onderzoek interessante titels als: Sociaal-economische wetenschappen, Mededelingen efficiency, Bloeiende statistiek en statistica. De aanwezigheid en groei van dit soort periodieken in de bedrijfsbibliotheek wijst op een toenemende belangstelling voor informatie die de efficiency en een adequate beheersing van de bedrijfs processen kon ondersteunen. Met behulp van oude catalogi kon in de huidige bedrijfsbibliotheek tevens worden gereconstrueerd welke boeken in deze periode een rol hebben gespeeld in het denken over efficiency en registratuur. Dat auteurs als Taylor en Ford voorkomen, wekt geen verwondering. Ook de Hand leiding van Muller, Feith en Fruin komt in de lijst voor. Een werk van de hand van administrateur B.G. Stempels over doelmatigheid ontbrak evenmin. Om deze informatiestroom te kanaliseren was al in 1928 een 'schema van de circulatie der tijdschriften' opgesteld. In dit stroomschema zijn de periodieken verdeeld in vakorganen, technische periodieken en administratieve en algemene periodieken. In dit schema komt tevens de hiërarchie van de organisatie tot uiting. Duidelijk blijkt de vooraanstaande plaats die de administrateur in de organisatie innam. In de circulatie volgt hij direct op de directeur en komt hij voor de chef van de Ingenieursafdeling.11 In 1938 werkte men mee aan een door het N.I.D.E.R. (Nederlandsch Insti tuut voor Documentatie en Registratuur) verrichte inventarisatie van 'natuur wetenschappelijke enz. tijdschriften en periodieken in Nederlandse bibliotheken'. De samenwerking met het N.I.D.E.R. werd door het bedrijf gewaardeerd. Het instituut leverde relevante informatie en werd voor onder steuning verkozen boven de V.N.G.. Upward reporting Ten behoeve van de bewaking van de kwaliteit werd het water scheikundig en bacteriologisch onderzocht. Dergelijk onderzoek werd onder andere verricht door het Bureau voor Microscopisch en Bacteriologisch Onderzoek te Den Haag. De uitkomsten van het onderzoek werden vastgelegd in staten, die een snelle evaluatie van de gegevens mogelijk maakten.12 De vroegste staten dateren van 1892. Binnen het bedrijf waakten onder anderen dr. W.F. Koppeschaar en dr. A.H. Pareau voor de kwaliteit van het product. Van hun hand zijn ook enige brieven en rapporten bewaard gebleven over de samenstelling van het water. Waarschijnlijk zijn de bewaard gebleven registers die de geaggregeerde gegevens van scheikundig onderzoek bevatten door hun toedoen aangelegd. In deze delen zijn de uitkomsten verwerkt van scheikundig onderzoek over de jaren 1903-1910 en 1911-1935.13 Al deze communicatie diende ter ondersteuning van de kwali teitsbewaking en werd in steeds geaggregeerder vorm steeds hoger de organisatie van het bedrijf in gestuurd. Ter informatie van en verantwoording naar het gemeentebestuur werd in de jaarverslagen vanaf 1901 een grafiek opgenomen van 'de samenstelling van het drinkwater'.14 Vanaf dat jaar verschijnen eveneens grafieken over onder andere 'het waterverbruik in kubieke meters', 'het zaterdags, zondags en gemiddeld waterverbruik per etmaal in kubieke meters sedert het jaar 1892' en 'de bevol king en het waterverbruik per hoofd en per etmaal in liters vanaf het jaar 1875'. Yates beschrijft in haar boek Control through communication hoe de groei van het spoorwegennet gepaard ging met een groei en formalisering van de commu nicatie. Ten behoeve van de veiligheid waren coördinatie en verfijnde afstem ming van werkzaamheden noodzakelijk. Bij de Duinwaterleiding valt een identieke ontwikkelingsgang te constateren. Is het toeval dat voor de aanleg van het leidingnet de hoofdingenieur bij de Staatsspoorwegen J.A.A. Waldorp werd aangetrokken? In ieder geval is de relatie tussen de groei van het netwerk en de groei van de verschriftelijking en de formalisering van de communicatie dat niet. Met het toenemen van de distributie van leidingwater naar de huishoudens via het leidingnet werd het voor het bedrijf noodzakelijk een stevige administratieve greep te houden op de bedrijfsprocessen van de afdeling Technische Dienst. In oktober 1929 werd door de afdeling Technische Administratie minutieus vastge legd hoe alle werkzaamheden ten behoeve van de distributie dienden te worden geregistreerd. Daartoe had het bedrijf geanalyseerd welke deelprocessen binnen dit bedrijfsproces waren te onderscheiden. Per deelproces werd vervolgens in een overzicht aangegeven wie bij welke werkzaamheid de daartoe voorgeschreven documenten volgens bepaalde procedures moest invullen en hoe de daarin ver melde gegevens verder in de administratie dienden te worden verwerkt.15 Ter illustratie zullen we hieronder volgen hoe door middel van registratuur greep werd gehouden op een drietal van de onderscheiden deelprocessen. Voor het deelproces van het leggen van ijzeren buizen en het plaatsen van afsluiters en brandkranen werd volgens het overzicht aan de opzichters opdracht gegeven door 'den Heer Ingenieur'. De N.V. Haagsche Bouwmaatschappij, belast met de werkzaamheden voor het buizennet, ontving vooraf een order van de te leggen buizen, met afsluiters en brandkranen. Op de dag dat de materialen nodig waren, werd een bon uitgereikt voor ontvangst van het materiaal. Onder toezicht van het bedrijf werden vervolgens de buizen gelegd. De toezichthouder leverde vervolgens een rapport in, dat hem blanco door de opzichter van de Duinwater leiding was verstrekt. De toezichthouder vermeldde in het rapport het aantal werklieden en hun arbeidstijd. De door de Bouwmaatschappij ontvangen goede ren werden niet iedere dag volledig gebruikt, zodat de verstrekte hoeveelheden wel overeenstemden met de op de bonnen vermelde hoeveelheden goederen, maar niet altijd met de werkelijke hoeveelheid verwerkt materiaal. Ter controle waren er daarom staten aangelegd, waarvan als eindresultaat het saldo overeen moest komen met de hoeveelheid die eventueel werd ingeleverd. Van gesloopte materialen werd eveneens melding gemaakt in het rapport van de toezichthouder. Door het magazijn werden retourbonnen afgegeven. De hoe veelheden van deze materialen werden eveneens op de controlestaten vermeld en vervolgens gecontroleerd. Op de bonnen voor afgifte en teruggave werden de hoofden van boeking aangegeven. De originele bon ging naar het magazijn, de doordruk-bon bleef op de Technische Afdeling. Op jaarkaarten werden de gegevens over gelegde en verwijderde buislengten overgebracht. Aan het einde van het jaar werd het totaal per straat bijgeschreven op de stamkaarten, die ten behoeve van de statistiek werden bijgehouden. CONTEXT EN FUNCTIONEEL INSTITUTIONEEL ONDERZOEK: PRAKTIJK 11 Haags Gemeentearchief, Archief Duinwaterleiding, 1871-1949 (hierna: Archief DWL), inv.nr. 588. 12 Archief DWL, inv.nrs. 1842, 1847-1852, 1855, 1867. 13 Archief DWL, inv.nrs. 1844, 1847-1852. 14 Gemeenteverslag 1901. is Archief DWL, inv.nr. 1092. 114 DICK BRONGERS INFORMATIESTROMEN BIJ DE HAAGSE DUINWATERLEIDING 115

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2000 | | pagina 58