzamelen van de dienstorders, die op één dienst of afdeling betrekking hadden, in reglemen ten.40 Bovendien werd in 1871 besloten, dat de dienstorders vanaf dan niet meer in briefvorm werden geproduceerd, maar in een standaardvorm.41 De dienstorders en reglementen moesten achtereenvolgens worden goed gekeurd door de betrokken chef van dienst, de rechtsgeleerde van de maatschap pij en de directeur-generaal. Pas daarna mochten ze worden gedrukt.42 Alle dienstorders werden vanaf de secretarie verzonden aan de hogere ambtenaren en de stationschefs. Zij waren verantwoordelijk voor de kennisgeving van de inhoud aan het hun ondergeschikt personeel. Ook konden zij extra exemplaren aan vragen om uit te reiken.43 Een andere vorm van downward communication bestond uit het doorgeven van extra of bijzondere treinen. Een schriftelijk bevel, hetzij telegram of brief, diende hiervoor door de directeur-generaal of een hoofdambtenaar te worden verzonden naar de betreffende stations.44 Upward reporting Het rapporteren van gegevens is het belangrijkste mechanisme voor het manage ment om op basis daarvan nieuwe besluiten te kunnen nemen en zo te komen tot meer efficiëntie. Bij de MESS was de rapportage daarnaast een methode om gegevens voor de hoofdboekhouding op systematische wijze te kunnen rappor teren. Zonder hier de gehele boekhouding van de MESS te behandelen kan daarvan toch een voorbeeld gegeven worden. Elk station moest verantwoording voor zijn ontvangsten van de verkoop van treinkaartjes en goederenvervoer afleggen. Dit werd bijgehouden door de stations- chef in registers en kasboeken. Hiervan moesten uittreksels met ver schillende gegevens dagelijks, wekelijks of maandelijks worden opgestuurd naar de hoofdboekhouding op het centraal bureau.45 In de afbeelding is te zien hoe uitgebreid dit eraan toeging. Voor elke staat van verantwoording was een model voorgeschreven. Alle hoofden van dienst moesten elke maand een rapport indienen bij de directeur-generaal. Bij deze inspecties moest gelet worden op de veiligheid, de uit voering van de voorschriften, de zuinigheid van de uitgaven en het voldoen aan de administratieve verplichtingen.46 Ook over het personeel diende te worden CONTEXT EN FUNCTIONEEL INSTITUTIONEEL ONDERZOEK: PRAKTIJK 35 HUA, Archief MESS, voorl. inv.nr. 2641.93, hoofdstuk 4. Reglement voor den gang der werkzaamheden in het centraal bureau der MESS, 1911 (Regelgeving, reglementen). 36 HUA, Archief MESS, voorl. inv.nr. 2641.92, hoofdstuk 4. Reglement voor den gang der werkzaamheden in het centraal bureau der MESS, 1890 (Regelgeving, reglementen). 37 HUA, Archief MESS, voorl. inv.nr. 193, dienstorder nr. 284, nieuwe serie. Dienstorders die van kracht zijn in het jaar van uitgifte, 1874 (Regelgeving, dienstorders en circulaires). 38 HUA, Archief MESS, voorl. inv.nr. 310221. Jaarverslag 1871, 6 (Bestuursorganen, raad van commis sarissen). 39 HUA, Archief MESS, voorl. inv.nr. 310223. Jaarverslag 1895, 10-11 (Bestuursorganen, raad van commis sarissen). 40 HUA, Archief MESS, voorl. inv.nr. 9. Nota over de inrichting van de dienst, [1868] (Regelgeving, structuur van de diensten). 164 CORETTA WIJBRANS BESTUREN DOOR REGISTRATUUR BIJ DE STAATSSPOORWEGEN 41 HUA, Archief MESS, voorl. inv.nr. 187, vergadering van 27 juni 1871. Besluitenlijst van de vergaderingen, 1871-1874 (Bestuursorganen, directie, commissie van chefs van dienst). 42 HUA, Archief MESS, voorl. inv.nr. 2641.92, hoofdstuk 3. Reglement voor den gang der werkzaamheden in het centraal bureau der MESS, 1890 (Regelgeving, reglementen). 43 HUA, Archief MESS, voorl. inv.nr. 193, dienstorder nr. 166, nieuwe serie. Dienstorders die van kracht zijn in het jaar van uitgifte, 1874 (Regelgeving, dienstorders en circulaires). 44 HUA, Archief MESS, voorl. inv.nr. 2641.146. Bijzondere voorschriften voor de stationschef en hunnen plaatsvervangers, 1866 (Regelgeving, reglementen). 45 HUA, Archief MESS, voorl. inv.nr. 2641.218. Bepalingen voor het rekenplichtig beheer in de stations, 1871 (Regelgeving, reglementen); Ibidem, voorl. inv.nr. 10. Verslag van het onderzoek naar de inrichting van de controle, z.d. (Regelgeving, structuur van de diensten). 46 HUA, Archief MESS, voorl. inv.nr. 7. Stukken betreffende een nieuwe organisatie van de dienst, 1865-1866 (Regelgeving, structuur van de diensten). 165

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2000 | | pagina 83