directiemap, opdat de directie kennis kon nemen hetgeen was uitgegaan, een gele kopie voor berging op nummer en een blauwe kopie voor chronologische berging. Deze methode heeft bij DNB tot eind van de jaren 1980 stand gehouden, nog steeds wordt de serie 'uitgaande correspondentie, chronologisch' aangeduid als 'de blauwtjes'. Vanaf de jaren 1820 worden boeken bijgehouden met statistieken. Deze boeken ontberen echter grafieken. Het toevoegen van grafieken in de rapportages aan het topmanagement wordt eerst vanaf de jaren 1890 geconstateerd. In 1918 worden voor het bezorgen van de interne post piccolo's aangenomen. Zij "vormen de verbinding tusschen de Afdeelingen onderling [zij] brengen boodschappen en opdrachten RECHTSTREEKS over vanuit hun standplaats, naar de andere Afdeelingen".33 De externe post wordt in die tijd met een bakkerskar van het postkantoor naar de Bank gehaald door de transportdienst. Voor de verdere verspreiding zorgde de afdeling magazijn en expeditie. Een en ander lijkt te gaan veranderen als een buizenpostinstallatie wordt opgenomen in het pakket van eisen en wensen voor de (ver)bouwplannen in de jaren 1920.34 Hoewel deze verbouwplannen door verschil van mening met de gemeente Amsterdam uiteindelijk niet zijn uitgevoerd, zijn ze van belang omdat eruit blijkt hoe de controleur-generaal tracht aan de hand van onderzoek te komen tot een (meer) efficiënte kantoorinrichting, arbeidsmethoden en methodieken.35 Bovendien heeft hij in zijn observaties meegenomen de 'moderne' technische apparaten om het werk beter in te kunnen richten. Opmerkelijk is dat de contro leur-generaal zich blijkbaar met de verbouwplannen blijft bezighouden terwijl juist voor dit doel de technische adviesafdeling was opgericht.36 Ten aanzien van de inrichting van de kantoren is de controleur-generaal gecharmeerd van de inrichting bij de Deutsche Bank in Berlijn. In zijn rapport schrijft hij: "Dien dag heb ik veel gezien, waarmede wy ons voordeel moeten doen by den a.s. nieuwbouw. Uit myne aanteekeningen noteer is slechts de hoofdpunten. Ruime, luchtige bureaux, goed geventileerd en byna alle met rechtstreeks dag licht. Chefs op kleine verhooging, achter glas met zoo noodig afsluiting door gordyntjes. Ongeveer op elke lessenaar staat een telefoontoestel. In onze nieuwe Bank mag deze installatie niet ontbreken. Voor den inwendigen dienst tusschen de verschillende Afdeelingen is aangebracht een luchtdruk Rohr-post (buizenpost)omvattende 13 stations. De werking liet niets te wenschen over. Geen geloop van de eene naar de andere afdeeling voor overbrengen kleine stukken en nota's. "37 Nieuwe mensen Bij de negentiende-eeuwse DNB was Willem Cornells Mees de voornaamste innovator. In de nota die hij een jaar na zijn aantreden als secretaris schreef (1850) gaf hij aan dat bij de Bank verschillende veranderingen moesten worden doorgevoerd wilde het bedrijf zichzelf serieus nemen, wilde het door de maat schappij serieus genomen worden en wilde het überhaupt op langere termijn blijven voortbestaan. De directie heeft de plannen nominaal verworpen maar was wel zo verstandig zich de hoofdlijnen eigen te maken en deze in het beleid een plaats te geven. Sedert 1863 kon Mees als president zelf dat beleid uitvoeren. De schaalvergroting die het gevolg was van Mees' reorganisatie, leidde uiteinde lijk tot de noodzaak uit te kijken naar technieken om de communicatielijnen tussen de verschillende kantoren zo kort mogelijk te houden, enerzijds, en om de vergroting en toenemende complexiteit van de werkzaamheden vorm te kunnen blijven geven, anderzijds. De toenemende complexiteit en schaalvergroting leidt tussen 1910 en 1930 tot uitbreiding van het aantal kantoren in Amsterdam en tot de invoering van elementen van scientific management, waaronder mechanisa tie van bepaalde werkprocessen, de aanschaf van moderne technische apparaten ten behoeve van de administratie en centralisatie op het gebied van bijvoorbeeld het archiefbeheer. Verantwoordelijk hiervoor is Guillaume Henri Marie Delprat, van 1915 tot 1933 directeur-secretaris.38 Conclusie In de geschiedenis van de bureau-organisatie van de Bank wordt de control through communication39 belangrijker na en door de schaalvergroting. Deze schaalvergroting is zichtbaar door de totstandkoming van het kantorennetwerk na 1863 en door de toename van de complexiteit van de werkzaamheden na 1888. De behoefte en de mate van control lijken echter niet primair te zijn in gegeven door personen of techniek. Het gebouw van de Bank aan de Oude Turf markt leende zich niet voor de huisvesting van een door de schaalvergroting zich ontwikkelende centrale bank. Met name de geografisch-logistieke ongunstige indeling van de panden lijkt de motivatie achter het vormgeven van control te zijn geweest. CONTEXT EN FUNCTIONEEL INSTITUTIONEEL ONDERZOEK: PRAKTIJK 33 Archief DNB, dossier 1.44/97/19/1, Postbehandeling, interne postbezorging d.m.v. boden en piccolo's 1918-1930. 34 Archief DNB, dossier 1.422.444/99/5/1, Papierzerfaserer 1919-1924. Het plan wordt door de directie afgewezen. Hierdoor komt de opmerking van De Jager, De bank, 95, die 1914 als jaar noemt voor de plaat sing van een buizenpostinstallatie in een ander daglicht te staan. 35 In de negentiende eeuw en de eerste decennia van de twintigste eeuw stonden in het onderzoek naar de mogelijkheden van een verbouwing altijd de schoonheid van de facade en de inrichting van de directieka mer centraal. 36 De Bank 1814-1964, jubileumuitgave voor het personeel van De Nederlandsche Bank ter gelegenheid van het honderdvijftigjarig bestaan (z.p. 1964) 60. 37 Archief DNB, dossier 1.422.444/99/5/1, Papierzerfaserer 1919-1924. 156 HANS WAALWIJK BESTUREN DOOR REGISTRATUUR BIJ DE NEDERLANDSCHE BANK 38 De Jager, De bank, 107, 123. 39 J.A. Yates, Control through communication. The rise of system in American management (Baltimore-London 1989). 157

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2000 | | pagina 79